Woonlandfactoren 2018 vastgesteld – 28 van de 40 landen krijgen een hogere woonlandfactor – Zweden bijgesteld

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft bijlage 4 bij de Regeling zorgverzekering aangepast in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2018.

De woonlandfactoren zijn van belang voor de berekening van de bijdrage als bedoeld in art. 69 Zvw. Dat is de bijdrage die het CAK aan een verdragsgerechtigde in rekening brengt in verband met de zorgprestaties die op grond van Verordening (EG) nr. 883/2004 of een socialezekerheidsverdrag voor rekening van Nederland komen. De woonlandfactor wordt berekend door de gemiddelde zorgkosten in het woonland te delen door de gemiddelde zorgkosten van Nederland.

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering. Bijlage horende bij artikel 6.3.1, negende lid, van de Regeling zorgverzekering en artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag. Voor uw informatie is de woonlandfactor 2017 ook in deze tabel te vinden.

Land Woonlandfactor 2018 Woonlandfactor 2017
België 0,7193 0,7029
Bosnië-Herzegovina 0,1006 0,0645
Bulgarije 0,0909 0,0743
Cyprus 0,1384 0,1384
Denemarken 1,0830 0,9715
Duitsland 0,9559 0,8372
Estland 0,2491 0,2109
Finland 0,7120 0,6463
Frankrijk 0,9262 0,8245
Griekenland 0,1573 0,3590
Hongarije 0,1501 0,1310
Ierland 0,8326 0,8226
IJsland 1,0826 0,8594
Italië 0,5569 0,5569
Kaapverdië 0,0175 0,0175
Kroatië 0,1834 0,1674
Letland 0,1096 0,0915
Liechtenstein 1,1866 0,9473
Litouwen 0,2650 0,2235
Luxemburg 0,7497 0,7497
Macedonië 0,0595 0,0529
Malta 0,3269 0,3269
Marokko 0,0125 0,0125
Montenegro 0,0829 0,0763
Noorwegen 1,4015 1,5288
Oostenrijk 0,7330 0,6476
Polen 0,1601 0,1606
Portugal 0,2521 0,2510
Roemenië 0,0903 0,0630
Servië 0,0734 0,0750
Slovenië 0,3696 0,3243
Slowakije 0,2587 0,2352
Spanje 0,4365 0,3767
Tsjechië 0,2806 0,2386
Tunesië 0,0216 0,0216
Turkije 0,0894 0,0913
Verenigd Koninkrijk 0,6789 0,6269
Zweden 0,8104 1,0948
Zwitserland 0,8948 0,6824

Hier vindt u de publicatie van de Woonlandfactoren 2018 in de Staatscourant van 20 november 2017.

Van de 40 landen krijgen er 28 een hogere woonlandfactor, 6 blijven gelijk en 6 krijgen een lagere woonlandfactor. De sterkste stijgers zijn:

  • Denemarken (no boven 1,0)
  • Duitsland (0,12 hoger)
  • Frankrijk (0,10 hoger)
  • IJsland (0,25 hoger; nu boven 1,0)
  • Liechtenstein (0,24 hoger; nu boven 1,0)
  • Zwitserland (0,21 hoger)

Wij wijzen op de volgende opmerking over Zweden

Voor het woonland Zweden is de woonlandfactor voor het jaar 2017 destijds vastgesteld op 1,0948. Gebleken is dat de onderliggende berekening van de gemiddelde zorgkosten van Zweden onjuist is geweest. Daarmee is ook deze woonlandfactor voor het jaar 2017 foutief. De correcte woonlandfactor is 0,8263. Dit betekent dat voor het jaar 2017 op grond van de Rzv een te hoge verdragsbijdrage is geheven bij de in Zweden wonende verdragsgerechtigden. Voor zover zij teveel hebben voldaan, zal het CAK overgegaan tot restitutie. Deze wijziging heeft geen effect op de hoogte van de zorgtoeslag. Deze wordt niet ten nadele van de verdragsgerechtigden gecorrigeerd.

Volgend jaar te verwachten

Behoudens goedkeuring door het parlement zullen de volgende veranderingen voor de verdragsgerechtigden doorwerken (voor toepassing van de woonlandfactor):

  • nominale premie ZVW: van 1290 Euro naar 1362 Euro in 2018;
  • lage iab-percentage ZVW: van 5,40 % naar 5,65% in 2018;
  • WLZ-premiepercentage : blijft gelijk op 9,65%.

25 Reacties

  1. Bericht van Fred Theuns, ontvangen via het VBNGB contactformulier
    Onderwerp: Woonlandfactor Duitsland over 2017 en 2018

    Sinds 20 november 2018 zijn de woonlandfactoren voor 2018 via de Staatscourant bekend gemaakt. Tot mijn grote verbazing zie ik dat deze voor Duitsland weer (vergelijkbaar met 2017) met 14 % stijgt naar 95,5%. Dit betekent dat in twee jaar tijd de verdragsbijdrage met meer dan 25 % is gestegen. (71 naar 95,5%).

    Met name de argumentatie voor de stijging over 2018 heeft mij zeer verbaasd. Hier wordt aangegeven dat de zorgkosten in Nederland relatief verlaagd zijn omdat een deel van de wlz (oude awbz) inmiddels naar de gemeenten zijn doorgeschoven. Hierdoor valt de vergelijking met Duitsland uiteraard zeer ongunstig uit.

    Voor België is dit blijkbaar niet het geval??? Ik krijg sterk de indruk dat hier appels en peren zijn vergeleken waarbij het CAK via een boekhoudkundige truc vele miljoenen voor niets kan ophalen zonder dat hier ook maar iets tegenover te stellen.

    Voor mij betekent dit inmiddels een toename van de kosten van meer dan 1800 € per jaar ten opzichte van 2016.

    Antwoord
  2. Ik mis Spanje in het lijstje van sterkste stijgers.
    Spanje is no 3 met 11.6%
    Toch fijn om te zien

    Antwoord
  3. En wat is hier evt. aan te doen?? Of is dit niet voor beroep vatbaar??

    Hoor het graag..mvrgr

    Antwoord
  4. De sterke stijging van de woonlandfactor voor Duitsland en diverse andere landen komt vooral doordat, met voor het eerst toepassing van het berekeningsjaar 2015, de noemer in de woonlandfactor sterk gedaald is m.i.v. 2015. Dit wordt veroorzaakt door de in 2015 ingevoerde beperking van het Nederlandse WLZ-pakket. Wel geldt bovendien dat, zij het al in het kalenderjaar 2015, ook het toegepaste WLZ-percentage flink verlaagd is. Dat geldt dus ook voor de zorgbijdrage aan CAK. In het algemeen wordt de hoogte van die zorgbijdrage meer beïnvloed door de ontwikkeling van de zorgkosten in het woonland dan van die in Nederland. Daarin zijn echter wel verschillen tussen alleenstaanden en paren, en naar inkomenshoogte.

    Antwoord
  5. Verbazing alom. Dat zorgkosten in Nederland relatief verlaagd zijn als gevolg het overhevelen deel wlz kosten naar gemeenten, wil toch niet zeggen dat deze kosten daadwerkelijk verlaagd zijn, ze zijn er toch nog steeds. Sterker, betalen zonder er recht op te hebben. De zorgkosten zijn in NL toch niet verlaagd maar juist gestegen, o.a. hogere premie, etc. of zie ik dat helemaal verkeerd. Waarom is de vergelijking met België en andere landen dan niet van toepassing daar gaat het toch om dezelfde verschuiving van wlz kosten.

    Is het overigens bekend dat in België geen 100% dekking ziekenhuis opname is. Daar is maar een maximale ziekenhuis dekking van 80% m.a.w. op eigen kosten de 20% bij verzekeren. Dan nog is er bij een ziekenhuis opname een eigen verplichte bijdrage. Denk aan extra,s van geneesheren.

    Laboratorium onderzoeken is meestal een bijbetaling van circa 35% verplicht. *Huisarts, *Tandarts met bij betalingen [remgelden].
    Jaarlijkse Mutaliteits bijdrage. Ook zijn de *Medicijnen duurder dan in Deutschland, circa 55% hoger.

    Zou het niet zo kunnen zijn dat de woonlandfactor België en Deutschland net anders om dient te zijn. [D 0,71 en B 0,95]

    Ik denk dat er gemeten wordt met twee maten of zoals eerder opgemerkt appels en peren vergelijking. Waar en door wie worden de woonland factoren berekend door het CAK?

    Is het een geheim? Het CAK heeft een miljoenen tekort en staan binnen de overheid onder curatele zelfs personeel wordt ontslagen. Misschien is daarom een boekhoudkundige truc nodig is.

    Deze misstanden moet toch iets aan gedaan worden. Hoe komt de woonlandfactor tot stand, gemiddelde zorgkosten van de landen, waar zijn die te vinden.

    Mvg.

    Antwoord
    • In antwoord op Wouter Boer.

      De bronnen voor de berekening van de woonlandfactor staan per woonland in de hier vermelde Staatscourant-publicatie, die elk jaar in november wordt uitgebracht. Dat zijn ofwel directe gegevens van het desbetreffende woonland (Bureau voor de Statistiek, Ministerie van Gezondheid, etc.) of Nota’s van de Rekencommissie AC van de Europese Commissie. Als er geen nieuwere gegevens van een woonland bekend zijn wordt de woonlandactor niet geactualiseerd. Zie bijv. Marokko dat al jaren dezelfde (lage) woonlandfactor heeft. De definitie van de woonlandfactor staat in dezelfde publicatie en verwijst naar de Regeling Zorgverzekering. Het gaat om de verhouding in gemiddelde wettelijke kosten voor zorg per verzekerde (woonland t.o.v. Nederland). Eigen bijdragen, en premies voor aanvullende verzekeringen horen daarin niet betrokken te worden. Tot heden is het twee keer gebleken dat een woonland onjuiste gegevens aanleverde. De laatste keer was bij Zweden (factor voor 2017). Een verdragsgerechtigde wonend in Zweden ontdekte dat en de VBNGB heeft hem op de achtergrond advies gegeven om dit te onderzoeken en aan te kaarten bij de woonland- en de Nederlandse autoriteiten. Achteraf dus gecorrigeerd. In het geval van Zweden was het een kwestie van het ten onrechte betrekken van gemeentelijke zorg (vergelijkbaar met WMO zorg in Nederland) in het begrip wettelijke zorg van Zweden.

      Er is dus reden sterke verhogingen van de woonlandfactor wantrouwend te bezien indien deze voortkomen uit structurele kostenstijgingen in een woonland, niet indien deze gevolg zijn van de regelmatige trend in de kostenstijging.

      Wat betreft de verschuiving van AWBZ/WLZ-zorg naar WMO zorg per 2015. Dat leidt niet alleen tot een hogere woonlandfactor (zij het met vertraging , dus pas in 2018 of bij sommige landen nog later), maar ook tot een drie procentpunten verlaagd WLZ-premiepercentage (namelijk naar 9,65%), wat dus al geschied is in 2015. In beginsel neutraliseren beide bewegingen elkaar min of meer voor de hoogte van de zorgbijdrage. Maar dit geldt slechts in globale zin: per huishoudenssituatie en inkomensgroep zijn er afwijkingen van die neutraliserende werking.

      Antwoord
  6. Schandalig dat de woonlandfactor voor Duitsland zoveel verhoogd is voor 2018.
    Waar blijft de compensatie voor AOW-ers?

    Antwoord
  7. Op de verhoging van de woonlandfactor.

    Voor in Frankrijk wonende buitenlands belastingplichtigen betekent dit een verhoging van maar liefst meer dan 12%.
    Voor ons beiden meer dan €1000.

    Waar is dat in hemelsnaam op gebaseerd? De tarieven voor medische zorg zijn hier nauwelijks gestegen.

    Lijkt wel een goed voorbeeld van ;”plukken waar je plukken kunt”.

    Wat kan hiertegen gedaan worden?

    Antwoord
  8. Als eerste aanzet voor zo’n onderzoek, dat toch het beste door een inwoner van Frankrijk kan worden gedaan, het volgende:
    1. de woonlandfactoren voor Frankrijk zijn voor 2016, 2017 en 2018: 0,7504, 08245 en 0,9262
    2. de gem. wettelijke zorgkosten per rechthebbende in Frankrijk (teller van de woonlandfactor) zijn voor die jaren resp.: 2577,90 (2012), 2879,70 (2014) en 2925,82 (2016) Euro. Tussen ( ) staan de berekeningsjaren. Voor de definitie zijn Vo987/2009, en de Besluiten S4 en (met name) S5 van de Administratieve Commissie EC van belang. Toetsing van de genoemde bedragen aan wat CLEISS publiceert is inderdaad van belang.

    Antwoord
    • Ik kijk met verbazing naar de enorme stijging van woonland factor voor Frankrijk over de jaren ’15’16’17 en ’18.
      ik zie in dit land nauwelijks een stijging van medische en zorg kosten, en dat terwijl de kosten voor zorg in ziekenhuizen en apotheek veel minder zijn dan in NL. De zorg is prima maar in Frankrijk wordt duidelijk veel minder geld uitgegeven aan de infra structuur! Het is maar waar je de prioriteit legt, zorg of mooie verf op de muur. En de huisarts gooit je er ook niet uit na 7,5 minuten. Wachtlijsten zijn er wel maar over het algemeen ook veel korter dan in NL.
      En laten we ook niet vergeten dat ofschoon er geen eigen risico is, de kosten per client voor zorg in welke vorm dan ook voor niet meer dan gem 70% worden vergoed (de rest kan bij verzekerd worden) en daar is geen maximum aan zoals bij het eigen risico!

      Het is te makkelijk voor een ondoorgrondelijke instantie als het CAK een percentage te bepalen dat mooi de tekorten in Nederland opheft. Is het ook niet raar om te constateren dat vrijwel alle landen in europa qua zorg duurder zijn geworden??? Want laten we eerlijk zijn, de kosten voor zorg aan de individu in Nederland zijn echt niet gezakt!
      We houden in Nederland van parlementaire enquetes, dus waarom niet éen om deze cijfers eens te checken!? Maar ja, hoe groot is de belangengroep? en de PvdA en hr klaver zijn veel te druk bezig met 2050….!
      In ieder normaal bedrijf zou er nu een audit plaatsvinden om de ruwe data en calculaties eens te checken. Moet een inwoner van bv frankrijk dat doen?? Zoals dat het geval was in Zweden!! beetje de omgekeerde wereld.

      Wij nederlanders in Frankrijk, en andere landen in Europa waar een dergelijke verhoging steeds maar toegepast wordt, moeten massaal protest aantekenen en eisen dat een controle van de “feiten” plaatsvind, en alle ruwe data en calcs openbaar worden gemaakt. Want volgens een senior medewerker van het CAK waarmee ik belde sluist frankrijk helemaal geen individuele zorg kosten voor de nederlander die hier wonen door!!

      Als dit gehoor vind dan stel ik voor een email account: bv zorgprotest@gmail.com te openen waarop we dan gezamenlijk onze klachten kunnen dumpen. Andere en meer efficiënte oplossingen en andere opbouwende adviezen zijn natuurlijk altijd welkom.

      p.oosterling
      Vaucluse

      Antwoord
      • Sluit me gaarne aan bij eventueel aanhangigeen zaak, hoewel ik in Duitsland woon

  9. Klopt het dat de veel hogere woonlandfactor voor het grootse deel te wijten is aan veel sterkere koers van de Zwitserse Frank ten opzichte van de Euro? Begin 2015 is de koers van de Zwitserse Frank t.o.v. de Euro gedaald van ongeveer 1.21 naar 1.05.
    Graag een reactie, bvd.

    Antwoord
    • De tellergevens voor de woonlandfactor voor Zwitserland zijn, in Euro uitgedrukt, 2383,84 (2014) en 2826,63( 2015)

      De vrij sterke stijging van deze teller verklaart mede de sterke stijging van de woonlandfactor naar 2018 (afgezien van de ontwikkeling
      in de noemer, dus de gem. zorgkosten in Nederland). Deze stijging van de teller is inderdaad sterker dan in voorgaande jaren. Hij kan niet veroorzaakt zijn door de daling van de wisselkoers van de Zwitserse Frank t.o.v. de Euro van 2014 op 2015, integendeel. Die verliep
      namelijk volgens de DNB als volgt: 2013 (1,2311), 2014 (1,2146) en 2015 (1,0679).

      Ik zie drie mogelijke verklaringen voor de sterke stijging van de teller in 2015:

      a) nawerking van de hogere wisselkoers van de jaren voor de zorgkosten van Zwitserland in 2015

      b) structurele prijsstijgingen in (delen van) het Zwitserse wettelijke zorgsysteem. Gezien het feit dat de publieke zorgkosten per capita volgens OECD, WHO e.d. van 2014 niet zo’n structuurbreuk kennen, is hiervoor wat minder te zeggen

      c) structurele uitbreidingen van het wettelijke zorgpakket van Zwitserland per 2015. Aanwijzingen daarvoor heb ik niet gevonden, maar
      dit vereist nader onderzoek.

      En de vierde verklaring zou dan nog kunnen zijn: administratieve fouten in de berekening van de teller. Dat vereist eveneens nader
      onderzoek op basis van onderliggende Zwitserse bronnen.

      Antwoord
      • Excuus voor mijn, naar nu blijkt, onjuiste betekenis die ik toekende van de daling van de waarde van de Zwitserse frank t.o.v. de Euro in 2015. Dat is inderdaad mede een belangrijke oorzaak, misschien wel de belangrijkste, van de stijging van de Zwitserse woonlandfactor van 2017 op 2018. Voor 2019 is deze woonlandfactor overigens weer gedaald: zie elders op deze site

  10. In 10 jaar is de woonlandfaktor voor duitsland totaal 11 a 12 % gestegen, wat OK is.

    Nu stijgt de woonlandfaktor voor duitsland in 2017 en 2018 in 2 jaar met meer dan 26 a 27 %. Dit is asociaal!

    Het kan onmogelijk met redelijke argumenten worden onderbouwd, daar de zorgkosten in Duitsland niet noemenswaardig zijn gestegen. Voor mij betekent dit een stijging van de maandelijkse zorgkosten van minimaal euro 125 per maand. Ik hou mijn hart vast voor de komende jaren en voel mij als 76 jarige Nederlander in Duitsland echt belazerd.

    Antwoord
  11. Er zit een structureel rechtsongelijkheid in de wijze van de berekening van de woonlandfactor tussen de verschillende landen en Nederland. Er wordt namelijk niet uitgegaan van hetzelfde jaar voor de vergelijking. Voor de vergelijking met Marokko wordt al jaren 2002 als vergelijkingsjaar gehanteerd waardoor het percentage voor Marokko al jarenlang op 12,5% blijft staan. Voor Tunesië is dit bijvoorbeeld al jaren 2006 met hetzelfde effect. Voor de vergelijking met Italië werd het jaar 2012 voor zowel 2015, 2016, 2017 en nu voor 2018 als vergelijkingsjaar genomen, waardoor het percentage al jaren op 55,69% blijft staan! Zo zijn er nogal wat landen waar voor de berekening van het woonlandfactor 2014 is genomen, waaronder België, Polen, Portugal en de UK, Terwijl voor de landen waar je nu ineens een grote verandering plaats ziet vinden zoals Duitsland, Frankrijk, Spanje en Zwitserland 2015 als vergelijkingsjaar wordt gehanteerd. Omdat er daarbij, mijn inziens onterecht, er een fictieve verlaging van de zorgkosten in 2015 door de stelselwijzing in NL heeft plaatsgevonden door verschuiving van kosten van de WLZ naar de gemeente, wordt de woonlandfactor voor alle Nederlanders wonende in een van de landen waar de vergelijking met 2015 wordt gemaakt ineens ongeveer 10% hoger alleen door deze gehanteerde methode!!! Zeer discutabel en een rechtsongelijkheid. Moraal van het verhaal is dat als een land zijn gegevens niet geactualiseerd aanlevert of het CAK deze niet navraagt zoals met Marokko of Tunesië dan veranderd de woonlandfactor niet!!!!!!!

    Antwoord
  12. Door ivm de WLZ een rekentruc te gebruiken door een gedeelte van deze kosten door te schuiven naar gemeenten, wil niet zeggen dat de totale kosten hierdoor minder zijn geworden. Een staaltje onbetrouwbare overheid die duidelijk en opzettelijk gepensioneerden ook in het buitenland weet te pakken.
    Woonlandfactor Duitsland 2011 0,7310 Nu 2018 0,9559 KASSA

    Antwoord
  13. Over 2016 was de aan mij doorberekende woonlandfactor in Duitsland 0,7407. Wij zijn Rentner. Begrijp ik iets niet?

    Antwoord
    • Ik had het inderdaad niet begrepen. Het is inderdaad zo hoog. Ik geloof nooit dat de ziektekosten in Duitsland zo fors zijn gestegen. Wij worden bedrogen.

      Antwoord
  14. Wat moet je betalen aan CAK als je in een ander land woont als in de lijst of hoef je dan helemaal niet meer te betalen?

    Antwoord
  15. De bovenstaande lijst betreft zogeheten verdragslanden die bij wonen daar aan gepensioneerden met (alleen) wettelijk pensioen uit Nederland recht op woonlandzorg (o.m.) biedt. Je moet dan een bijdrage aan het CAK betalen. In andere landen ben je niet verdragsgerechtigd ten laste van het CAK.

    Antwoord
  16. De hoge zorgbijdrage die betaald moet worden voor de zorg in Frankrijk is absurd hoog. De medicijnen zijn slechts 35% / 65% vergoed. Chirurgie 70/80% van de artsen in secteur 1, terwijl de meeste in secteur 2 werken. Bij een operatie en 10 dagen ziekenhuis kan dit duizenden Euros kosten. In NL heb je een beperkt eigen risico en weet je waar je aan toe bent? In Frankrijk is dit een enorm risico.
    Bijverzekeren voor een 70+ koppel kost als gauw 3.000 EUR per jaar en dan kun je nog niet naar de goede chirurg in secteur 2. Een koppel met 32.000 EUR pensioen per jaar betaald in Frankrijk met een bijverzekering zo’n 9000 EUR. Te gek voor woorden!
    Ik vind het schandalig wat wij aan Nederland moeten betalen voor de zorgwet. Het is zo erg dat wij erover denken om naar een ander land te verhuizen na 25 jaar Frankrijk. Ik noem dit zakken vullen. Honteux!

    Antwoord
  17. Ik heb mijn vraag over de woonlandfactor Duitsland ook meerdere keren voorgelegd aan VWS (via Rijksoverheid), zie onderstaande quote en daarop na veel reclames uiteindelijk een onsamenhangend antwoord gekregen. Geen antwoord gekregen op mijn vraag hoe ik hiertegen in beroep kan gaan. Heb ook nog contact gezocht met Euregio en Veg-eu.org maar ook die zeggen niets te kunnen doen.
    Quote:Vraag: Betreft rappel op onderstaande vraag. Ik moest van meneer erbij zetten dat hij er zeer verbolgen over is dat hij nog steeds geen reactie heeft ontvangen.
    E3485919 10/08/2018 07:41:05 1e contact
    E3487776 21/08/2018 12:09:37 1e rappel
    E3488187 23/08/2018 09:08:02 2e rappel
    T1854744 29/08/2018 10:15:51 3e rappel
    Oorspronkelijke vraag (E3485919): Van CAK begrepen dat door u de woonlandfactor voor zorgkosten wordt vastgesteld en zij enkel toepassen. Voor Duitsland, waar ik woon, is deze in 2018 t.o.v. 2016 met 29% gestegen. Ik vraag me af hoe u dit heeft vastgesteld en of ik daar bezwaar tegen kan maken. De zorgkosten in Duitsland zijn zeker niet navenant gestegen, die informatie heb ik van het AOK. Als ik verder kijk naar wat de woonlandfactor voor bv Marokko en Turkije is, zie ik ook zo’n groot verschil dat ik me afvraag of we hier niet gediscrimineerd worden?! E3487776 ontvangen op 21-08-2018, 1e rappel verstuurd op 22-08-2018 2e rappel verstuurd op 29-08-2018 door Gene Nützmann

    Opgesteld door: Tom Metselaars
    Op: 5-9-2018

    Ik hoop dat u er wel wat aan kunt gaan doen

    Antwoord
    • Zodra je de definitieve afrekening 2017 van het CAK ontvangt, bezwaar aantekenen tegen de vaststelling van de woonlandfactor en desnoods doorprocederen tot de rechter.
      Op basis van de WOB zullen ze je moeten verklaren op welke wijze en op basis van welke gegevens de woonlandfactor is vastgesteld.
      Blijkbaar zijn ze er zelf ook achter gekomen, dat ze onbetrouwbare gegevens hebben gebruikt, aangezien ze nu zijn overgestapt naar, iets minder onbetrouwbare, gegevens van het WHO.
      Ik neem aan dat de VBNGB als mede initiator van die woonlandfactor ellende ook nog wel actie zal ondernemen, aangezien ook de cijfers van het WHO niet deugen.

      Antwoord
      • Een beroep op de WOB is niet nodig. De herkomst van de gegevens staat elk jaar gewoon in de Staatscourant. Hoe de woonlanden de gemiddelde bedragen precies berekend hebben? Daar gaat Nederland niet over, en er wordt dan ook geen controle op uitgeoefend door Nederlandse instanties (VWS of CAK). Hoogstens bij sommige woonlanden door de Adm. Commissie van de EC. Precies hetzelfde geldt overigens voor de WHO cijfers: ook die worden via de WHO database als een gegeven van de woonlanden geaccepteerd door Nederland. Wie achter die cijfers wil gaan zoeken naar definitie en preciese berekening moet dus bij de instanties van de woonlanden zijn die die cijfers hebben gemaakt. Soms zijn dat misschien de nationale statistische bureaus, vaker echter ministeries van volksgezondheid of sociale zeken, of bepaalde onderzoeksbureaus. Misschien dat vergelijkbare WOB wetgeving in het woonland kan helpen om er achter te komen.
        In beroep gaan tegen de woonlandfactoren bij de Nederlandse rechter heeft geen zin. Dat is namelijk al herhaaldelijk afgewezen. In beroep gaan bij de rechter in het woonland ook niet, omdat het beschikken over de berekeningswijze van de teller in de woonlandfactor geen verplichting is die aan het woonland kan worden opgelegd door een verdragsgerechtigde.

Laat een reactie achter voor Louis van Hattem Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.