Op 13 september 2018 zal een delegatie van ons bestuur samen met een delegatie van de FANF (Fédération des Associations Néerlandaises en France) ontvangen worden door de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer. De bijeenkomst is gepland van 10.00 – 11.00 uur. De heer Pieter Omtzigt (CDA) zal ons ontvangen in het kader van […]
Deze pagina is afgesloten en alleen toegankelijk voor leden van de VBNGB
Een deel van deze website is afgesloten en alleen toegankelijk voor leden. Het bij elkaar brengen van relevante informatie kost inspanningen en geld. Zo ook deze website en het onderhouden er van. Een deel van de website houden wij vrij toegankelijk. Hier leest u wat vrij is en wat niet, en waarom.
Als u al lid bent kunt u hieronder inloggen. Bent u nog geen lid? Dan nodigen wij u uit om lid te worden, door het aanmeldformulier in te vullen.
C. Mollee zegt
In uw Factsheet regeling KBB schrijft u:
Belastingplichtigen die niet kwalificeren zijn vaak toch voor het grootste deel van hun inkomen onderworpen aan de hoge Nederlandse belastingtarieven. Wij zien deze regeling als onverantwoord. Het lijkt ons ook ondenkbaar dat voor een groep binnenlands belastingplichtigen in een klap de belastingvoordelen zouden zijn geschrapt.
Ook vele buitenlands belastingplichtigen lijkt het ondenkbaar dat in een klap de algemene heffingskorting niet meer wordt toegepast. Dit kan oplopen tot een BLIJVEND netto verlies van tot 215 euro per maand! Dit is geen liquiditeitsprobleempje gedurende enkel 2019. Het is een blijvende inkomensachteruitgang voor belastingplichtigen binnen de EU die niet kwalificeren.
In uw Factsheet Overgangsregeling voor (pensioen)emigranten pleit u voor een overgangsregeling als belastingverdragen worden opengebroken in het kader van het Nederlandse beleid om tot bronstaatheffing te komen. Echter, de gevolgen voor het niet meer toepassen van de heffingskorting(en) is geen “tientjes” kwestie. En het is ook geen uitvoeringskwestie, die in 2020 kan worden ongedaan gemaakt in “de” aangifte.
En dat niet-kwalificerende buitenlands belastingplichtigen geen “recht” meer hebben op heffingskorting is een regel die zonder veel tam-tam is ingevoerd zonder dat enig belastingverdrag is gewijzigd.
Graag zou ik willen, dat het Bestuur van de VBNGB de gevolgen van het niet meer toepassen van de heffingskorting door de SVB voor niet-kwalificerende buitenlands belastingplichtigen binnen de EU onder de aandacht brengt van de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer.
C. Mollee zegt
In uw Factsheet regeling KBB schrijft u:
“Belastingplichtigen die niet kwalificeren zijn vaak toch voor het grootste deel van hun inkomen onderworpen aan de hoge Nederlandse belastingtarieven. Wij zien deze regeling als onverantwoord. Het lijkt ons ook ondenkbaar dat voor een groep binnenlands belastingplichtigen in een klap de belastingvoordelen zouden zijn geschrapt.”
Ook vele andere niet kwalificerende buitenlands belastingplichtigen lijkt het ondenkbaar dat in een klap de heffingskorting niet meer door de SVCB wordt toegepast. Dit kan oplopen tot een BLIJVEND netto verlies van tot 215 euro per maand! Dit is geen liquiditeitsprobleempje gedurende enkel 2019. Het is een blijvende inkomensachteruitgang voor belastingplichtigen binnen de EU die niet kwalificeren.
In uw Factsheet Overgangsregeling voor (pensioen)emigranten pleit u voor een overgangsregeling als belastingverdragen worden opengebroken in het kader van het Nederlandse beleid om tot bronstaatheffing te komen. Echter, de gevolgen voor het niet meer toepassen van de heffingskorting(en) is geen nieuw belastingverdrag kwestie. En het is ook geen uitvoeringskwestie, die in 2020 kan worden ongedaan gemaakt in “de” aangifte.
De KBB-regel is zonder veel tam-tam is ingevoerd. De consequente uitvoering ervan laat zich eerst nu voelen: niet-kwalificerende buitenlands belastingplichtigen hebben geen “recht” meer op heffingskorting
Graag zou ik willen, dat het Bestuur van de VBNGB de gevolgen van het niet meer toepassen van de heffingskorting door de SVB voor niet-kwalificerende buitenlands belastingplichtigen binnen de EU onder de aandacht brengt van de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer.
Jan de Voogd zegt
Het klopt wel dat de afschaffing van toekenning van de heffingskorting per 1.1.2019 in de sfeer van de loonbelasting voor KBB’ ers bij aangifte ib ongedaan kan worden gemaakt: dwz bij aangifte kan het recht erop hard gemaakt worden (als je ook een inkomensverklaring van het woonland hebt).
Dat onder aandacht brengen van de gevolgen van invoering KBB is al gedaan bij die Commissie. En de discussie wordt met het Ministerie voortgezet. Overigens zijn de effecten van afschaffing van hyptotheekrenteaftrek en persoonsgebonden aftrek (dus voor de niet-KBB’er) vaak groter dan de niet-toekknning van de heffingskorting. Zie ook de factsheet KBB op deze site.
Jan de Voogd zegt
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum 14 januari 2019 Betreft Vragen van het lid Omtzigt (CDA) tijdens het AO Grensarbeid van 26 september jl.
Tijdens het algemeen overleg inzake de belasting- en sociale zekerheidspositie van grensarbeiders van 26 september jl. heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezegd een aantal vragen schriftelijk te beantwoorden. Graag kom ik aan die toezegging tegemoet.
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Medische Zorg en Sport, de antwoorden op de Kamervragen van het lid P. Omtzigt (CDA) zoals gesteld tijdens het algemeen overleg.
Vragen inzake de zorgpremies, woonlandfactor en werelddekking
Het Lid Omtzigt (CDA) heeft tijdens het overleg tevens een aantal vragen gesteld op het terrein van de minister van Medische Zorg en Sport. Deze vragen zien op de inzet van Nederland inzake de financiering van zorgpremies uit de algemene middelen bij de wijziging van Verordening 883/2004, het verzoek om de woonlandfactor openbaar te maken en een werelddekking voor verdragsgerechtigden.
Zorgpremies en financiering via de algemene middelen
Lidstaten zijn exclusief bevoegd ten aanzien van de wijze van financiering van hun socialezekerheidsstelsel. Wanneer je in een lidstaat woont die de zorg volledig financiert uit de algemene middelen, zoals het Verenigd Koninkrijk, dan betaal je via de algemene middelen mee aan het zorgstelsel. Indien je dan sociaal verzekerd bent in Nederland, ben je in Nederland daarnaast de nominale premie verschuldigd. Er wordt in dat geval zowel in de woonstaat (via de algemene middelen) als in de werkstaat (via premies sociale zekerheid) bijgedragen aan de zorg. Dit kan voor de betreffende persoon een nadeel opleveren. De CDA-fractie verneemt graag de inzet van Nederland bij de heronderhandeling van Verordening 883/2004 op dit punt.
Verordening 883/2004 coördineert de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten maar harmoniseert niet. De lidstaten zijn exclusief bevoegd ten aanzien van de inrichting van het nationale stelsel van sociale zekerheid. Dit betekent ook dat elke lidstaat zijn eigen keuze maakt over de wijze waarop het stelsel gefinancierd wordt. Sommige lidstaten kiezen voor een premiestelsel terwijl andere lidstaten kiezen voor financiering uit de algemene middelen, of een combinatie van beide.
De geschetste situatie komt voort uit het feit dat landen hun eigen keuzes kunnen en willen maken op het vlak van de financiering van sociale zekerheid. Dit kan voor premieplichtigen zowel tot voor- als nadelen leiden.
Verordening 883/2004 ziet uitsluitend op het terrein van de coördinatie van sociale zekerheid, en de daaraan verbonden premies. Verordening 883/2004 biedt geen grondslag voor een eventuele coördinatie van belastingheffing en sociale zekerheid. De onderhandelingen in de Raad over de huidige wijzigingen van Verordening 883/2004 zijn in juni afgerond. Er ligt een general agreement waarmee de triloog aangegaan wordt met het Europees Parlement. De inzet ten aanzien van de Verordening wordt besproken in de AO Europese Raad van de Vaste Kamercommissie van SZW.