SZW: Rapport Beleidsdoorlichting oudedagsvoorziening

dec 20, 2019

Zie dit rapport van SZW: Beleidsdoorlichting artikel 8 Oudedagsvoorziening, december 2019

 

4.2 Internationaal

De AOW kan worden geëxporteerd naar het buitenland. In landen waarmee geen sociaalzekerheidsverdrag is gesloten waarin de handhaving is geregeld, ontvangt de alleenstaande AOW-gerechtigde slechts 50% van het netto referentieminimumloon (gehuwdennorm). In deze landen is het niet mogelijk om 70% van het netto referentieminimumloon te ontvangen. Er kan namelijk niet worden gecontroleerd of iemand alleenstaand of gehuwd is.

Het aandeel AOW-gerechtigden dat in het buitenland woont, is over de afgelopen jaren stabiel gebleven. Rond de 10% van de AOW-gerechtigden woont in het buitenland.

Figuur 4.7 Aandeel AOW gerechtigden in het buitenland (ultimo jaar)

 

Van de AOW-gerechtigden in het buitenland woont het grootste gedeelte in een land dat valt onder werkingssfeer van EG verordening 883/2004 (coördinatieverordening) of een land waarmee een verdrag is gesloten waarin de handhaving is geregeld en op basis waarvan de AOW dus volledig kan worden geëxporteerd. Slechts in 3.503 gevallen (0,1% van het totaal) woont de AOW-gerechtigde in een land waar ook aan een alleenstaande 50% van het nettominimumloon wordt uitgekeerd.

Figuur 4.8 AOW-gerechtigden naar woonland (ultimo 2018)

Van de AOW-gerechtigden die in het buitenland wonen, woont het grootste gedeelte in België, gevolgd door Duitsland en Spanje.

Lees verder: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/12/20/beleidsdoorlichting-artikel-8-oudedagsvoorziening

4 Reacties

  1. en ook:

    De koopkracht van de AOW-uitkering blijft door de koppeling aan het minimumloon geborgd… In paragraaf 5.2 is geconcludeerd dat de AOW-uitkering de afgelopen jaren steeds is meegegroeid met de contractlonen, waardoor de relatieve welvaartspositie van de AOW-uitkering ten opzichte van het minimumloon en de gemiddelde contractloonstijging is geborgd. Hiermee is de basis van het pensioenstelsel op orde gebleven.
    …maar pensioenfondsen kunnen al een aantal jaar de aanvullend pensioenen niet meer indexeren Waar de vervangingswaarde van de pensioenen dus, ook internationaal bezien, hoog is, is een groot deel van de pensioenfondsen sinds het begin van de crisis niet in staat geweest om de pensioenuitkeringen en -aanspraken jaarlijks (volledig) te indexeren doordat de financiële posities van de pensioenfondsen onder het hiervoor wettelijke vereiste lagen.36 Het beeld tussen fondsen is divers: bijgewerkt tot en met 2018 rapporteren pensioenfondsen ABP, PMT en bpfBOUW een cumulatieve indexatieachterstand van respectievelijk 15,8%, 16,4% en 9,2% sinds 2009.37 De overige pensioenfondsen uit de top-5 qua omvang (PFZW en PME) publiceren hierover geen gegevens. Hier staat tegenover dat er ook sprake is van pensioenfondsen die sinds 2009 volledig hebben geïndexeerd.
    Het niet kunnen indexeren van pensioenuitkeringen en -aanspraken zet druk op de koopkracht van huidige gepensioneerden en de toekomstige bestedingsmogelijkheden van de huidige werkenden. Dit effect is groter naarmate sprake is van meer aanvullend pensioen. Bij een laag aanvullend pensioen is de koopkrachtontwikkeling meer afhankelijk van de ontwikkeling van de AOW-uitkering, die tweejaarlijks geïndexeerd wordt met de ontwikkeling van het minimumloon.

    Antwoord
  2. Uit de bijbehorende Kamerbrief:
    In de beleidsdoorlichting zijn enkele beleidsvarianten beschreven die de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zouden kunnen vergroten. Ook zijn er beleidsopties beschreven voor het geval er significant minder budget beschikbaar is. In dit kader zijn er onder meer varianten beschreven waarmee de hoogte van de AOW richting het niveau van het sociaal minimum wordt gebracht en waarmee de AOW wordt geïndividualiseerd. Het kabinet ziet geen aanleiding om buiten de jaarlijkse indexatie, aanpassingen te doen in de hoogte van de AOW.
    In de beleidsdoorlichting wordt geconstateerd dat het stelsel van leefvormen in de AOW complex is. Het stelsel is gegroeid vanuit de situatie waarin het huwelijk en het kostwinnersmodel de norm waren. In de loop der tijd zijn mede als gevolg van de individualisering in de maatschappij in de regelgeving steeds meer uitzonderingen aangebracht. Dit heeft ertoe geleid dat de huidige regels niet altijd aansluiten bij de beleving van burgers, dat er onderscheid wordt gemaakt tussen gehuwden en ongehuwden en dat het stelsel kan leiden tot inconsistente uitkomsten. In de beleidsopties zijn varianten (kostendelersnorm, meerpersoonshuishoudens en duurzaam gescheiden leven) opgenomen die deels een oplossing bieden voor een aantal geconstateerde problemen.
    De beleidsvarianten die zijn beschreven in de beleidsdoorlichting laten zien dat aanpassingen in de wijze waarop in de AOW wordt omgegaan met de verschillende leefvormen, waarvan individualisering van de AOW de meest vergaande vereenvoudiging betekent, forse inkomenseffecten tot gevolg hebben. Ook is de mate waarin de uitkomst van regels rond leefvormen voor de AOW-hoogte als redelijk of gewenst worden ervaren mede afhankelijk van de samenstelling en de onderlinge relatie tussen de verschillende leden van het huishouden. Het is daarom complex om het stelsel van leefvormen zo aan te passen dat het stelsel vereenvoudigd wordt, maar daarmee niet leidt tot weer nieuwe ongewenste uitkomsten. De beleidsdoorlichting geeft echter voldoende aanleiding om te willen onderzoeken of er op dit terrein vereenvoudigingen en verbeteringen te behalen zijn.
    Het kabinet kiest er dan ook voor om een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden die er zijn om het stelsel van leefvormen fundamenteel te vereenvoudigen en te moderniseren om tot een oplossing van de geconstateerde knelpunten te komen. In deze verkenning zal onderzocht worden welke verschillende opties mogelijk zijn om het stelsel van leefvormen voor de burger begrijpelijk en voor de uitvoering eenvoudiger vorm te geven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gekeken of het tot een verbetering leidt als het huwelijk als uitgangspunt voor het stelsel los wordt gelaten en het wonen op hetzelfde adres, ongeacht de onderlinge relatie, bepaalt wie tot het huishouden behoort. Bij de verkenning zal ook betrokken worden of de opties verschillend uitpakken voor mannen en vrouwen.
    In de beleidsdoorlichting is geconstateerd dat, doordat bij de afschaffing van de partnertoeslag de keuze is gemaakt om geen rekening te houden met het geboortejaar van de jongere partner, de situatie is ontstaan dat er verschillende verwachtingen zijn ten aanzien van arbeidsparticipatie ten opzichte van mensen in dezelfde leeftijdsgroep. Het kabinet streeft naar economische zelfstandigheid van iedereen. De economische zelfstandigheid van vrouwen stijgt, maar nog steeds is een substantieel deel van de vrouwen (mede) afhankelijk van het inkomen van de partner. De beslissing om maatregelen te nemen op het terrein van de partnertoeslag worden aan het volgende kabinet gelaten.

    Tot slot wordt in de beleidsdoorlichting al aangegeven dat de AOWleeftijdsverhoging nog maar een beperkte tijd werking heeft en mogelijk nog niet alle effecten volledig zichtbaar zijn. In het kader van het pensioenakkoord wordt het tempo van de AOW-leeftijdsverhoging aangepast, maar de leeftijd waarop mensen AOW-gerechtigd worden zal in de komende jaren verder toenemen. Het kabinet vindt het belangrijk om goed zicht te blijven houden op de effecten die dit heeft. Daarom zal de monitor AOW-leeftijdsverhoging zoals ten behoeve van de beleidsdoorlichting is uitgevoerd de komende jaren worden herhaald.

    Antwoord
  3. The Philippines Looks cheap. But food and energy and wifi is expensive. No subsidies
    NL takes now about 10 % tax of my AOW.

    Antwoord
  4. Jullie moeten er gewoon voor zorgen dat mensen die van een AOW met of zonder pensioen moeten leven ook zonder zorgen kunnen leven, ze hebben hun hele leven hard gewerkt, na de oorlog hebben ze dit land weer opgebouwd nu zijn ze oud en willen zonder zorgen kunnen leven, dus boodschappen kunnen doen in de winkel en kunnen kopen wat ze nodig hebben maar dat kunnen ze niet want de zorgkosten zijn hoog en lang niet alles wordt vergoed, ze hebben het nodig voor hun gezondheid maar het is niet te betalen, die mensen komen bij de voedselbanken terecht, want de pensioen (het spaarfonds) betaald ook niet meer uit, destijds werd er van alles beloofd sparen voor je pensioen, nu noemen ze het uitgesteld salaris! Op houden met ouderen te belazeren geef ze waar ze recht op hebben en kom niet met die smoesjes van dan is er niks voor de jongeren, bull shit, wij betaald het pensioen van onze ouders, onze kinderen nu die van ons en bovendien we hebben zelf al heel veel gespaard in de pensioenfondsen, sparen deden we en komen ze met allerlei smoesjes om ons te laten denken dat er niks meer is, pensioenfondsen barsten van het geld, ons geld! en wij ouderen willen ons recht dus ons gespaarde geld.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.