Het Hof van Cassatie heeft in het arrest van 4 februari 2016 het cassatieberoep van de heer Harkx verworpen.
Het Hof gaat uit van de stelling dat een AOW-uitkering verband houdt met de beroepswerkzaamheid van de genieter in de zin van artikel 34, § 1, 1° WIB/92 indien de genieter een beroepswerkzaamheid in Nederland heeft verricht en tot de financiering van de AOW heeft bijgedragen door middel van een premie die wordt ingehouden op het loon of een premie heeft betaald die onder meer werd geheven op het beroepsinkomen.
Het Hof besluit dat de appelrechters hun beslissing naar recht hebben verantwoord door te beslissen dat de AOW-uitkering verband houdt met de beroepswerkzaamheid die door u in Nederland werd uitgeoefend. Door deze uitspraak is het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 21 mei 2013 nu definitief geworden. Het gevolg zal zijn dat in veel gevallen de Rechtbanken van Eerste Aanleg en de Hoven van Beroep deze lijn zullen gaan volgen.
Lees hier de voorgeschiedenis van deze zaak op NBU.be. Een nader commentaar van Wim Harkx vindt u in de volgende video:
0 reacties