Selecteer een pagina

Deze pagina bevat verouderde informatie.

Kabinetsreactie belastingheffing box 3 op basis van werkelijk rendement

apr 16, 2019

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum 15 april 2019

Betreft Kabinetsreactie box 3 op basis van werkelijk rendement

Geachte voorzitter,

In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ heeft dit kabinet opgenomen dat in de vermogensrendementsheffing (box 3) sneller wordt aangesloten op het werkelijke rendement van spaartegoeden en dat het heffingvrije vermogen wordt verhoogd. Het kabinet heeft deze maatregelen met het Belastingplan 2018 gerealiseerd. Daarnaast is in het regeerakkoord opgenomen dat er een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement zal worden uitgewerkt. Met deze brief beschrijf ik het proces tot nu toe, de voorlopige conclusie, ga ik in op het vervolgtraject en schets ik enige conceptuele varianten.

(…)

Het kabinet vindt het van belang dat de vermogensrendementsheffing zoveel mogelijk aan een aantal uitgangspunten voldoet. Het gaat daarbij om de aansluiting bij het gevoel van rechtvaardigheid en de draagkracht van de belastingbetaler, dat de belastingbetaler niet wordt opgezadeld met hoge administratieve lasten, dat het stelsel een brede heffingsgrondslag heeft die voldoende robuust is tegen belastingontwijking en dat het goed uitvoerbaar is.

Voorlopige conclusie Op basis van de Voortgangsrapportage en het Keuzedocument box 3 komt het kabinet tot de conclusie dat een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement niet kan voldoen aan alle hiervoor genoemde uitgangspunten. Een overgang naar een stelsel op basis van werkelijk rendement is daarom op korte of middellange termijn alleen denkbaar als er concessies worden gedaan op een of meerdere van de uitgangspunten, namelijk het aantal belastingplichtigen (en daarmee de reikwijdte van de grondslag), de vooringevulde aangifte, de mogelijkheden tot het tegengaan van belastingontwijking of de stabiliteit en omvang van de belastinginkomsten. Op deze concessies en uitgangspunten ga ik verderop in deze brief nader in.

(…)

Vervolgtraject

Het kabinet is zich ervan bewust dat er een brede wens is tot een verdere uitwerking van een stelsel op basis van werkelijk rendement. In het onderzoek naar bouwstenen voor verbeteringen van het belastingstelsel zal dan ook aandacht zijn voor het belasten van vermogen in brede zin, waarbij naast het vermogen in box 3 ook vermogen in andere belastingen, zoals onroerende zaken en ondernemingsvermogen in box 1 en box 2 worden betrokken. Omdat het verder uitwerken van een stelsel op basis van werkelijk rendement concessies en daarmee fundamentele keuzes vergt, met potentieel verregaande gevolgen voor de begroting en mogelijk de boxen van de inkomstenbelasting overstijgt, wil ik daarom in het bouwstenentraject meer fundamentele beleidsopties laten uitwerken op dit terrein, mede in samenhang met ander vermogen en andere vermogensinkomsten.

Ook zal ik een versneld deelonderzoek laten uitvoeren naar opties om specifiek belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld tegemoet te komen. In dit deelonderzoek komt bijvoorbeeld de op pagina 5 van deze brief opgenomen conceptuele variant ‘Belasten werkelijk spaarrendement’ aan de orde. Ik verwacht dit deelonderzoek op Prinsjesdag aan uw Kamer te sturen.

(…)

Tot slot Gezien de complexiteit en de verregaande gevolgen van een vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement voor burgers, financiële instellingen en de Belastingdienst, zou een stelsel op basis van werkelijk rendement ten koste gaan van elementen die het kabinet ook belangrijk vindt, zoals de vooringevulde aangifte, met de mede als gevolg daarvan lage administratieve lasten voor burgers, de eenvoud van het huidige stelsel en de reikwijdte van de grondslag.

Dit laat onverlet dat het kabinet de wens van een heffing op basis van werkelijk rendement begrijpt. Gezien de concessies die nodig zijn voor een heffing op basis van werkelijk rendement op het terrein van eenvoud, begrijpelijkheid, uitstelmogelijkheden, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, vindt het kabinet het van belang dat een overgang naar een heffing op basis van werkelijk rendement kan rekenen op een zo groot mogelijk maatschappelijk en politiek draagvlak. Om die reden laat het kabinet in het onderzoek naar bouwstenen voor stelselverbeteringen meer fundamentele beleidsopties uitwerken op het terrein van de vermogensrendementsheffing, mede in samenhang met ander vermogen en andere vermogensinkomsten en gaat het kabinet op basis van deze beleidsopties graag met uw Kamer in gesprek.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën

lees verdere details (vooral overwegingen) op:

https://www.taxlive.nl/nl/documenten/vn-vandaag/meer-onderzoek-nodig-naar-box-3-heffing-op-basis-van-werkelijk-rendement/

4 Reacties

  1. Vóór staatssecretaris Vermeend had NL toch belasting naar werkelijk rendement?
    Maar goed, hoe ingewikkeld het kan worden zien we in Duitsland: Bijvoorbeeld beleggingsfondsen moeten elk jaar, tot vier cijfers achter de komma nauwkeurig, allerlei verschillende soorten rendement opgeven. Omdat die ook verschillend belast worden. De administratieve last ligt echter bij de fondsen en banken, niet bij de burger.

    Wat betreft de vooringevulde aangifte: dat is voor de burger niet makkelijker want elk getal moet deze controleren omdat de verantwoordelijkheid ook bij de burger ligt. Dan is zelf invullen toch makkelijker.

    Antwoord
  2. Wat al sluimerend in de lucht hing, lijkt bewaarheid te gaan worden. Door goed tussen de regels door te lezen van hetgeen de staatssecretaris schrijft, komt de volgende (nieuwe vorm van) belastingheffing in beeld.
    De stelling in de brief van de staatssecretaris “…zal dan ook aandacht zijn voor het belasten van vermogen in brede zin, waarbij naast het vermogen in box 3 ook vermogen in andere belastingen, zoals onroerende zaken …. worden betrokken”. Voorts stelt hij “… laat het kabinet in het onderzoek naar bouwstenen voor stelselverbeteringen meer fundamentele beleidsopties uitwerken op het terrein van de vermogensrendementsheffing, mede in samenhang met ander vermogen … “.
    Alles wijst erop dat de (over)waarde van de eigen woning straks als vermogen wordt gezien, waarover dan vermogensbelasting “mag” worden betaald. Hierop werd de laatste jaren al duidelijk aangestuurd. Het is niet voor niets dat continue gepropageerd werd om, met het laag renderende spaargeld, de hypotheek op de woning af te lossen. Zowel de regering als banken stuurden hierop aan. Ook het beperken van de mogelijkheid van een aflossingsvrije hypotheek paste in dit kader.
    Werd ons vroeger voorgehouden dat een eigenwoning een goede pensioenvoorziening is, lijkt het ook het af te stevenen naar een prachtige extra inkomstenbron voor de belasting.

    Antwoord
    • De discussie over afschaffing van de hypotheekrenteaftrek en overbrengen van de waarde van de woning naar box 3 speelt al langer. Af te wachten is waarmee het kabinet zal komen, al is niet te verwachten dat in deze kabinetsperiode nog fundamentele veranderingen in hiervoor genoemde zin zullen worden voorgesteld.
      Van belang is voorts of bij zo’n afschaffing van de hypotheekrenteaftrek er sprake zal zijn van samengaan met een algehele verlaging van de belastingtarieven (in box 1) of een andere wijze van vormgeving zal worden voorgestaan.
      Voor mensen die buiten Nederland wonen heeft het inkomen uit eigen woning in Nederland slechts een beperkte betekenis in bepaalde gevallen (uitzend- en verhuisregeling in het bijzonder, zie elders op de site). Voor zo ver men als buitenlands belastingplichtige voor het overige onroerend goed in Nederland heeft wordt de studie die het kabinet aan het doen is nog wel interessant indien dat in de toekomst zou leiden tot aanpassing van de wijze van heffing in box 3. Het lijkt er echter niet op dat dit kabinet (terug) wil naar een heffing op basis van werkelijk rendement op vermogen (het wordt administratief voor de belastingdienst te belastend geacht).

      Waarschijnlijk zal Nederlands ondernemingsvermogen(met en zonder onroerend goed) in de bezinning van het kabinet ook een rol spelen.

      Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.