“De belastingvrijstelling voor spaarboekjes in ons land heeft de voorbije decennia al meermaals onder Europees vuur gelegen. De discriminatie van buitenlandse spaarboekjes is bovendien al twee keer veroordeeld door het EU-Hof van Justitie. Maar de fiscus houdt vast aan de eigen regels”
Lees verder op:
https://www.tijd.be/dossier/europareeks/europa-heropent-jacht-op-fiscaal-voordeel-spaarboekje/10262140.html Ook voor nog twee andere vormen van Belgische discriminatie in de fiscale sfeer.
De informatie van de Europese Commissie kunt u vinden via de link: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/EN/IP_20_1897
Beroep ingesteld op 19 november 2019 – Europese Commissie/Koninkrijk België
(Zaak C-842/19)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: W. Roels, A. Armenia, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk België
Conclusies
vaststellen dat het Koninkrijk België, door niet alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het arrest van 12 april 2018, Commissie/België, C-110/17, de verplichtingen niet is nagekomen die krachtens artikel 260, lid 1, VWEU op hem rusten;
het Koninkrijk België veroordelen tot betaling van een dwangsom van 22 076,55 EUR per dag vertraging in de uitvoering van het arrest in voorgenoemde zaak C-110/17, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak tot en met de datum van de uitvoering van het arrest in voorgenoemde zaak C-110/17, te betalen op een rekening die de Commissie zal meedelen;
het Koninkrijk België veroordelen tot betaling van een forfaitair minimumbedrag van 2 029 000 EUR of, indien dit minimumbedrag wordt overschreden, een forfaitair bedrag van 4 905,90 EUR per dag, te betalen vanaf de dag van uitspraak van het arrest in voorgenoemde zaak C-110/17 tot en met de dag van uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak of tot en met de dag van de uitvoering van het arrest in voorgenoemde zaak C-110/17, indien deze datum eerder valt, te betalen op een rekening die de Commissie zal meedelen.
het Koninkrijk België verwijzen in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
Met haar beroep klaagt de Commissie dat het Koninkrijk België heeft nagelaten de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het arrest van het Hof van 12 april 2018.
Het dictum van C-110/17 luidde: Het Hof (Zesde kamer) verklaart:
1) Het Koninkrijk België is zijn verplichtingen krachtens artikel 63 VWEU en artikel 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 niet nagekomen, doordat het bepalingen heeft gehandhaafd volgens welke, voor de raming van de inkomsten betreffende onroerende goederen die niet worden verhuurd, dan wel worden verhuurd aan ofwel natuurlijke personen die de betrokken goederen niet voor hun beroep gebruiken, ofwel rechtspersonen die deze goederen ter beschikking stellen van natuurlijke personen voor particuliere doeleinden, de belastbare grondslag wordt berekend op basis van de kadastrale waarde voor de onroerende goederen die op het nationale grondgebied zijn gelegen, en op basis van de reële huurwaarde voor die welke in het buitenland zijn gelegen.
2 ) (…)
zie dit bericht over recent door België genomen maatregelen om fiscale discriminatie tegen te gaan:
https://www.taxlive.nl/nl/documenten/nieuws/belgische-fiscus-elimineert-ongelijke-fiscale-behandeling-vastgoed/