Selecteer een pagina

Onderhandelingen belastingverdragen met België en Duitsland

dec 3, 2020

Datum: 27 november 2020
Betreft: Aanbiedingsbrief bij verslag van een schriftelijk overleg inzake de brief fiscale moties en toezeggingen

 

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG INZAKE DE BRIEF FISCALE MOTIES EN TOEZEGGINGEN

II Reactie staatssecretaris, daaruit:

De leden van de fractie van de PVV vragen naar de voortgang van de onderhandelingen over de belastingverdragen met België en Duitsland.

Met Duitsland zijn de onderhandelingen over een wijzigingsprotocol in een vergevorderd stadium. Als de huidige voortgang zich voortzet, zal dit wijzigingsprotocol naar verwachting per 1 januari 2022 van toepassing kunnen zijn. De onderhandelingen over een nieuw belastingverdrag met België lopen al geruime tijd. Vanwege de demissionaire status van de Belgische regering in het recente verleden hebben de onderhandelingen enige tijd stilgelegen. Nu er in België een nieuwe regering gevormd is, kunnen de onderhandelingen weer opgepakt worden. Zoals hiervoor opgemerkt, spreek ik nog dit jaar met de Belgische Minister van Financiën over het belastingverdrag. Ik kan geen uitspraken doen over wanneer een nieuw belastingverdrag naar verwachting van toepassing zal worden.

J.A. Vijlbrief

Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst

6 Reacties

  1. …ik zou graag weten wat die veranderingen in het Duitse wijzigingsprotocol inhouden; 1 jan. 2022 is nog maar 13 maanden weg!!
    DWtV, Bad Zwischenahn

    Antwoord
    • Taxlive.nl meldt het volgende daarover:
      Met Duitsland zijn de onderhandelingen over een wijzigingsprotocol in een vergevorderd stadium. Als de huidige voortgang zich voortzet, kan dit wijzigingsprotocol naar verwachting per 1 januari 2022 van toepassing zijn. De onderhandelingen over een nieuw belastingverdrag met België lopen al geruime tijd. Nu er in België een nieuwe regering gevormd is, kunnen de onderhandelingen weer opgepakt worden.

      Lees verder op: https://www.taxlive.nl/nl/documenten/vn-vandaag/status-onderhandelingen-belastingverdragen-met-belgi%C3%AB-en-duitsland/

      Antwoord
      • Dank, dus dit lijkt niet interessant voor NL gepensioneerden wonende in DE. Zouden deze nieuwe DE/NL onderhandelingen een mogelijkheid zijn om aan onze grieven tegemoet te komen m.b.t. de extra NL belasting-inning uit de vorige ronde DE/NL overeenkomst die per 1.1.2016 is ingegaan? Ligt hier een mogelijk (NL/EU harmonisatie) actie-punt voor VBNGB?

      • Dat zit er niet in. Over het belastingverdrag is 15 jaar onderhandeld en het resultaat is nog twee jaar punt van discussie geweest bij onze volksvertegenwoordiging, waarbij de behandeling van Nederlandse bedrijfspensioenen onderwerp van gesprek was. Ook een protest bij de EU bleef zonder resultaat. Deze nieuwe onderhandelingen gaan slechts over het genoemde detail.

  2. B. TEKST
    Op 24 maart 2021 is te ‘s-Gravenhage een wijzigingsprotocol inzake het Verdrag, zoals gewijzigd door het Protocol van 11 januari 2016, tot stand gekomen. De Nederlandse en de Duitse tekst van het wijzigingsprotocol luiden als volgt:

    Protocol tot wijziging van het Verdrag van 12 april 2012 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen zoals gewijzigd door het Protocol van 11 januari 2016
    Daaruit:
    Artikel IV
    Artikel 17 van het Verdrag wordt vervangen door het volgende artikel:
    „Artikel 17 Pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen
    • 1.Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 18, tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een verdragsluitende staat alsmede lijfrenten betaald aan een inwoner van een verdragsluitende staat slechts in die staat belastbaar. Pensioenen en andere uitkeringen betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat aan een inwoner van de andere verdragsluitende staat zijn slechts in die andere staat belastbaar.
    • 2.Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid, mag een pensioen of andere soortgelijke beloning, alsmede een lijfrente of een pensioen betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat (socialezekerheidspensioen) ook worden belast in de verdragsluitende staat waaruit het of deze afkomstig is, in overeenstemming met de wetgeving van die staat, indien het totale brutobedrag ervan in enig kalenderjaar de som van 15.000 euro te boven gaat.
    • 3.Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, mag een uitkering betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat, niet zijnde een socialezekerheidspensioen, ook in die staat worden belast.
    • 4.Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, indien dit pensioen of deze andere soortgelijke beloning, alsmede een lijfrente of socialezekerheidspensioen geen periodiek karakter draagt, kunnen deze inkomsten ook worden belast in de verdragsluitende staat waaruit deze afkomstig zijn.
    • 5.Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede, derde en vierde lid, mogen periodieke en niet-periodieke betalingen gedaan door een van de verdragsluitende staten of een staatkundig onderdeel daarvan aan een inwoner van de andere verdragsluitende staat als schadevergoeding wegens politieke vervolging of wegens een verwonding of schade ten gevolge van oorlog (met inbegrip van restitutiebetalingen) of van militaire of vervangende civiele dienst, een misdrijf, vaccinatie of soortgelijke omstandigheid uitsluitend worden belast in de eerstgenoemde staat.
    • 6.Een pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente wordt geacht afkomstig te zijn uit een verdragsluitende staat voor zover de met het pensioen of de andere soortgelijke beloning of lijfrente samenhangende bijdragen of betalingen, dan wel de aanspraken op dit pensioen of deze andere soortgelijke beloning of lijfrente in die staat in aanmerking zijn gekomen voor een fiscale faciliëring. De overdracht van een pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente van een in een verdragsluitende staat gevestigd pensioenfonds of aldaar gevestigde verzekeringsmaatschappij aan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij gevestigd in een andere staat beperkt op geen enkele wijze de heffingsrechten van de staat genoemd in de voorgaande volzin.
    • 7.De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid. Zij beslissen tevens welke informatie de inwoner van een verdragsluitende staat ten behoeve van de juiste toepassing van het Verdrag in de andere verdragsluitende staat moet overleggen, met name om te kunnen vaststellen of voldaan is aan de voorwaarde als bedoeld in het tweede lid.
    • 8.Onder de term „lijfrente” wordt verstaan:
    o a.wat Nederland betreft: een lijfrente zoals genoemd in de Nederlandse belastingwetgeving, waarvan de uitkeringen deel uitmaken van het belastbaar inkomen uit werk en woning;
    o b.wat de Bondsrepubliek Duitsland betreft: een vaste som, periodiek betaalbaar op vaste tijdstippen, hetzij gedurende het leven, hetzij gedurende een vastgesteld of voor vaststelling vatbaar tijdvak, ingevolge een verbintenis tot het doen van betalingen, welke tegenover een voldoende en volledige tegenprestatie in geld of geldswaarde staat.”

    Antwoord
  3. Datum 10 augustus 2021
    Betreft Beslissing op uw Wob-verzoek inzake het
    Belastingverdrag Nederland-Duitsland ondertekend in
    2012
    Geachte
    In uw brief van 24 mei 2021, ontvangen op 26 mei 2021, heeft u met een beroep
    op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzocht om informatie over
    het Belastingverdrag Nederland-Duitsland ondertekend in 2012. U vraagt
    specifiek om documenten waarop de bijlage van Kamerstuk 33615, nr. 5 (Bijlage
    266255) is gebaseerd.
    (….)
    Besluit
    Ik besluit het door u gevraagde document, namelijk de “Berekening gevolgen
    inwerkingtreding Verdrag met Duitsland 2012 voor gepensioneerden” van 17 april
    2013 gedeeltelijk openbaar te maken

    DE MINISTER VAN FINANCIEN,
    namens deze,
    mr. drs. M.A.A. di Bucchianico
    Hoofd Publiekrecht/De plv. Directeur Juridische Zaken

    Uit de bijlage: Berekening gevolgen inwerkingtreding Verdrag met Duitsland 2012 voor gepensioneerden.
    Van: (team GWO) en (KG IBR IB niet-winst/LB)
    Datum: 17 april 2013 – Vervolg X mei 2012
    Algemene gegevens:
    Belastingjaar 2012 (nationale wetgeving 2012 toegepast)
    2012 is jaar eerste uitkering pensioenen
    Status: alleenstaand
    Leeftijd: 65 jaar
    Inkomen uitsluitend: sociaal zekerheidspensioen + bedrijfspensioen
    Twee situaties: 1. Inwoner Duitsland met Nederlands pensioen (1a. geen gebruik keuzerecht, 2b. wel gebruik keuzerecht) 2. Inwoner Nederland met Duits
    pensioen of dubbelgepensioneerd.
    Per situatie twee berekeningen a. verdrag 1959 van toepassing en b. verdrag 2012 van toepassing. (Het grensarbeidersprotocol is voor toepassing verdrag
    1959 niet van toepassing.)
    Sociaal verzekerd in woonland, maar zorgpremies in andere land (bronstaat). Voor inwoner Duitsland betekent dat dat aan CVZ-zorgbijdrage verschuldigd is.
    Voor inwoner Nederland betekent dat dat in Nederland AnW-premie verschuldigd is en in Duitsland de zorgbijdrage. Bij dubbelgepensioneerden is men in
    Nederland sociaal verzekerd.

    J de Voogd: hierna volgt een aantal tabellen met de uitkomsten van de berekeningen per casus. Lees het document voor de details van de berekeningen op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2021/08/10/besluit-op-wob-verzoek-inzake-belastingverdrag-nederland-duitsland

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.

Blijf op de hoogte

Ontvang een e-mail wanneer er nieuwe berichten online staan.

Factsheet