Selecteer een pagina

SZW: Verkenning leefvormen in de AOW

apr 7, 2021

Verkenning leefvormen in de AOW

daaruit:

Eindconclusie

In dit rapport is onderzocht wat de mogelijkheden zijn om het stelsel van leefvormen in de AOW te vereenvoudigen. Het huidige stelsel leidt tot problemen in de uitvoering door de SVB, onder andere omdat de gehanteerde criteria niet objectief vast te stellen zijn. Daarnaast sluit het huidige stelsel niet aan bij de beleving van burgers.

In dit rapport zijn drie varianten beschreven waarin het stelsel fundamenteel anders wordt ingericht: individualisering van de AOW, het aantal mensen op één adres als uitgangspunt voor de AOW-hoogte en aansluiting bij het partnerbegrip zoals dat in de fiscaliteit en de toeslagen wordt gehanteerd.

Elk van deze varianten betekent een vereenvoudiging van de uitvoering van de AOW, omdat voor de vaststelling van de AOW-norm objectief vast te stellen criteria worden gehanteerd. Er is geen beoordeling van de feitelijke situatie door de SVB nodig die het noodzakelijk maakt om ‘achter de voordeur’ te kijken.

In het rapport zijn de varianten getoetst aan een aantal uitgangspunten die een rol zouden moeten spelen bij de inrichting van een nieuw stelsel van leefvormen.

(tabel  ingevoegd….)

Alle onderzochte varianten kennen voor- en nadelen: er is dus geen ultieme oplossing. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de verschillende varianten op hoofdlijnen aansluiten bij de geformuleerde uitgangspunten. Voor de individualisering geldt dat het huidige uitgangspunt van kostenvoordeel wordt verlaten. Bij de adresvariant is het kostenvoordeel juist het uitgangspunt en is de relatie van de mensen onderling niet meer van belang. Door aan te sluiten bij het toeslagpartnerbegrip ontstaat er meer afstand met andere regelingen in het sociaal domein zoals de AIO.

Alle varianten brengen in meer of mindere mate budgettaire- en inkomenseffecten met zich mee en leiden tot verschuivingen in de AOW-hoogte in bepaalde leefsituaties. Aan elke variant kleven daarmee voor- en nadelen, zowel voor de burger als voor de overheid.

Vereenvoudiging van het stelsel is niet mogelijk zonder een fundamentele keuze te maken over welke uitgangspunten ten grondslag zouden moeten liggen aan vaststelling van de AOW-hoogte.

Individualisering van de AOW gaat ervan uit dat de AOW een individueel opgebouwd recht waarvan de hoogte niet afhankelijk zou moeten worden gesteld van de leefvorm.

Door het aantal mensen dat op één adres woont als uitgangspunt te nemen wordt doorslaggevende betekenis gegeven aan het uitgangspunt dat samenleven kostenvoordeel met zich meebrengt.

Het overnemen van het partnerbegrip dat in de fiscaliteit en toeslagen wordt gehanteerd betekent dat naast het te behalen kostenvoordeel, de mate van verbondenheid tussen twee mensen meer bepalend wordt voor de AOW-hoogte.

Naast de drie varianten zijn een aantal opties beschreven waarmee binnen het huidige stelsel verbeteringen behaald kunnen worden. Deze opties leiden echter niet tot een fundamentele vereenvoudiging, omdat er nog steeds wordt getoetst aan criteria die niet objectief vast te stellen zijn.

Lees verder op:

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/03/31/rapport-verkenning-leefvormen-in-de-aow

0 reacties