Bron: De Rechtspraak (rechtspraak.nl)
Viditax (FutD) 2024121609
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/10106
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende betreffende de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premieheffing (IB/PVV) voor het jaar 2020 en de daarbij vastgestelde belastingrente.
1.1.De rechtbank heeft het beroep op 30 oktober 2024 behandeld. Hieraan hebben deelgenomen belanghebbende, en namens de inspecteur mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2].
Klik hier om naar de gehele uitspraak te gaan
Het is mij niet helemaal duidelijk wat we hiervan kunnen leren. E hoe dit past in de overige rechtspraak.
Is er een deskundige binnen of voor de VBNGB?
De beoordeling door de rechtbank onder punt 3 van de uitspraak zegt dat een eigen verklaring alleen niet volstaat maar gestaafd moet worden met een in woonland ingediende aangifte en opgelegde aanslag.
Belanghebbende heeft verzuimd een correcte inkomensverklaring door de Duitse belastingdienst te overleggen en kan daardoor geen aftrek van in Duitsland gemaakte rentelasten op zijn Nederlandse aangifte claimen.
Geheel los daarvan geeft de inspecteur min of meer ambtshalve toe dat de Belastingdienst een fout heeft gemaakt in de PVV, hetgeen door de rechter wordt gecorrigeerd.