Selecteer een pagina

Zorgbijdrage volgens CRvB terecht opgelegd en berekend

zie op www.rechtspraak.nl de volgende uitsprak van de CRvB:

ECLI:NL:CRVB:2018:1365

Instantie Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak 09-05-2018 Datum publicatie 14-05-2018 Zaaknummer 15/7967 ZVW Bijzondere kenmerkenHoger beroep

Inhoudsindicatie

Geen aanknopingspunten in rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat aanvullende (bedrijfs)pensioenen niet in de berekening buitenlandbijdrage meegenomen zou mogen worden. Terecht oordeel rechtbank dat de berekening buitenlandbijdrage niet strijdig is met het Europese recht. Woonlandfactor is niet onjuist c.q. te hoog. Eventuele klacht over met onvoldoende waarborgen omklede rechtsgang, kan ingediend bij Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Uitspraak 15 7967 ZVW, 16/3221 ZVW, 17/3837 ZVW, 17/3838 ZVW . Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 10 november 2015 (14/7453), 22 april 2016 (15/7654) en 7 april 2017 (16/7695 en 16/7697)

Zie in het bijzonder deze overweging waaruit blijkt dat de definitie en meting van de woonlandfactor als omschreven in de Regeling Zorgverzekering juist wordt geacht:

 

“4.7. Ook het betoog van appellant dat de woonlandfactor onjuist, want te hoog, en in strijd met de Regeling Zorgverzekering (Regeling) is berekend, wordt niet gevolgd. Verwezen wordt naar de uitspraak van 19 juli 2013 waarin is geoordeeld dat niet is gebleken dat de berekening van de woonlandfactor niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 6.3.1 van de Regeling. De stelling van appellant dat, zo begrijpt de Raad, de woonlandfactor zou moeten worden gebaseerd op de door het CBS gepubliceerde uitgaven per hoofd van de bevolking voor gezondheidszorg volgens de internationale definitie, wordt niet gevolgd. De wijze van berekening van de woonlandfactor is vastgelegd in artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling. Deze bepaling luidde ten tijde in geding:

“De door een persoon, bedoeld in artikel 69, van de Zorgverzekeringwet, verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met het getal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale zorgverzekering in het woonland van deze persoon, en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale zorgverzekeringen in Nederland.”

Aan de toelichting van het CBS op de internationale definitie van het begrip Gezondheidszorg (PDF) wordt het volgende ontleend:

“Het internationale cijfer omvat de gezondheidszorg en een groot deel van de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg, en niet uitgaven op grond van de Wet Maatschappelijke ondersteuning en forse delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, jeugdzorg, kinderopvang en overige welzijn en maatschappelijke diensten.”

Uit deze toelichting blijkt dat uitgaven ten laste van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten die volgens artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling wel relevant zijn voor de berekening van de woonlandfactor, niet in de uitgaven per hoofd van de bevolking voor gezondheidszorg volgens de internationale definitie worden meegenomen. Reeds om die reden kan deze grief van appellant niet slagen.”

0 reacties