Selecteer een pagina

Bewijs van ontvangst van belasting door Nederlandse Belastingdienst

mrt 13, 2019

Op 12 maart 2019 hebben we van ons bestuurslid Roy Meijnderts het verzoek ontvangen volgend artikel te plaatsen.

“Bewijs van ontvangst van belasting door Nederlandse Belastingdienst”

Klik hier om de samenvatting te lezen.

8 Reacties

  1. In de samenvatting wordt gesteld dat in Duitsland de in NL belaste pensioenen vrijgesteld zijn van belasting. Dat klopt niet helemaal.

    Een nederlands ‘staatspensioen’, voortkomend uit overheidsdienst, is volgens het verdrag inderdaad vrijgesteld; de D fiscus noemt dat ‘steuerfrei’. D mag dit inkomen wel betrekken in de berekening van het belastingtarief: het zgn. Progressionsvorbehalt.

    Andere pensioeninkomsten uit NL, inclusief de AOW, zijn in principe belastbaar door Duitsland; als het totaal bruto meer is dan € 15.000 per jaar mag Nederland volgens art. 17-2 ‘ook’ belasting heffen. Beide landen mogen dus belasting heffen over deze inkomsten!
    Dit ‘ook’ is verder geregeld in art. 22: Vermijding van dubbele belasting. Het komt erop neer dat de aan NL betaalde belasting verrekend wordt met de naar Duitse regels berekende Steuer.
    Deze inkomsten zijn dus niet vrijgesteld in Duitsland, (ze tellen ook niet mee in de Progression), maar de in NL betaalde belasting wordt afgetrokken van de Steuer die in D verschuldigd zou zijn. Meestal is dat saldo negatief, dus wordt de Duitse Steuer nihil.

    Zojuist heb ik mijn Steuerbescheid 2017 ontvangen, daarin is bovenstaande methodiek toegepast.

    Antwoord
    • Naar mijn mening worden, op grond van art. 22 van het belastingverdrag de Nederlandse pensioeninkomsten , indien door overschrijding van 15.000 Euro grens deze voor heffing aan Nederland zijn toegewezen , wel in het Progressionsvorbehalt van Duitsland betrokken. Het “ook belasting heffen” is in die zin verwarrend dat het niet afdoet aan het principe dat slechts één staat mag heffen (over de desbetreffende inkomsten) en de andere dus niet. Duitsland past dan inderdaad de verrekeningsmethode toe op die pensioenen ter vrijstelling indien de heffing krachtens die “ook- bepaling” naar Nederland gaat.

      Antwoord
      • Aangezien de duitse Finanzämter een grote mate van zelfstandigheid hebben en er ook verschillen kunnen zijn tussen de Bundesländer zou het interessant zijn te inventariseren hoe de regels van het nieuwe verdrag in de praktijk hier en daar worden geïnterpreteerd.

        ‘Mijn’ Finanzamt, Kleve NRW, doet het zoals ik beschreef:
        Van het aan NL ‘toegewezen’ pensioeninkomen wordt bepaald wat de heffing in D zou zijn en vervolgens wordt de nederlandse belasting daarmee verrekend. Dit inkomen valt niet onder het Progressionsvorbehalt.
        Een stukje van mijn ABP pensioen is ambtelijk, dus overheidspensioen; dat telt wèl mee voor de Progression, overigens slechts voor het percentage dat in D belast zou worden.
        In de uitleg bij de aanslag (Bescheid) wordt een en ander duidelijk beschreven.

      • Artikel 22. Vermijden van dubbele belasting luidt , voor zover van belang hier, als volgt:
        1 In het geval van een inwoner van de Bondsrepubliek Duitsland wordt de belasting als volgt vastgesteld:
        o a) Van de belastinggrondslag voor de Duitse belasting wordt vrijgesteld elk bestanddeel van het inkomen dat afkomstig is uit Nederland dat, volgens dit Verdrag, werkelijk wordt belast in Nederland en niet wordt behandeld in onderdeel b.
        • b) Met inachtneming van de bepalingen van het Duitse belastingrecht ter zake van de verrekening van buitenlandse belasting, kan de verschuldigde Duitse belasting ter zake van de volgende bestanddelen van het inkomen worden verrekend met de ingevolge het Nederlandse belastingrecht betaalde Nederlandse belasting en in overeenstemming met dit Verdrag:
        (..)
        ee) bestanddelen van het inkomen die in overeenstemming met artikel 17, tweede en derde lid, (Pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen) in Nederland mogen worden belast.

        Merk op dat de overheidspensioenen van art. 18 (dus ook publiekrechtelijke ABP pensioenen) niet genoemd worden onder b) en dus blijkens 22.1.a) uit de belastinggrondslag van Duitsland zouden moeten vallen.

        Aldus de verdragsrechtelijke uitleg. Dan kan het nog zo zijn dat Duitsland, of NRW in het bijzonder, eigen bepalingen heeft over wat wel of niet in de belastinggrondslag moet worden opgenomen. Dat ware dan inderdaad te onderzoeken. Het is bekend dat er een zekere mate van autonomie voor de Länder bestaat in de toepassing van het Steuergesetz. Dat is al eerder gebleken voor de behandeling van Nederlands overheidspensioen in het progressievoorbehoud, en is door de VBNGB aangekaart bij zowel het Nederlandse als Duitse ministerie van Financiën.

  2. De tekst van het verdrag herhalen met een eigen interpretatie maakt het niet duidelijker.

    Het Finanzamt Kleve interpreteert die tekst zoals die bedoeld is:
    het door Nederland belaste pensioeninkomen (niet zijnde overheidspensioen) wordt ook door Duitsland belast, volgens de Duitse regels, met verrekening van de in Nederland betaald belasting.
    Dat saldo is meestal negatief, dus de duitse belasting nihil.
    Dit inkomen wordt niet in het progressievoorbehoud meegenomen, omdat het in de belastinggrondslag wordt opgenomen, dus niet ‘steuerfrei’ is.

    Het (ABP-)overheidspensioen mag door Duitsland niet belast worden, wordt ‘steuerfrei’ genoemd, maar telt wel mee in de progressie.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.