Selecteer een pagina

Wijziging inkeerregeling inkomstenbelasting

okt 21, 2019

In het kader van het Belastingplan 2020 wordt door het Ministerie van Financiën voorgesteld de uitsluiting van de inkeerregeling verder uit te breiden. Ik citeer daaruit:

 

35 303 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2020), MvT:

  1. Aanpassen inkeerregeling

Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2019 is de toezegging gedaan te bezien of en zo ja, hoe boetevrije inkeer kan worden uitgesloten voor situaties zoals die zijn gebleken uit de Panama Papers.15 Dit heeft geleid tot een voorgestelde maatregel die inhoudt dat boetevrije inkeer is uitgesloten voor inkomen uit aanmerkelijk belang. Verder wordt met de maatregel het onderscheid tussen inkomen dat in het buitenland is opgekomen en inkomen dat in het binnenland is opgekomen, weggenomen.

(>>>)

Artikel XI, onderdeel M (artikel 67n van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)

De voorgestelde wijziging van artikel 67n, derde lid, AWR behelst in de sfeer van bestuurlijke beboeting een uitbreiding van de uitsluiting van de inkeerregeling langs twee lijnen. Ten eerste wordt de uitsluiting van de inkeerregeling uitgebreid met box 2-inkomen. Hiertoe strekt de toevoeging van de woorden «inkomen uit aanmerkelijk belang». Ten tweede wordt voorgesteld de uitsluiting van de inkeerregeling uit te breiden met inkomen uit sparen en beleggen dat in het binnenland is opgekomen. Dit wordt bereikt door de zinsnede «dat in het buitenland is opgekomen» te laten vervallen. Voor de achtergrond van deze wijzigingen wordt verwezen naar het algemeen deel van deze memorie.

2 Reacties

  1. Uit: 35 303 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2020), Nota naar aanleiding van het verslag
    4. Aanpassen inkeerregeling De leden van de fractie van de VVD hebben enkele vragen over de voorgestelde aanpassing van de inkeerregeling. Zo vragen zij of de inkeerregeling niet ook de Nederlandse belastingplichtige raakt en vragen zij net als de leden van de fractie van het CDA om een uitgebreide toelichting op de keuze om het onderscheid tussen binnenlands en buitenlands inkomen weg te nemen. De inkeerregeling geldt ook voor de Nederlandse belastingplichtigen. Boetevrije inkeer is onder de huidige wet enkel uitgesloten voor box 3-inkomen dat in het buitenland is opgekomen. Het onderscheid naar de plaats waar het inkomen is opgekomen is Unierechtelijk kwetsbaar. Hierbij moet worden bedacht dat het gaat om de vrijheid van kapitaalverkeer, welke vrijheid zich ook uitstrekt tot de relatie met derde landen (landen buiten de Europese Unie (EU)).

    De leden van de fractie van de VVD vragen verder hoeveel belastingplichtigen met enkel binnenlands inkomen door de voorgestelde maatregel worden getroffen. Deze vraag is lastig te beantwoorden. Het is immers niet bekend hoeveel vermogen uit het zicht van de fiscus wordt gehouden. Alleen belastingplichtigen die opzettelijk of grofschuldig box 2- of box 3-inkomen buiten het zicht van de Belastingdienst hebben gehouden worden door de voorgestelde maatregel geraakt. Deze belastingplichtigen zijn niet bij de Belastingdienst bekend.

    De leden van de fractie van het CDA vragen hoe het voor belastingplichtigen die bijvoorbeeld uit onwetendheid een fout hebben gemaakt, kenbaar is dat zij altijd kunnen inkeren, en of het voor de Belastingdienst gunstig is om de inkeerregeling verder te beperken of dat de Belastingdienst liever inzet op het versterken van de inkeerregeling. Een fout in de aangifte uit bijvoorbeeld onwetendheid betekent dat geen sprake is van grove schuld of opzet, en dus niet van een gedraging waarvoor een vergrijpboete kan worden opgelegd. Inkeer komt dan in het geheel niet aan de orde, want inkeer impliceert dat een gedraging is begaan waarvoor een vergrijpboete kan worden opgelegd. Een dergelijke fout kan dus zonder vrees voor beboeting worden hersteld. Dit wordt onder meer kenbaar gemaakt op de website van de Belastingdienst. Ik verwijs ook naar hetgeen ik hierover eerder heb opgemerkt in mijn fiscale moties- en toezeggingenbrief van 4 april 2019 aan uw Kamer.8 De Belastingdienst heeft in de uitvoeringstoets opgemerkt dat een verdere beperking van de inkeerregeling ertoe kan leiden dat belastingontduikers onder de radar blijven, maar ook dat de voorgestelde maatregel juist tot meer bereidheid tot meewerken kan leiden. Het is dus op voorhand niet te zeggen of de voorgestelde maatregel gunstiger uitpakt. Het kabinet wil met de voorgestelde maatregel duidelijk maken dat de mogelijkheid van boetevrij inkeren zijn langste tijd heeft gehad. Belastingontduiking is zeer schadelijk voor de belastingmoraal van goedwillende burgers en wordt maatschappelijk gezien ook niet meer getolereerd. Bovendien blijft inkeer financieel aantrekkelijk omdat inkeer een boetematigende omstandigheid blijft.9 Daar doet de voorgestelde maatregel niet aan af.

    De leden van de fractie van het CDA wensen ook graag te weten op welke onderwerpen het inkeren in 2018 en 2019 betrekking had. De inkeermeldingen gaan nagenoeg geheel over box 3-inkomen van natuurlijke personen die een bankrekening in het buitenland hadden, maar die voor de Belastingdienst hebben verzwegen.

    Antwoord
  2. Belastingontduiking en vermogensongelijkheid
    Inkeerregeling vergroot belastingopbrengst, ook op langere termijn
    Persbericht
    Volgens internationale schattingen hebben Nederlandse huishoudens voor ruim 60 miljard euro uitstaan in belastingparadijzen. Met de inkeerregeling is tussen 2002 en 2018 voor ongeveer 12 miljard euro verborgen vermogen alsnog aangegeven bij de Belastingdienst. Dat heeft 2,1 miljard euro aan belastingen opgeleverd en leidt ook op langere termijn tot hogere belastinginkomsten.
    Lees verder op:
    https://www.cpb.nl/belastingontduiking-en-vermogensongelijkheid

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.