Rb. Den Haag, 02-12-2019, nr. AWB – 19 , 4913
- De rechtbank is van oordeel dat de belastingrente terecht en tot het juiste bedrag is vastgesteld. Verweerder heeft gemotiveerd gesteld dat op basis van een controle van de aangiftegegevens andere bedragen in aanmerking hadden moeten worden genomen. De berekening van belastingrente is veroorzaakt doordat eiseres in haar aangifte een te hoog bedrag aan inkomsten uit het buitenland heeft aangegeven en tevens een bedrag aan verrekenbare bronbelasting dat hoger is dan het percentage van 15% dat op basis van de geldende verdragen in aanmerking mag worden genomen. Hoewel eiseres ter zitting terecht heeft aangevoerd dat in het digitale aangifteformulier wordt gevraagd naar de “ingehouden bronbelasting” en niet de “verrekenbare bronbelasting” kan dit haar niet baten. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat verweerder ter zitting onweersproken heeft gesteld dat bij de betreffende vraag een button met een vraagteken (de button) is opgenomen die, nadat daarop is geklikt, een toelichting geeft over de gegevens die eiseres dient in te vullen, namelijk de verrekenbare buitenlandse bronbelasting. Daarin wordt ook gewezen op het feit dat de hoogte van de te verrekenen bronbelasting afhankelijk is van het toepasselijke belastingverdrag. De rechtbank heeft geen aanleiding hieraan te twijfelen. De rechtbank acht tevens van belang dat eiseres ter zitting heeft verklaard dat al bij het invullen van de aangifte twijfels ontstonden over het in te vullen bedrag aan bronbelasting. Het had dan ook op haar weg gelegen om op de button te klikken en de toelichting omtrent deze vraag te lezen, zodat duidelijk werd welke gegevens eiseres diende in te vullen. Dat eiseres, zoals gesteld ter zitting, niet op deze button heeft geklikt, omdat het invullen van de aangifte al veel tijd kost, moet gelet op het voorgaande dan ook voor haar rekening en risico komen. De rechtbank ziet hierin dan ook geen reden de belastingrente te matigen. Voor zover eiseres heeft bedoeld te stellen dat geen belastingrente is verschuldigd, omdat verweerder door de aangifte reeds over de juiste gegevens beschikte faalt dit reeds omdat de gegevens in de aangifte niet juist waren.
- Gelet op wat hiervoor is overwogen is het beroep ongegrond verklaard.
Dit gelezen hebbende bevestigt dit het gezegde; “Het is lastig gapen tegen een paard” !
Verder commentaar is overbodig op deze laatste dag van het jaar 2019.
Jozef
Ooit de “bijlage” bij de Ninbi verklaring gelezen ?
Die doet niets anders dan verder verwijzen naar de niet bijgeleverde, verder totaal ontbrekende “toelichting” v.v..
En bellen heeft geen zin, want dat kost meer dan je lief is vanuit het buitenland naar “Apeldoorn”.
Ophangen na een lange tijd in de wachtrij, is het enig mogelijke altenatief om geld te besparen.
Vandaar al die onzekerheden bij een aangifte.
Maar daar heeft een rechtbank geen oren naar en is niet geneigd de bron van het kwaad aan te pakken.
Dat kwaad is het gebrek aan terzake doende informatie en verwijzing naar online informatiebronnen/wetsartikelen verstrekking door de overheid zelf.
Fair Play is :
De klager het voordeel van de twijfel te gunnen en diegene dan de kans te geven, in goed overleg met de belastinginspecteur zelf, de aangifte te herzien en aan te passen.
De toelichtingen zijn onder de site van de belastingdienst te vinden. Bijv. deze voor het jaar 2018.
https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/toelicht_opg_wereldink_Ninbi_2018_ib0651b81pl.pdf
En die is ook vrij uitgebreid. Wie meer informatie wil, bijv. over aftrekposten, dient in de Wet Inkomstenbelasting 2001 te vinden(ook vrij eenvoudig op Internet). Met name hoofdstuk 3 en 6 en 8 zijn dan van belang.
Er is een flinke tweedeling aan het ontstaan tussen mensen, die wel en niet ingeschoten zijn op het gebruik van digitale informatie. ik ben tot op heden van mening, dat onze overheid weliswaar al dan niet met gebreken inzet op digitale communicatie, maar dat er te weinig aandacht is voor de achterblijvende burger. Daar mag ook door de rechter wel in zekere mate rekening mee worden gehouden. Vooral aan mensen in het buitenland moet m.i. de juiste informatie schriftelijk worden aangeboden indien zij dat wensen daar niet iedereen overal over goed en snel internet kan beschikken. De problematieken rond Digid zijn hier een goed voorbeeld van. Toegangkelijkheid en verstrekking van telefonische informatie door de Belastingdienst zijn van dien aard, dat hierover bijna bij voortduring controverse is. Je kan niet van mensen verwacchten, dat zij de lange wachttijden en de soms onjuiste adviezen voor lief nemen.