Evaluatie Wet Pensioencommunicatie
– EINDRAPPORT –
Auteurs Bob van Waveren Marije Kuin Suna Duysak
In samenwerking met Monica Swalef Kornelis Wetsema
Amsterdam, 11 oktober 2019
© 2019 Regioplan, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de directie Arbeidsverhoudingen, daaruit:
0.6 Conclusies
De bovenstaande bevindingen ten aanzien van de onderzoeksvragen resulteren in de volgende conclusies.
Conclusie onderzoeksvraag 1: in hoeverre zijn de informatiedoelstellingen van de wet bereikt? Het blijkt dat de vier wetsdoelen in beperkte en wisselende mate worden bereikt. Het doel ‘weten hoeveel pensioen zij kunnen verwachten’ wordt beter bereikt dan de drie andere doelen (weten of dat voldoende is, bewustzijn van risico’s en van keuzemogelijkheden). De bijdrage aan het doelbereik door het wettelijk instrumentarium is eveneens wisselend en beperkt. MPO (mijnpensioenoverzicht.nl) scoort relatief goed, het UPO (Uniform Pensioen Overzicht) volgt op gepaste afstand en heeft vooral een attenderende functie en Pensioen 1-2-3 (P123) speelt geen rol van betekenis. Ook bovenwettelijke instrumenten, zoals de mijn-omgeving van pensioenuitvoerders, leveren een bijdrage aan het doelbereik. Dat deelnemers beperkt kennis hebben over het eigen pensioen is niet uitsluitend te wijten aan de kwaliteit van de informatiebronnen. Het komt ook doordat het verwerven van deze kennis vooral een leeftijds- en levensfasegebonden zaak is. Het gevoel van urgentie komt bij deelnemers vooral daaruit voort. Kennelijk is alleen het aanbieden van informatie, in combinatie met de dingen die pensioenuitvoerders nu al doen om deelnemers te activeren, niet toereikend om deelnemers in de verschillende levensfases die stappen te laten zetten die op dat moment nodig zijn.
Conclusie onderzoeksvraag 2: in hoeverre stelt de wet nog steeds de juiste doelen? De vier informatiedoelstellingen van de wet worden breed gedragen door pensioenuitvoerders als ambities voor communicatie met en informatieverstrekking aan deelnemers. Gezien de beperkte bijdrage van het wettelijk instrumentarium aan de wetsdoelen heeft het de voorkeur van pensioenuitvoerders de informatieverstrekking meer vormvrij te maken. Daarbij zou de informatieverstrekking minder gericht moeten zijn op informatieoverdracht en meer op gedragsverandering.
Conclusie onderzoeksvraag 3: hoe zouden pensioenuitvoerders de doelen kunnen bereiken op een minder belastende manier? Een meerderheid van de pensioenuitvoerders ervaart dat de uitvoeringskosten toegenomen zijn sinds de inwerkingtreding van de wet. Zij menen dat de stijging van de uitvoeringskosten niet in balans is met mate waarin het wettelijk instrumentarium bijdraagt aan het bereik van de wetsdoelen. Belangrijk daarbij is dat zowel pensioenuitvoerders als deelnemers aangeven dat de bijdrage van de wettelijke informatiebronnen aan de wetsdoelen wisselend, maar beperkt is. Pensioenuitvoerders wijzen op het belang van persoonsgericht informeren om te sturen op gedrag. Zij plaatsen dit tegenover de huidige veronderstelling in de wet dat informeren over pensioen het kennisniveau van burgers verhoogt en leidt tot ander gedrag. De uitkomsten van het onderzoek onder deelnemers onderbouwen deze stelling: alleen informatie aanbieden is niet voldoende om mensen zodanig te activeren dat zij tijdig de meest wezenlijke stappen ondernemen om hun pensioenvoorziening bevredigend te regelen. Dat is ook de reden waarom uitvoerders veel investeren in andere, volgens hen belangrijker activiteiten.
0.7 Verbetervoorstellen
Zowel pensioenuitvoerders als deelnemers hebben suggesties gedaan voor verbeteringen van de pensioeninformatie.
Pensioenuitvoerders Pensioenuitvoerders hebben verbetervoorstellen aangedragen om meer te sturen op gedrag in plaats van informeren van deelnemers. Daartoe zou in de Wet Pensioencommunicatie (meer) ruimte geboden moeten worden om deelnemers te kunnen informeren op een manier die meer aansluit bij hun wensen en behoeften. Zij raden in dit kader aan om digitale informatieverstrekking in de Wet Pensioencommunicatie als volwaardig alternatief te stellen voor schriftelijke informatieverstrekking. Zij menen dat er winst te behalen is in de informatie door aan te sluiten bij life-events van de deelnemers en de door de rol van de werkgevers te verstevigen. Daarnaast strekt het volgens pensioenuitvoerders tot aanbeveling minder wettelijke voorschriften te verbinden aan de wettelijke instrumenten MPO, UPO en P123 en het stapelen van informatieverplichtingen in het wettelijk instrumentarium tegen te gaan. Deze laatste aanbevelingen komen voort uit de voorkeur van pensioenuitvoerders voor uniformiteit in doelen, niet in instrumenten.
Deelnemers Deelnemers vinden verbetering wenselijk ten aanzien van de verschillende aspecten van pensioeninformatie. De grootste aandachtspunten betreffen de begrijpelijkheid, vindbaarheid en relevantie van de informatie. Gevraagd naar verbetervoorstellen, doen deelnemers veelvuldig het voorstel om informatie te vereenvoudigen en ‘jip-en-janneketaal’ te gebruiken.
Daarnaast noemen deelnemers de behoefte aan een totaaloverzicht (op één plaats) waarin alle persoonlijke financiële informatie gecombineerd kan worden. Dit dient inzicht te geven in het te verwachten netto pensioen per maand op de pensioenleeftijd. Verder stellen deelnemers voor de informatie beter aan te laten sluiten op de persoonlijke pensioenopbouw van de deelnemer en inzicht te geven in de invloed van scenario’s, zoals minder werken en eerder stoppen met werken, op de persoonlijke pensioenopbouw. Deelnemers raden bovendien aan om de mogelijkheid te creëren om persoonlijk advies te ontvangen over hun handelingsmogelijkheden, zoals bijsparen. Ten slotte stellen deelnemers voor dat pensioenuitvoerders transparanter zijn over het gevoerde beleid, dat werkgevers een actievere rol gaan spelen en dat informatie ook op interactievere manieren wordt aangeboden.
Stakeholders De zes stakeholders hebben een breed palet aan aanbevelingen geformuleerd, waarin naast de vele overeenkomsten ook verschillen te zien zijn. De overeenkomsten lijken voort te komen uit gedeelde ideeën over effectievere pensioeninformatie. De verschillen zijn (mede) verbonden met de belangen waar deze organisaties voor staan. Het voert te ver om de overeenkomsten en verschillen hier verder toe te lichten. Wel is van belang dat geen van de aanbevelingen van stakeholders strijdig lijkt te zijn met de aanbevelingen die pensioenuitvoerders en deelnemers doen.
Ten slotte Ten slotte kan uit het onderzoek – met name uit de enquête onder deelnemers – worden afgeleid dat kennis van het eigen pensioen vooral een leeftijds- en levensfasegebonden zaak is. Het gevoel van urgentie komt bij deelnemers vooral daaruit voort. Met het klimmen van de jaren gaan deelnemers op zoek naar informatie over het eigen pensioen en vinden die in zekere mate ook in de beschikbare bronnen. De opgedane kennis leidt tot nieuwe vragen en intensiveert het bronnengebruik verder. Maar uiteindelijk levert dit onbevredigende sentimenten op over het pensioen: de meeste deelnemers menen geen grip te hebben op hun pensioen en/of hebben er geen goed gevoel over; een substantieel deel maakt zich er zorgen over. Dat geldt ook – zij het in wat mindere mate – voor deelnemers voor wie het pensioen in zicht komt en die veel kennis hebben over het eigen pensioen.
Wat met oog op de toekomst kan helpen is om deelnemers te stimuleren om hun gedrag te veranderen en eerder in actie te komen. Kennelijk is het aanbieden van informatie, in combinatie met de dingen die pensioenuitvoerders nu al doen om deelnemers te activeren, nog niet toereikend. Maatwerk lijkt voor die activering van groot belang te zijn. Het ligt voor de hand dit te laten aansluiten bij de levensfase: zorg ervoor dat deelnemers in de verschillende levensfases die stappen zetten die op die momenten nodig zijn. Niet meer dan dat, en niet minder dan dat.
Lees verder op: https://www.taxlive.nl/media/3915/tk-av-1556-bijlage-eindrapport-evaluatie-wet-pensioencommunicatie-regioplan.pdf
Link naar de brief aan de Tweede kamer
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32043-515.pdf
Link naar Evaluatie Wet Pensioencommunicatie. Eindrapport
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-922770.pdf