ECLI:NL:CRVB:2020:1022
Instantie: Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak: 21-04-2020
Datum publicatie: 28-04-2020
Zaaknummer: 18/1534 AOW
Rechtsgebieden: Socialezekerheidsrecht
Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Herziening ouderdomspensioen. Bewijslast Svb. Gezamenlijke huishouding. Hoofdverblijf in dezelfde woning. Wederzijdse zorg. Svb had onderzoek ter plaatse moeten instellen. Geen gezamenlijke huishouding van betrokkene met A. De feiten en omstandigheden bieden al een toereikende grondslag voor de conclusie dat in perioden 1 en 2 is voldaan aan het criterium van de wederzijdse zorg. Anders dan waarvan de rechtbank is uitgegaan, duiden deze feiten en omstandigheden op een in een zakelijke relatie ongebruikelijke verbondenheid en op een mate van verantwoordelijkheid voor elkaar die de grenzen van een zakelijke relatie overschrijden. Het hoger beroep slaagt deels.
Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
Klik hier voor het gehele artikel.
Dit is de tweede uitspraak over “het voeren van een gemeenschappelijke huishouding” in het kader van het al dan niet krijgen van een zgn. gehuwden of ongehuwden AOW-bedrag. Het zijn interessante overwegingen. Wellicht is het lonend om een keer alles wat hierover bekend is, alle criteria die worden gehanteerd (met bronvermeldingen) onder elkaar te zetten, ergens op de VBNGB site of zelfs in een factsheet. Ik wil daar wel bij helpen. M.a.w. wat geldt als “duurzaam gescheiden leven” en wat niet.
Het zal bij AOW-gerechtigden wel waker voorkomen dat zijn min-of-meer samen optrekken. je kunt samen in één huis wonen zonder een gemeenschappelijke huishouding te voeren, al moet je dat wel goed regelen en afbakenen.
Op het punt van “wederzijdse zorg” vind ik deze CRvB zaak wel erg ver gaan. Maar ook hier is een kwestie van hoe je je afspraken in elkaar steekt. Overal is ruimte.
Mogelijk wil de VBNGB eens rondvragen/enqueteren naar de ervaringen van haar leden op dit punt. Kan iedereen weer van leren.
Geachte heer Holzhauer,
Hartelijk dank voor uw reactie op dit onderwerp.
U geeft aan te willen helpen om alles wat hierover bekend is eens bij elkaar te zetten.
Graag zie ik uw bijdrage tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Ed Roosen
VBNGB
Zie de SVB beleidsregels via volgende link:
https://puc.overheid.nl/svb/doc/PUC_1002_20/11?solrID=PUC_1002_20_11&solrQ=*%3A*
Nog enkele uitspraken waarvan ik niet weet of die op de VBNGB website zijn gepubliceerd:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2020:628
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2019:5166
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2020:346
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2020:522
ECLI:NL:CRVB:2020:2800 Centrale Raad van Beroep, 10-11-2020, 18/6299 AOW
Datum uitspraak:
10-11-2020
Datum publicatie:
17-11-2020
Rechtsgebieden:
Socialezekerheidsrecht
Bijzondere kenmerken:
Hoger beroep
Vindplaatsen:
Rechtspraak.nl
Inhoudsindicatie:
Herziening en terugvordering AOW-pensioen van 2011. Boete wegens niet voldoen inlichtingenverplichting. Gezamenlijke huishouding hoofdverblijf. De Svb heeft terecht geconcludeerd dat het zwaartepunt van het persoonlijk leven van appellant bij X op het uitkeringsadres lag en dat appellant daar dus zijn hoofdverblijf had. De beroepsgrond van appellant over toepassing van de twee-woningenregel slaagt niet. Wederzijdse zorg. Beleidsregel SB 1008 bepaalt dat als tijdelijke onderbreking een periode van maximaal zes maanden geldt. Na deze zes maanden is niet langer sprake van een gezamenlijke huishouding. Intrekking en terugvordering over de periode van 15 mei 2015 tot 4 juli 2015 blijft niet in stand.
ECLI:NL:CRVB:2020:3016 Centrale Raad van Beroep, 01-12-2020, 17/4507 PW
Datum uitspraak:
01-12-2020
Datum publicatie:
07-12-2020
Rechtsgebieden:
Socialezekerheidsrecht
Bijzondere kenmerken:
Hoger beroep
Vindplaatsen:
Rechtspraak.nl
Inhoudsindicatie:
Intrekking en terugvordering. Het hof heeft appellante voor wat betreft de periode van 1 december 2007 tot 1 september 2014 vrijgesproken van het ten laste gelegde misdrijf dat zij in strijd met de haar bij artikel 17 van de PW opgelegde verplichting opzettelijk heeft nagelaten te melden dat zij met X een gezamenlijke huishouding voerde op het uitkeringsadres. Gelet op de motivering van de vrijspraak door het hof kan de Raad in dit geval niet, zonder twijfel te doen ontstaan over de juistheid van de vrijspraak van wat appellante in de strafzaak werd verweten en dus zonder in strijd te handelen met artikel 6, tweede lid, van het EVRM, tot een ander oordeel komen dan de strafrechter over de vraag of appellante in de te beoordelen periode een gezamenlijke huishouding met X heeft gevoerd. Het dagelijks bestuur heeft de besluitvorming mede gebaseerd op aanvullende gegevens, waarover het hof niet beschikte. Deze gegevens zijn onvoldoende om te kunnen concluderen dat voor 1 september 2014 sprake was van een gezamenlijke huishouding. De Raad zal zich daarom bij dat oordeel aansluiten
ECLI:NL:CRVB:2011:BP1184 Centrale Raad van Beroep, 04-01-2011, 08/6293 ANW + 08/6294 ANW + 09/2541 ANW + 09/2542 ANW
Datum uitspraak: 04-01-2011 Datum publicatie: 19-01-2011
Rechtsgebieden: Socialezekerheidsrecht Hoger beroep Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
Inhoudsindicatie:
Intrekking en terugvordering nabestaandenuitkering. Gezamenlijke huishouding.
ECLI:NL:CRVB:2009:BI4721 Centrale Raad van Beroep, 19-05-2009, 08-2525 ANW + 08-2526 ANW +08-3840 ANW + 08-3842 ANW
Datum uitspraak: 19-05-2009 Datum publicatie: 26-05-2009 Rechtsgebieden:
Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Vindplaatsen:
Rechtspraak.nl Inhoudsindicatie:
Intrekking nabestaandenuitkering. Gezamenlijke huishouding. Terugvordering, bij nieuw besluit periode gewijzigd. Wijze van invordering. Objectieve criteria. Daarbij zijn omstandigheden die tot het voeren van een gezamenlijke huishouding hebben geleid, de motieven van de betrokkenen en de aard van hun onderlinge relatie niet van belang. Hoofdverblijf in dezelfde woning. Wederzijdse zorg. Terecht ANW-uitkering ingetrokken.