Selecteer een pagina

Nederlanders in Hongarije – achtergronden en aantallen

Onderstaande passages zijn ontleend aan het diepgaande en lezenswaardige overzicht van de hand van Robert H.C. Kemkers over Benelux burgers in Hongarije, dat u hier in zijn geheel vindt op de site Most Magyarul.nl. Kemkers schrijft over de volgende onderwerpen:

  1. Introductie
  2. Redenen voor migratie naar Hongarije
  3. Periode van migratie
  4. Verschillen tussen de landen van herkomst van de migranten
  5. Absolute aantallen en studie
  6. Ruimtelijke spreiding in Hongarije
  7. Trends en perspectieven

Achtergronden

Hoewel het exacte aantal burgers uit de Benelux of de omvang van de Nederlandstalige gemeenschap niet bekend is, is hun aantal enkele groepen officiële minderheden in Hongarije ontstegen, zoals de Armeniërs (ongeveer 600), de Roethenen (ongeveer 1000), Bulgaren (1300), Grieken (2500), Polen (2900), Serviërs (3800) en wellicht dat het over een paar jaar evenveel zijn als het aantal Oekraïeners (rond de 5000).

De banden tussen Hongarije en het Koninkrijk der Nederlanden – en de Republiek(en) die het opgevolgd is – alsmede Vlaanderen gaan al eeuwen terug. Om eens wat te noemen, was het reeds in 1676 toen de beroemde Nederlandse admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruyter een groep Hongaarse protestantse en evangelische geestelijken van de Spaanse galleien redde, voor welke heldendaad hij een standbeeld heeft gekregen in Debrecen. De beroemde Hongaarse filosoof en wetenschapper János Apáczai Csere studeerde in het midden van de 17e eeuw aan meerdere Nederlandse universiteiten, waaronder Franeker, Leiden en Utrecht; hij promoveerde in 1651 aan de Universiteit van Harderwijk – waar een standbeeld voor hem is opgericht – en trouwde een Nederlandse vrouw, Aletta van der Maet. In Nederland is zij (en ook hij) vandaag de dag weinig bekend, maar in Transsylvanië kennen veel mensen zijn levensloop en Nederlandse huwelijksrelatie. Onze János was overigens toen niet de enige, want in die dagen studeerden veel meer Hongaren aan Nederlandse universiteiten; het Stipendium Bernardinum bood sinds de 16e eeuw goede kansen voor protestantse studenten om in Nederland te studeren, waar dit in tegenstelling tot Hongarije voor hen als geloofsgroep mogelijk was. Onder hen was bijvoorbeeld ook Miklós Misztótfalusi Kis. De meesten van hen keerden uiteindelijk terug naar Hongarije, niet zelden met een Nederlandse vrouw aan hun zijde.

Gedurende de afgelopen jaren en vooral in de jaren negentig van de vorige eeuw waren de meeste mensen die onroerend goed kochten in Hongarije reeds bekend en vertrouwd met het land; in de meeste gevallen was het land hun vakantiebestemming voor een lange periode en was het een droom om zelf ook een huis te hebben in het land, voor vakanties of wanneer het pensioen zou aanbreken. Deze groep kan worden aangeduid als ‘hungarofielen’ of ‘magyarofielen’. De laatste paar jaar echter zijn er ook mensen die Hongarije nog niet kennen of die slechts een of twee keer aan het Balatonmeer of in Boedapest zijn geweest. Zoals eerder geschreven worden zij om uiteenlopende redenen door het land aangetrokken. Hongarije is dan ook nog steeds een goed alternatief voor emigranten uit de Benelux. Behalve zij, lijken er de laatste tijd zelfs enkele mensen uit Zuid-Afrika te komen, die Afrikaans spreken. Dit is een oude en ‘gesimplificeerde’ variant op het Nederlands; ook al niet afkomstig uit de Benelux, zouden zij ook bij de Nederlandstalige gemeenschap mogen aansluiten, aangezien beide taalgroepen elkander kunnen verstaan.

In het algemeen, ondanks – of misschien zelfs juist vanwege – de economische crisis, zal Hongarije waarschijnlijk nog meer mensen weten aan te trekken in de nabije toekomst, aangezien vrij veel Nederlanders en Belgen een woning hebben gekocht om nu te gebruiken als vakantiehuis, maar die het plan hebben opgevat om na hun pensionering er (semi-)permanent te gaan wonen. Door deze trend zal vooral de groep ‘echte immigranten’ toenemen.

Er is dus een groep die bestaat uit gepensioneerden en mensen die over een paar jaar met pensioen hopen te gaan. In veel gevallen in de Benelux zijn zij de generatie met geld, aangezien ze in een eigen huis wonen, dat gedurende de jaren flink in waarde is gestegen en verder wonen de kinderen niet meer thuis. In tegenstelling tot sommige andere landen, zoals Hongarije, is het niet gebruikelijk dat ouders voor hun volwassen kinderen een huis, auto of andere zaken kopen of daarbij helpen; kinderen en kleinkinderen ontvangen misschien af en toe een cadeau of wat ondersteuning, maar ze moeten hier niet op rekenen. Daarnaast trekken ouders op latere leeftijd niet bij hun kinderen in, of omgekeerd. Voor deze ‘pensionado’s’ zijn de ‘push’ factoren vooral het klimaat, het gebrek aan ruimte en een groeiend zorg over het verlies aan traditionele waarden, degeneratie van de samenleving, toenemende criminaliteit en een algeheel gevoel van ‘niet gelukkig meer zijn’. Er dient wel bedacht te worden dat voor de meeste gepensioneerden het niet zozeer de vertrekkende, maar vooral de aantrekkende factoren zijn die een rol spelen bij de beslissing om een tweede huis in het buitenland te kopen, dan wel om alles in eigen land te verkopen. Desalniettemin houden de meeste mensen wel een woning aan in eigen land, of in ieder geval een kleiner appartement.

De spreiding over het land en het aantal mensen zal toch ook blijven afhangen van het succes van de makelaars die actief zijn op de markt in de Benelux en die allemaal een regio hebben waar ze in gespecialiseerd zijn. Zolang de prijzen laag blijven of in ieder geval relatief laag zal Hongarije zeker in staat blijven om te kunnen concurreren met landen zoals Kroatië, Tsjechië, Slowakije en zelfs Spanje en Turkije voor bepaalde doelgroepen. Zelfs met een verwachte stijging van de prijzen is het nog steeds een goed betaalbare bestemming. In tegenstelling tot Roemenië en Bulgarije ligt het land op relatief korte afstand van de Benelux – op een dag rijden – en met de uitbreiding van het autosnelwegnetwerk wordt het zelfs nog beter en sneller bereikbaar. Het openen van nieuwe regionale vliegvelden zoals Balaton Airport in Sármellék, Pécs-Pogány en in de toekomst misschien ook Siófok-Kiliti, Debrecen enzovoort, kan ook invloed hebben op het aantal migranten en hun spreiding over de landsdelen. Recentelijk hebben we dit kunnen waarnemen rond Balaton Airport, dat aangevlogen werd vanaf een Duits vliegveld (Weeze), dat op slechts vijf kilometer van de Nederlandse grens is gelegen. Goedkope vliegmaatschappijen, zoals Easyjet, WizzAir, RyanAir en SkyEurope bieden goede alternatieven voor de reis per auto en het ligt in de lijn der verwachting dat de ontwikkelingen die hier van uitgaan kunnen worden vergeleken met die in Spanje, Portugal, Griekenland, Bulgarije en Turkije.

Tegelijk is het een trend dat steeds meer jonge gezinnen naar Hongarije emigreren, om een camping, bed&breakfast of iets geheel anders op te zetten. Hun kinderen zullen in Hongarije opgroeien en sommigen van hen zullen wellicht terugkeren naar de Benelux, maar anderen zullen misschien blijven en ooit hun eigen gezin stichten. Dit zal uiteindelijk ook weer leiden tot een nieuwe inmenging van een etnische minderheid met de Hongaarse bevolking.

Aantallen

Volgens enkele grove schattingen van de Nederlandse Ambassade in Boedapest en de honorair consul van Nederland in Pécs zou het aantal Nederlanders dat een aanmerkelijk deel van het jaar in Hongarije doorbrengt ongeveer 5000 zijn. Dit zou dan inclusief expats , permanente bewoners en mensen die er een vakantiehuis hebben, inclusief hun gezinsleden. Dit aantal is gebaseerd op het totale aantal contacten van de Ambassade, (elektronische) adressenbestanden, ontmoetingen enzovoort. Toegegeven wordt dat dit aantal ook heel goed lager of hoger kan zijn, omdat harde gegevens ontbreken.

Hoewel het exacte aantal burgers uit de Benelux of de omvang van de Nederlandstalige gemeenschap niet bekend is, is hun aantal enkele groepen officiële minderheden in Hongarije ontstegen, zoals de Armeniërs (ongeveer 600), de Roethenen (ongeveer 1000), Bulgaren (1300), Grieken (2500), Polen (2900), Serviërs (3800) en wellicht dat het over een paar jaar evenveel zijn als het aantal Oekraïeners (rond de 5000).

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Chinezen, die weliswaar in groteren getale in Hongarije verblijven, maar die een eeuwenoude traditie ontberen van wonen in en het hebben van banden met Hongarije, is de Nederlandstalige gemeenschap al heel lang verbonden met Hongarije. Het gegeven dat de groep groter is dan die van menig andere minderheid en hun sporen en banden ouder zijn of minstens zo oud als die van bijvoorbeeld de Grieken vormt een sterk argument om de officiële minderhedenstatus aan hen toe te kennen in Hongarije. Dit zou bijvoorbeeld de acceptatie van de Nederlandse taal in bepaalde plaatsen waar zij een bepaald minimum bereikt hebben, kunnen betekenen. Op dit moment wordt dit minimum aantal zeker niet gehaald op nationale schaal, maar wellicht wel reeds in een enkel dorp en waarschijnlijk zal dit in de toekomst verder toenemen.

0 reacties