Selecteer een pagina

Uitlooptermijn voor beoordeling WAZ aanvraag

ECLI:NL:CRVB:2015:4037 Instantie Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak

06-11-2015 Datum publicatie 19-11-2015  Zaaknummer 13-6075 WAZ Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Inhoudsindicatie

Uitlooptermijn ten behoeve van in buitenland woonachtige.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl RSV 2016/1

Uitspraak

13/6075 WAZ, 14/1854 WAZ

Datum uitspraak: 6 november 2015

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van

9 oktober 2013, 12/5620 (aangevallen uitspraak 1) en van 11 maart 2014, 13/2848 (aangevallen uitspraak 2)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] , Duitsland (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV)

Daaruit:

“4.3. Ten aanzien van de door het Uwv gehanteerde uitlooptermijn van twee maanden wordt opgemerkt dat uit de bijlage bij het Besluit einde wachttijd en uitlooptermijn WAO, WAZ en Wajong 1999 (Stcr. 2000, 158) blijkt dat het Uwv slechts in gevallen waarin een verzekerde in het buitenland woont en sprake is van een nader omschreven feitencomplex, een uitlooptermijn van zes maanden hanteert. Eén van de daarbij expliciet genoemde omstandigheden is dat de verzekerde zich met medeweten van de uitkeringsinstelling met behoud van de uitkering in het buitenland heeft gevestigd. Hiervan is geen sprake nu de uitkering ten tijde van appellants verhuizing naar Duitsland was geschorst en het Uwv niet van zijn verhuizing op de hoogte was. Er was dus geen aanleiding een langere uitlooptermijn dan twee maanden aan te houden.”

1 Reactie

  1. ECLI:NL:CRVB:2021:626 Centrale Raad van Beroep, 18-03-2021, 18/2329 WAZ
    Datum uitspraak:
    18-03-2021
    Datum publicatie:
    23-03-2021
    Rechtsgebieden:
    Socialezekerheidsrecht
    Bijzondere kenmerken:
    Hoger beroep
    Vindplaatsen:
    Rechtspraak.nl
    Inhoudsindicatie:
    Naar nationaal recht had appellante geen recht op een uitkering ingevolge de WAZ. Het Uwv heeft appellante, omdat zij in Portugal als zelfstandige arbeidsongeschikt was geworden, per 1 juni 2007 (toch) een uitkering op grond van de WAZ toegekend. Op grond van Vo 1408/71 bestond voor appellante namelijk de fictie dat zij verzekerd was krachtens de WAZ. De WAZ-uitkering is in 2014 ingetrokken en appellante heeft zich in 2016 gemeld met toegenomen klachten. Inmiddels is Vo 1408/71 ingetrokken en vervangen door Vo 883/2004. Appellante valt niet (meer) onder de overgangsbepaling en op grond van Vo 883/2004, Bijlage XI, kan geen recht ontstaan op een pro rata WAZ-uitkering omdat de arbeidsongeschiktheid is ingetreden na 1 augustus 2004. Gelet hierop wordt het Uwv gevolgd in zijn standpunt dat appellante in verband met de per 2016 geclaimde arbeidsongeschiktheid geen recht had op een WAZ-uitkering omdat zij niet verzekerd was. Geen sprake is van ontneming van eigendom omdat appellante niet de gerechtvaardigde verwachting had dat haar een WAZ-uitkering zou toekomen. Geen strijd met het vertrouwensbeginsel

    Antwoord

Laat een reactie achter voor Jan de Voogd Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.