Selecteer een pagina

Hof Leeuwarden: pensioen is individueel loon in fiscale zin

okt 22, 2019

ECLI:NL:GHARL:2019:8439

Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 15-10-2019 Datum publicatie 18-10-2019 Zaaknummer 19/00144 tm 19/00148 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2018:5343, Bekrachtiging/bevestiging Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Belanghebbende is gerechtigd tot ABP-pensioenuitkeringen. Anders dan belanghebbende meent wordt de helft van die pensioenuitkeringen niet bij zijn echtgenote, met wie hij in algehele gemeenschap is gehuwd, in de heffing van inkomstenbelasting betrokken.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl Viditax (FutD), 18-10-2019 FutD 2019-2694

GERECHTSHOF ARNHEM – LEEUWARDEN locatie Leeuwarden nummers: 19/00144, 19/00145, 19/00146, 19/00147 en 19/00148 uitspraakdatum: 15 oktober 2019

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 20 december 2018, nummers LEE 18/1869, 18/1870, 18/1871, 18/1872 en 18/1873, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur).

 

Ten gronde

4.2

In hoger beroep heeft belanghebbende gesteld dat op grond van het ten tijde van het aangaan van het huwelijk tussen belanghebbende en diens echtgenote geldende civiele recht zijn pensioenaanspraak op het ABP in de gemeenschap van goederen welke tussen hem en zijn echtgenote bestaat, valt. Hij verbindt, zo begrijpt het Hof, daaraan de gevolgtrekking dat de helft van zijn pensioenuitkeringen bij zijn echtgenote in de heffing van inkomstenbelasting moet worden betrokken.

4.3

Op grond van artikel 3.81 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt onder loon verstaan loon overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting. Artikel 10 van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals die in de onderhavige jaren luidde, bepaalt voor zover hier van belang dat loon is al hetgeen is genoten uit dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking en dat tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen.

4.4

Artikel 2.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bepaalt onder meer dat inkomensbestanddelen van de belastingplichtige en zijn partner in aanmerking worden genomen bij degene door wie de inkomensbestanddelen zijn genoten of op wie deze drukken.

4.5

Gelet op het vorenoverwogene en de vastgestelde feiten, komt het Hof tot de gevolgtrekking dat de pensioenuitkeringen van het ABP voor belanghebbende loon vormen. Het pensioen van het ABP vloeit voort uit de werkzaamheden die belanghebbende in dienstbetrekking heeft verricht en belanghebbende heeft de volledige pensioenuitkeringen van het ABP ontvangen op een door hem opgegeven bankrekening. Zijn echtgenote heeft de pensioenuitkeringen in fiscale zin niet genoten. Dat zij medegerechtigd is tot het vermogen waartoe de uitkeringen vanaf het moment van genieten zijn gaan behoren, doet daaraan niet af, evenals de omstandigheid dat de pensioenuitkeringen zijn overgemaakt op een gemeenschappelijke bankrekening van belanghebbende en zijn echtgenote.

4.6

Ook kunnen belanghebbende en zijn echtgenote niet op de voet van artikel 2.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001 ervoor kiezen de helft van de bedoelde pensioenuitkeringen bij de echtgenote in aanmerking te nemen. Noch met de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001, noch door ontwikkelingen met betrekking tot de positie van gehuwden en gescheiden echtgenoten is er wijziging gekomen in de gevolgen die voor de belastingheffing moeten worden verbonden aan de verknochtheid die bestaat tussen inkomsten die worden verkregen door het verrichten van arbeid en de persoon die die arbeid heeft verricht (Zie HR 21 maart 2014, nr. 12/05924, ECLI:NL:HR:2014:633).

4.7

Hetgeen belanghebbende overigens nog heeft aangevoerd, brengt het Hof niet tot een ander oordeel.

4 Reacties

  1. En hoe kan het dan dat een rechtbank in NL een pensioen heeft gesplitst in 2 delen voor beide echtgenoten waarover beiden, ieder voor zich, werden beloond met een Zorg Instituur Nederland heffing t.a.v. de Zvw buitenland bijdrage te betalen aan het toenmalige CVZ ?

    Antwoord
    • Hier werd juist gesteld door het Hof dat het door A ontvangen pensioen niet gedeeld wordt met zijn echtgenote. Dus je vraag is onduidelijk.

      Antwoord
  2. Een jaar of 5 geleden :
    Hr “X” in FRA met inkomen/pensioen 140.000 gesplitst door Rb in NL in 2 delen :
    100K voor hem & 40K voor haar.
    >>> 2 x betalen voor Zvw Btld bijdr.

    Antwoord
    • Is daar een gepubliceerd arrest van?

      Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.