Selecteer een pagina

Belastingverdrag V.S.: schending van vertrouwensbeginsel

okt 25, 2022

ECLI:NL:RBZWB:2022:5968

Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak 14-10-2022 Datum publicatie 24-10- 2022 Zaaknummer 21/2099 Rechtsgebieden

Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Eerste aanleg – enkelvoudig Inhoudsindicatie Artikel 19 Verdrag NL-VS. Afkoop of periodieke uitkering IRA-uitkering. Vertrouwensbeginsel. Vindplaatsen Rechtspraak.nl
Viditax (FutD), 24-10-2022

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Zittingsplaats Breda Belastingrecht zaaknummer: BRE 21/2099

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende, (gemachtigde: [gemachtigde] ),

En de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Daaruit:

Is er sprake van schending van het vertrouwensbeginsel?

3.7 Voor dat geval heeft belanghebbende zich beroepen op door de in 2.5 geciteerde brief van de inspecteur gewekt, in rechte te honoreren vertrouwen. Volgens belanghebbende is de IRA-uitkering een afkoop van het IRA-account en kon hij uit de brief van de inspecteur niet anders opmaken dan dat die uitkering belastbaar was in de Verenigde Staten en dat Nederland daarvoor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting zou verlenen. Belanghebbende heeft aangevoerd dat hij op grond van de informatie in die brief is overgegaan tot de verhuizing naar Nederland en tot de afkoop van de IRA in 2017.

3.8. De inspecteur is van mening dat er geen sprake is van een afkoop van de IRA, maar van een periodieke uitkering omdat er aan het eind van het jaar nog een saldo op het IRA-account resteert dat in een later jaar is uitbetaald.

3.9. De rechtbank leidt uit de hoogte van het in 2017 uitgekeerde bedrag af dat daarmee is beoogd het hele vermogen van de IRA aan belanghebbende uit te keren. Naar het oordeel van de rechtbank is het op de IRA resterende bedrag van USD 139,11 verwaarloosbaar laag in vergelijking tot het uitgekeerde bedrag van USD 520.674,55 en moet de uitkering daarom worden aangemerkt als beloning die niet is betaald in de vorm van periodieke uitkeringen.

3.10. De rechtbank is van oordeel dat belanghebbende er op grond van de in 2.5 geciteerde e-mail van de inspecteur op mocht vertrouwen dat de inspecteur voor het bedrag van de uitkering aftrek ter voorkoming van dubbele belasting zou verlenen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat belanghebbende, naar hij onweersproken heeft gesteld, op basis van de informatie in die e-mail naar Nederland is verhuisd en in 2017 tot afkoop van de IRA is overgegaan. Belanghebbende heeft dus op basis van de onjuiste informatie van de inspecteur een handeling verricht ten gevolge waarvan een hoger bedrag van hem wordt geheven dan hij op basis van die informatie meende als gevolg van die verhuizing en afkoop te moeten betalen. Deze inbreuk op het vertrouwensbeginsel kan in dit geval alleen worden hersteld door belanghebbende te geven waarop hij recht meende te hebben, te weten aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het hele bedrag van de uitkering.1

3.11 Gelet op het overwogene zal de rechtbank de aanslag verminderen tot een aanslag met aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor een bedrag van € 433.967, met handhaving van de overige elementen van die aanslag.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.