Bron: Taxlive
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat Rechtbank Zeeland-West-Brabant het door het hof ontwikkelde stappenplan terecht heeft gevolgd. X heeft op grond van het EU-recht en de Schumacker-rechtspraak recht op de verleende vermindering in verband met de specifieke zorgkosten.
X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Duitsland. Zij geniet een AOW-uitkering (€ 14.978) en een pensioenuitkering van een pensioenfonds (€ 11.194). Ook geniet zij nog een Duitse ‘Mütterrente’ (€ 880). Nederland heeft alleen het heffingsrecht over de pensioenuitkering. In haar IB-aangifte 2018 brengt X € 19.592 aan specifieke zorgkosten in aftrek. De inspecteur accepteert deze aftrek niet omdat X volgens hem geen kwalificerend buitenlands belastingplichtige is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X op grond van de Nederlandse wetgeving in beginsel geen recht heeft op aftrek van de specifieke zorgkosten. Aan de hand van het door Hof ’s-Hertogenbosch in zijn uitspraak van 18 mei 2022 (21/00740, V-N 2022/29.3) opgenomen stappenplan, verleent de rechtbank echter alsnog een vermindering van € 8106 in verband met de specifieke zorgkosten. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat Rechtbank Zeeland-West-Brabant het door het hof ontwikkelde stappenplan terecht heeft gevolgd. X heeft dan ook op grond van het EU-recht en de Schumacker-rechtspraak recht op de verleende vermindering in verband met de specifieke zorgkosten. Dat X niet een kwalificerende buitenlands belastingplichtige is, acht het hof niet van belang.
Dat is interessant, aangezien ik in Frankrijk geen aftrek van ziektekosten kan opvoeren (bestaat niet!) en het in Nederland ook niet mag, omdat ik niet kwalificeer als buitenlands belastingplichtige. Dat laatste is natuurlijk een zwaar discriminerende regel ten opzichte van Nederlanders die in het buitenland wonen.
Reactie van de belastingdienst is dat Nederlanders niet moeten denken een ‘voordeeltje’ te halen uit de belastingverdragen.
Wie kan hier het fijne van deze uitspraak aanduiden, misschien kunnen we allemaal profijt hebben van deze uitspraak.
is dit ook van toepassing als je in Belgie woont in dezelfde situatie.
Heeft dit nog gevolgen voor andere kosten zoals kosten van een hypothecaire lening die in mindering van het belastbare inkomen mogen worden gebracht voor inwoners van Nederland?
Een factor die steeds buiten beschouwing blijft is dat bij geschillen met de Nederlandse overheid een Nederlander wonend buiten Nederland altijd ongewild voor onnodig hoge kosten wordt gesteld door bijv. dat hij / zij genoodzaakt wordt zittingen bij te wonen. Ook sluiten Nederlandse rechtsbijstand verzekeraars dekking uit indien men buiten Nederland woont. Omgekeerd eveneens. Werkt een z.g. belastingverdrag niet tegen betrokkenen en maakt de zaak onnodig ingewikkeld? Waarom niet een ieder onder het belastingregime laten vallen van het woonland.
En nu? Betekent dit dat je (medische) zorgkosten in mindering mag brengen, ook al ben je geen gekwalificeerde buitenlands belastingplichtige? Of zijn hier zeer specifieke zorgkosten van toepassing? Maar wat zijn die dan? Voor mij niet geheel duidelijk. Betrokkene X woont in Duitsland, maar geldt de uitspraak dan ook voor b.v. Neder-Belgen?
Bij navraag bij één van onze adviseurs het volgende;
Verwezen wordt naar de eerdere reacties van zowel dhr. Cornelisse als die van de VBNGB, waaruit blijkt dat de staatssecretaris in cassatie is gegaan tegen de uitspraak van het Hof. De procureur-generaal heeft vervolgens de HR in overweging gegeven om prejudiciële vragen te stellen aan het EHvJ. Verwacht wordt dat de HR binnen een half jaar een uitspraak doet. Met andere woorden: er is dus momenteel geen duidelijkheid en een eventuele aftrek is bovendien ook sterk afhankelijk van ieders persoonlijke omstandigheden.
Uiteraard kunt u ook overwegen om alvast uw medische zorgkosten ter zekerheid in mindering te brengen. Naar verwachting zal deze aftrek vervolgens geweigerd worden, waarna een bezwaar- en beroepsprocedure uiteraard mogelijk is. Eventueel kan de VBNGB u wel bijstaan met een model- en of beroepsschrift. Dit is echter een beslissing die ieder voor eigen rekening en risico zelf dient te maken.
Aaanvullend en om teleurstellingen te voorkomen: een standaard bezwaar- of beroepsschrift is alleen beschikbaar voor leden van de VBNGB. Lidmaatschap slechts 35 euro per jaar dus schroom niet.
De staatssecretaris heeft beroep in cassatie ingesteld. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden heeft zijn conclusies getrokken (Nummer 22/02356, 31 maart 2023, Belastingkamer B). De PG is niet met ’s Hofs uitleg van EU-recht eens en kan in sommige gevallen het Hof niet volgen. De PG geeft in overweging prejudiciële vragen aan het HvJ voor te leggen en de zaak aan te houden totdat antwoorden verkregen zullen zijn.
Kortom nog steeds geen duidelijkheid!
Johannes,
Dank je voor de aanvulling.
Herman
Dat hele verhaal van 90% belast zijn in Nederland, is natuurlijk niet te verdedigen en niet houdbaar. Eerlijker zou zijn aftrekposten over de diverse landen (naar rato) te verdelen. Bijvoorbeeld: 30% belasting Nederland, 30% van de aftrekposten.
Maar het zal Nederland wel weer een hoop geld kosten, en daarom houden ze dit oneerlijke systeem maar aan.
Bij navraag bij één van onze adviseurs, hierbij de volgende aanvulling;
Het gaat in deze procedure, die door de VBNGB wordt ondersteund, over de vraag of belanghebbende in Nederland aanspraak heeft op aftrek van negatieve inkomsten uit eigen woning, hetzij als kwalificerend buitenlands belastingplichtige art. 7.8 jo. art 21bis UBIB2001, hetzij op grond van EU-recht (vrijheid van personenverkeer)
Zowel Rechtbank als het Hof zijn van mening dat art. 21bis UBIB niet van toepassing is. Het Hof heeft wat betreft het EU-recht een stappenplan uitgewerkt hoe de Schumacker-rechtspraak van het EHvJ zijns inziens moet worden begrepen. In dat stappenplan is voor de meeste VBNGB-leden de belangrijkste vraag of in de woonlidstaat in voldoende mate rekening gehouden kan worden met de persoonlijke en gezinssituatie. Hierbij wordt vlg het Hof gekeken naar het inkomen dat volgens de wetgeving van de woonlidstaat effectief in de belastingheffing wordt betrokken en naar de tegemoetkomingen waarop de belastingplichtige recht heeft volgens de wetgeving van de woonlidstaat. Als deze vraag bevestigend wordt beantwoord, hoeft de bronlidstaat geen rekening te houden met de persoonlijke en gezinssituatie. Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, dient de bronlidstaat naar mening van het Hof de volgens de wetgeving van de bronlidstaat geldende tegemoetkomingen deels te verlenen. Dit wordt bepaald door de breuk: belast inkomen in de bronlidstaat / wereldinkomen. De door de bronlidstaat te verlenen tegemoetkoming wordt echter weer begrensd door de belastingheffing die een ingezetene in de bronlidstaat verschuldigd zou zijn in overigens vergelijkbare omstandigheden als de niet-ingezetene.
De staatssecretaris is het niet eens met bovenstaande uitleg van het EU-recht door het Hof. Volgens de staatssecretaris is het Hof ten onrechte dispariteiten aan het oplossen.
Uiteindelijk geeft de procureur-generaal in overweging de zaak aan te houden en prejudiciële vragen aan het EHvJ voor te leggen.
Recent werd een bericht van de HR ontvangen dat een uitspraak is vertraagd is, maar nu toch binnen enkele maanden is te verwachten. De vraag blijft of er prejudiciële vragen gesteld zullen worden.
Dus blijft de onduidelijkheid inderdaad nog even bestaan.
Na mijn eigen korte reactie gisteren zat ik nog eens door te lezen.
Die conclusie van de PG Wattel was voor mij verbijsterend leesvoer. Er blijft weinig over van tal van arresten en standpunten van het Europese Hof.
Ik zou er graag van gedachten over wisselen met de adviseur van de VBNGB. Als ik diens naam mag weten …
Er staat hierboven ook iets over dispariteiten. Daar ben ik inmiddels allergisch voor geworden. Motto: waar een dispariteit is moet die weg!
Zoals M. Boret voorstelt is het natuurlijk het meest eerlijke. Alles naar rato! Zo vind ik het nog steeds onbegrijpelijk dat ik voor het verlengen van mijn paspoort veel meer moet betalen dan de in Nederland wonende mensen. Terwijl ik naar een Nederlands gemeentehuis ga om mijn paspoort te verlengen.
Daarbij staande naast een inwoner van Nederland die ook z’n paspoort verlengd.
Ik ben alleen twee keer zo duur uit voor dezelfde handelingen. Ook ik betaal belasting in Nederland!
Helaas worden er vaak geen eenvoudige transparante en goedkope oplossingen toegepast.
Ik voer zelf een soortgelijke procedure.
Rb Breda gaf mij ongelijk. Geen KBB dus geen aftrek. Helaas – gewoon een dispariteit.
De Bijlage van het Hof Den Bosch mag op zich al opmerkelijk heten. Het is meer iets voor een Beleidsnota van een ministerie.
Afgezien daarvan.
Interessant is de eerste stap. Om die 90% te bepalen moet je kijken naar het land waar het inkomen wordt genoten. En niet naar de toewijzing van delen van het inkomen door een belastingverdrag. Alles uit Nederland is dan dus 100%. Met altijd volle persoonlijke aftrek.
Wat mij minder aanstaat in deze Bijlage is het gebruik van die dispariteit. Waarvan ik argumenteert dat het Europese Hof dispariteiten zoveel mogelijk weg wil hebben. In de KBB regeling wordt er nu juist eentje bijgemaakt.
Dat alleen al is in strijd met het Unierecht van het Europese Hof. Vind ik.
Mijn beroep voor het Hof Den Bosch hangt. Het duurt jaren.
Ik weet weinig van wat de VBNGB terzake onderneemt. Met tijd van leven ga ik zeker in cassatie. Met een verzoek om richting Europese Hof te gaan. Dat kan ook rechtstreeks bij elke rechter in NL. Rb Breda deed het niet. Hof Den Bosch afwachten. Daarna HR ook afwachten.
Nederland heeft niet alleen het heffingsrecht op pensioenuitkering maar ook de AOW uitkering .
Dat is lang niet altijd zo. In Spanje valt het heffingsrecht toe aan Spanje. En dat geldt voor de AOW in wel meer landen. Zo niet de meeste.
Ook in Frankrijk: AOW is in Frankrijk belast, of liever gezegd NIET belast, want over je AOW betaal je in Frankrijk geen inkomstenbelasting.
Pensioen publiekrechtelijk, dwz je hebt vroeger voor de overheid gewerkt, belast in Nederland.
Pensioen privaatrechtelijk, dwz niet voor de overheid gewerkt, belast in Frankrijk.
Nederland wil graag (ERG GRAAG) het Frans-Nederlandse belastingverdrag aanpassen, zodat alle inkomens uit Nederland ook daadwerkelijk in Nederland belast worden.
Frankrijk houdt dat tegen, onder het motto dat Nederlanders die in Frankrijk wonen ook gebruik maken van de publieke voorzieningen en die worden uit belastinginkomsten betaald.