Selecteer een pagina

Regeerakkoord 2017-2021. Deel 1: belastingmaatregelen.

nov 30, 2017

Relevantie voor gepensioneerde buitenlands belastingplichtigen en gepensioneerde verdragsgerechtigden met hun gezinsleden 1. Inleiding Het recent vastgestelde Regeerakkoord 2017 (RA afgekort) kent een groot aantal maatregelen waarvan diverse voor gepensioneerden wonend buiten Nederland, maar met inkomen vanuit Nederland, van belang zijn. In het RA zelf wordt vrijwel niets geschreven over in het buitenland wonenden, maar de…

Deze pagina is afgesloten en alleen toegankelijk voor leden van de VBNGB

Een deel van deze website is afgesloten en alleen toegankelijk voor leden. Het bij elkaar brengen van relevante informatie kost inspanningen en geld. Zo ook deze website en het onderhouden er van. Een deel van de website houden wij vrij toegankelijk. Hier leest u wat vrij is en wat niet, en waarom.
Als u al lid bent kunt u hieronder inloggen. Bent u nog geen lid? Dan nodigen wij u uit om lid te worden, door het aanmeldformulier in te vullen.

7 Reacties

  1. Geachte heer de Voogd,

    Dank voor uw lezenswaardige analyse. Wetend dat er nog geen definitieve voorstellen zijn rijzen toch bij mij enkele vragen.
    * in alle artikelen over de nieuwe tarieven wordt gesproken van belastingtarieven. U lijkt er van uit te gaan dat in de nieuwe tarieven, althans de laagste, ook de premie vv is opgenomen. Op dit moment worden ib op mijn pensioen, en ib plus premies separaat ingehouden aan de bron.
    * in het geval dat het toekomstige tarief een zuiver belastingtarief blijft lijkt de enige manier om met de genoemde percentages een daadwerkelijke belastingverlaging te realiseren een stevige verhoging van de heffingskortingen/belastingvrije som. Dat zou betekenen dat de niet 90% gerechtigden een uiterst forse belastingverhoging tegemoet zouden moeten zien. Ik heb in een ingezonden stukje op uw site al eerder de aandacht gevraagd voor gepensioneerde ambtenaren over wier pensioen de Nederlandse fiscus zich belastingheffing voorbehoudt. Met als gevolg dat het voor hen nagenoeg onmogelijk is te ” kwalificeren”. Een ongelijke behandeling naar woonplaats binnen de EU, in vergelijking met in NL gevestigde gepensioneerde ambtenaren.
    * Zijn er indicaties dat de wetgever, mede onder de druk van de uitspraken van het Europese Hof, die 90% regeling tegelijkertijd met de belastingherziening schrapt/verandert?
    Dank voor uw reactie.

    J. Foerster

    Antwoord
  2. Geachte Heer/Mevr. Foerster

    Inderdaad moeten op de een of andere wijze in de nieuwe eerste schijf, die tot ruim 66000 Euro loopt, op de een of andere wijze naast het ib-percentage ook de premiepercentages volksverzekeringen zijn verwerkt. Anders is de beoogde lastenverlichting namelijk niet haalbaar. Ik heb daarbij – de volgens mij slechts mogelijke – opties I en of II genoemd, en erop gewezen dat in verband met het feit dat veel buitenlands belastingplichtigen niet premieplichtig zijn, slechts optie II aanvaardbaar is. Dit houdt dus in dat de huidige systematiek waarbij tot een maximum van ruim 34000 Euro slechts premies v.v. geheven worden gehandhaafd dient te blijven.

    De wijze van behandeling van de heffingskortingen is al vastgelegd in het RA en dient niet, en kan ook niet dienen , om het hiervoor geschetste probleem op te lossen. De veranderingen in de heffingskortingen zijn van ondergeschikte aard t.o.v. de beoogde lastenverlichting in verband met invoering tweeschijventarief. Niettemin is het juist dat kwalificerende buitenlands belastingplichtigen van de veranderingen in de heffingskortingen kunnen profiteren (echter slechts voor het belastingdeel ervan). Het is echter ook bekend dat die heffingskortingen gemakkelijk van jaar op jaar weer gewijzigd of zelfs afgeschaft kunnen worden. Dat buitenlands belastingplichtigen met een overheidspensioen soms (afhankelijk van het heffingsrecht over hun andere inkomen) moeilijk kunnen kwalificeren onder de 90% regeling is juist maar niet in strijd met EUrecht. Bovendien geldt dat niet makkelijk kunnen kwalificeren ook (vaak zelfs eerder, namelijk als het heffingsrecht aan het woonland toevalt) voor buitenlands belastingplichtigen met een bedrijfspensioen.

    Er zijn geen indicaties dat de 90% kbb-regeling gewijzigd of geschrapt gaat worden. De laatste uitspraak van het EHvJ (arrest X) zal m.i. een marginale verandering in de wettekst (art. 7.8 WetIB2001) van die regeling vereisen indien men inkomsten uit meerdere herkomststaten heeft (zoals ik in een andere column betoogde), en mogelijk ook de maatregelen i.v.m. eigenwoningforfait en afschaffing van het beginsel van de wet Hillen. Maar in essentie kan de 90% regeling slechts veranderd worden op basis van een lobby van buitenlands belastingplichtigen, niet op basis van de huidige EHvJ jurisprudentie.

    Antwoord
  3. Goedemorgen heer Jan de Voogd!

    Ik wil graag reageren op het gedeelte onder 2.1. Een heldere uiteenzetting, maar helemaal volgen kan ik het desondanks niet. Ligt aan mij, hoor.

    Heb echter een vraag. Is in het RA ook bepaalt, dat de SVB miv 1.1.2019 de algemene heffingskorting niet meer mag inhouden? Wij hebben van SVB een brief gehad.

    Dit betekent namelijk dat veel meer inkomstenbelasting gaat worden ingehouden. Alleen de Nederlanders in het buitenland, die “kwalificeren” kunnen dit in hun aangifteformulier bij de Belastingdienst geldend maken.

    Wie niet “kwalificeerd” heeft pech en gaat er netto per maand 150 tot 250 euro op achteruit. Ik heb hierover al een bericht geplaatst op uw site onder “Ervaringen met de regeling KBB.

    Met vriendelijke groeten,

    Karin en Carl Mollee

    Antwoord
  4. Dit is niet in het Regeerakkoord bepaald. Het is namelijk ook slechts een uitvoeringskwestie. altijd gold al dat slechts degenen die als buitenlands belastingplichtige kwalificeert (een KBB’ er) recht heeft op het belastingdeel in de heffingskortingen. In 2017 is al aangekondigd, en uitgewerkt in het Belastingplan 2019, dat vanaf 2019 in de loonbelastingsfeer aan niet-kbb’ers deze heffingskortingen niet meer worden uitbetaald, tenzij men bij verzoek duidelijk kan maken (bijv. verzoek om voorlopige aanslag 2019) dat men wel zal kwalificeren. Dit laatste wordt getoetst aan de situatie van jaren voor 2019. Reden is dat de belastingdienst niet achteraf, in de sfeer van de inkomstenbelasting, ten onrechte (aan niet-KBB ‘ers) uitgekeerde heffingskorting moet gaan terughalen.

    Antwoord
  5. Beste
    Bovenstaande aspecten zijn in principe goed opgesomd. Echter voor een leek niet te volgen.
    Zo ben ik al enige tijd bezig om na te gaan wat eea voor mij betekent.
    Ik woon in Belgie, krijg AOW en ABP pensioen. Tevens een huis in belgie waar ik woon en een app in maastricht waar dochter tijdelijk woont.
    Het zou handig zijn als de uitwerking van een RA in een of meerdere cases per land uitgewerkt werd.

    Antwoord
    • Inmiddels zijn we al wat verder en zijn die voornemens in concrete belasting- en andere maatregelen uitgewerkt. Zie daartoe andere berichten op deze site.
      Duidelijkheid over hoe het tariefstelsel wordt uitgewerkt voor buitenlands belastingplichtigen is er dus ook al.

      Antwoord
  6. KABINETSREACTIE EVALUATIES GIFTENAFTREK EN ANBI/SBBI-regeling
    1. Aanleiding
    In de brief die ik uw Kamer op 26 januari 2018 heb doen toekomen, heb ik gereageerd op de brief van 29 november 2017 van de vaste commissie voor Financiën met verzoeken gerelateerd aan de evaluaties van de giftenaftrek en de evaluatie van de praktijk rondom Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) en Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s).1 In deze brief heb ik gemeld dat ik voornemens was om de door de vaste commissie gevraagde kabinetsreactie op deze evaluaties voor 1 juni 2018 naar uw Kamer te sturen. Vervolgens heeft de vaste commissie voor Financiën mij verzocht de kabinetsreactie in april naar uw Kamer te sturen zodat over de kabinetsreactie half juni 2018 een algemeen overleg kan worden gevoerd. Aan dit verzoek wil ik graag voldoen.

    2. Regeerakkoord
    Voor deze kabinetsreactie is het Regeerakkoord leidend. In het Regeerakkoord is afgesproken dat de Geefwet blijft.2 De Geefwet die van kracht is sinds 1 januari 2012, kent een multiplier voor giften aan culturele ANBI’s3 en een optionele Vpb-plicht voor culturele instellingen, maar ook enkele andere maatregelen, zoals een verruiming van de commerciële activiteiten van ANBI’s en invoering van een aftrek van eenmalige giften aan steunstichtingen SBBI’s.4 De belangrijkste overwegingen voor het kabinet om te kiezen voor continuering van de Geefwet en de daaraan gekoppelde regelingen, waaronder de giftenaftrek en regelingen voor de ANBI en SBBI, zijn het maatschappelijk draagvlak voor deze wet en de bijdrage die de wet levert aan financiële ondersteuning van goede doelen, waaronder cultuur.

    Toezicht op buitenlandse ANBI’s
    Per 1 januari 2018 zijn er 236 ANBI-instellingen die gevestigd zijn in het buitenland. De ANBI- status wordt in die gevallen veelal aangevraagd voor de vrijstelling van de erfbelasting na het overlijden van een in Nederland wonende persoon. Als dat een eenmalige kwestie voor de buitenlandse instelling is, is de ANBI-status hier feitelijk overbodig en complicerend in het toezicht.

    BIJLAGE 1 KABINETSREACTIE EVALUATIES GIFTENAFTREK EN PRAKTIJK RONDOM ANBI-REGELING
    Bijlage Giftenaftrek en fiscale regelgeving goede doelinstellingen in andere landen
    Zoals in paragraaf 3 van het kabinetsstandpunt is aangekondigd, wordt in deze bijlage in kort bestek ingegaan op de fiscale aftrekbaarheid van giften en de fiscale regelgeving voor ANBI’s in een aantal relevante landen. Met name het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen springen eruit. Beide landen hebben de rol van de burger drastisch teruggebracht, maar via verschillende routes.
    Lees verder op:
    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/04/26/kabinetsreactie-evaluaties-giftenaftrek-en-anbi-sbbi-regeling

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.