Op 13 september 2018 heeft een delegatie van de VBNGB overleg gevoerd met drie leden van de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer: zie verslag. De Vaste Commissie heeft VBNGB nadere informatie gevraagd wat de problemen zijn bij het verkrijgen van de Inkomensverklaring (Iv), die nodig is voor de regeling Kwalificerende Buitenlandse Belastingplicht (KBB).
Om de politici over dit onderwerp zo goed mogelijk in te lichten hebben we meer informatie nodig.
Uit de uitslag van de op onze website geplaatste stelling van oktober bleek dat meerdere van onze leden problemen hebben gehad met de Iv dan wel dat de verklaring zonder enige vorm van controle was ondertekend. De uitslag van de stelling liet uiteraard geen details zien en in welke landen zij zich voordeden.
Wilt u uw problemen of ervaringen die u heeft ondervonden met de Inkomensverklaring mailen naar ons bestuurslid Roy Meijnderts meijnderts@vbngb.eu. Wij zouden graag uw reactie vóór 20 november 2018 willen ontvangen.
De besproken onderwerpen tijdens ons bezoek van 13 september zijn later onderwerp van gesprek geweest in een Kameroverleg met drie staatssecretarissen, waarvan het verslag van dit Algemeen Overleg is Vastgesteld 19 oktober 2018: zie verslag.
Nadere uitleg van de problematiek:
Een van de besproken onderwerpen was de regeling Kwalificerende Buitenlandse Belastingplicht (KBB). Aangezien naar aanleiding van “de zaak X” (zie de column van Jan de Voogd hierover) de Wet Inkomstenbelasting op dit punt zal moeten worden aangepast zullen wij van de gelegenheid gebruik maken om de regering nogmaals te wijzen op de onlogische en onrechtvaardige aspecten van de regeling. Daarom verzoeken wij u, uw negatieve ervaring met de Regeling KBB met ons te delen, bijvoorbeeld als gevolg van gemiste aftrekposten, zodat wij met voorbeelden uit de praktijk kunnen schermen.
Het spreekt vanzelf dat uw informatie anoniem zal worden behandeld. Het gaat niet om de persoon, maar om de consequenties van de Regeling KBB in het algemeen en de behandeling van de Iv procedure in het specifieke woonland.
Een “gemiste” aftrekpost is miv 1.1.2019 de heffingskorting.
Oostenrijk belast het wereldinkomen muv uitkeringen door de Nederlandse staat, zoals AOW, ANW etc. Deze uitkeringen worden in Nederland belast en niet in Oostenrijk.
Gepensioneerden met een bedrijfspensioen betalen daarover in Oostenrijk belasting. Deze gepensioneerden zijn dus niet KBB.
Miv 1.1.2019 mag de SVB de heffingskorting niet meer toepassen. Dit betekent dat over een hoger bedrag belasting wordt ingehouden.
Als niet-KBBer kun je de heffingskorting NIET terugkrijgen van de Nederlandse belastingdienst. In ons geval van AOW met partnertoeslag gaat de ingehouden belasting met 215 euro omhoog van 38 naar 253 euro.
Mijn man en ik wonen in Zweden. Ook hier betalen we belasting over onze AOW in Nederland en in Zweden over ons pensioen.
Om geen dubbele belasting over het pensioen te betalen hebben we daarvoor vrijstelling aangevraagd en gekregen, bij de belastingdienst in Nederland.
Over de AOW wordt al loonbelasting ingehouden in Nederland, zonder rekenschap te houden met de heffingskortingen. Wat dat betreft dus geen nieuws voor ons.
Wat ik wel wat onredelijk vind, is dat wij geen KBB zijn omdat we belastingplichtig zijn in Zweden voor ons pensioen en daardoor boven die 10% uitkomen, terwijl we daar geen inkomen boven die 10% hebben.
Geachte Frede,
Mag ik zo vrij zijn even te reageren? Ik snap namelijk twee dingen niet.
1)
U schrijft dat over uw AOW geen rekenschap wordt gehouden met de heffingskortingen. Betekent dat dat de SVB bij u over de AOW niet automatisch de algemene heffingskorting heeft toegepast?
2)
Net als wij in Oostenrijk wordt bij u het pensioen in uw woonland belast en komt u niet in aanmerking voor KBB. Echter, ik begrijp niet wat u bedoelt dat u in Zweden “geen inkomen boven 10%” heeft.
Graag zie ik uw reactie tegemoet, met vriendelijke groet
Karin Mollee
Gemiste aftrekpost voor mij is de partneralimentatie van mijn ex echtgenote. Ik woon inmiddels 11 jr op Curaçao,