Vraag EP over pensioenleeftijd van grensarbeiders

mrt 12, 2020

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-001165/2020

aan de Commissie

Artikel 138 van het Reglement

Jeroen Lenaers

Betreft:        Coördinatieverordening sociale zekerheid – pensioenleeftijd grensarbeiders

Als gevolg van het verschil in pensioengerechtigde leeftijd tussen Nederland en Duitsland schiet de coördinatieverordening nr. 883/2004 tekort. Dit is onder andere het geval bij Nederlandse grensarbeiders in Duitsland.

Hypothetisch voorbeeld: een in Nederland wonende en in Duitsland werkende grensarbeider heeft bij ziekte recht op zes weken Duitse loondoorbetaling. Indien hij de leeftijd van 65 jaar en 8 maanden heeft bereikt, heeft hij daarna van rechtswege géén aanspraak op 72 weken Duits Krankengeld, maar krijgt hij zijn Duits ouderdomspensioen. Omdat betrokkene slechts kort in Duitsland heeft gewerkt, bedraagt dit Duitse ouderdomspensioen slechts ongeveer 200 euro per maand. Zijn Nederlandse AOW – c.q. bedrijfspensioen ontvangt betrokkene pas met 66 jaar en 4 maanden. In dit voorbeeld is dus sprake van een inkomenshiaat van 8 maanden.

  1. Is de Commissie het ermee eens dat de coördinatieverordening nr. 883/2004 in dit geval tekortschiet?
  2. Zou een grensarbeider in deze situatie op basis van jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie aanspraak kunnen maken op een Nederlandse ziektewetuitkering?
  3. Indien de persoon arbeidsgeschikt is, heeft hij dan als grensarbeider aanspraak op een Nederlandse werkloosheidsuitkering?

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

Algemene Ouderdomswet.

2 Reacties

  1. Rente / 30.12.2019
    Das ändert sich bei der Rente 2020
    Zum Jahresbeginn 2020 ergeben sich in der gesetzlichen Rentenversicherung wieder eine Reihe von Änderungen.
    …….
    Reguläre Altersgrenze wird angehoben
    Die Altersgrenze für die reguläre Altersrente steigt im nächsten Jahr auf 65 Jahre und neun Monate. Das gilt für Versicherte, die 1955 geboren wurden und im nächsten Jahr 65 werden. Für diejenigen, die später geboren wurden, erhöht sich das Eintrittsalter weiter. 2031 ist die reguläre Altersgrenze von 67 Jahren erreicht.
    Lees verder op:
    https://www.ihre-vorsorge.de/nachrichten/lesen/das-aendert-sich-bei-der-rente-2020.html?cid=ivnewsl

    Antwoord
  2. 6 juli 2020
    Aan de Tweede Kamer

    Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Tielen en Nijkerken-de Haan over uitspraken van het Europese Hof van Justitie m.b.t. grensarbeid.

    de Minister van Sociale Zaken
    en Werkgelegenheid,

    W. Koolmees

    4. Wat zijn de meest voorkomende hiaten die kunnen ontstaan in sociale zekerheids- en pensioenaanspraken wanneer mensen in het buitenland werken en in Nederland blijven wonen? Hoe vaak komen die voor en hoe groot zijn die hiaten financieel voor de betreffende mensen?

    Daaruit:
    Onder vraag 2 ben ik ingegaan op het inkomenshiaat dat kan ontstaan door het verschil in wachttijd bij arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Naast dit inkomenshiaat ben ik ermee bekend dat zich inkomenshiaten kunnen voordoen als gevolg van de verschillen in pensioenleeftijden tussen de lidstaten. Een Belgische of Duitse arbeidsovereenkomst eindigt doorgaans op het moment dat men de aldaar geldende (lagere) pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Buitenlandse uitkeringen stoppen vaak ook bij de nationaal geldende pensioenleeftijd. Indien deze pensioengerechtigde leeftijd lager is dan de Nederlandse, kan zich een inkomenshiaat voordoen. Een dergelijk hiaat kan zich niet alleen voordoen bij mensen die in het buitenland werken en in Nederland blijven wonen, maar ook bij grensarbeiders die gaan werken in Nederland en in een buurland blijven wonen.

    Eerder heb ik met uw kamer van gedachten gewisseld over een inkomenshiaat dat kan ontstaan als een in België woonachtige en in Nederland werkzame grensarbeider werkloos is of wordt na zijn 65ste (de huidige Belgische pensioengerechtigde leeftijd). Deze persoon krijgt dan nog geen Nederlandse AOW-uitkering, maar heeft ook geen recht meer op een Belgische werkloosheidsuitkering.
    De Belgische regering heeft een vangnetregeling gemaakt waardoor de eerder beschreven groep grensarbeiders onder bepaalde voorwaarden toch een beroep op de Belgische werkloosheidsuitkering kunnen blijven doen. Tijdens overleg hierover met de Belgische autoriteiten bleek dat er maar een zeer kleine groep van tien tot vijftien personen is die een beroep op de Belgische vangnetregeling doet. Op basis hiervan was de inschatting dat de groep die een substantieel inkomenshiaat ervaart als gevolg van het uiteenlopen van de pensioenleeftijden tussen België en Nederland zeer beperkt is.

    Sinds dit overleg heb ik echter ook signalen gekregen dat zich soortgelijke situaties kunnen voordoen met Duitsland en dat het zich niet alleen kan voordoen bij werkloosheid, maar ook bijvoorbeeld bij ziekte. Ook kan het dus niet alleen om grensarbeiders gaan die in Nederland werken en in een buurland wonen, maar ook om de omgekeerde situatie waarbij mensen in het buitenland werken en in Nederland blijven wonen. Hoewel deze situaties dus andere karakteristieken kennen, hebben zij als gemene deler dat er sprake is van een inkomenshiaat dat valt te herleiden tot het verschil in de pensioengerechtigde leeftijd tussen twee lidstaten. Zoals ik eerder aangaf laat de coördinatieverordening de bevoegdheid voor de inrichting van het socialezekerheidsstelsel bij de lidstaten. Dit geldt zeker voor zulke fundamentele keuzes als het vaststellen van de pensioengerechtigde leeftijd. Ik zou hier niet aan willen tornen. Ik wil mijn ogen echter ook niet sluiten voor problemen waarmee grensarbeiders worden geconfronteerd als gevolg van de beslissing om over de grens te gaan werken.
    Zoals er eerder met het Belgische ministerie is gesproken over deze problematiek, zullen mijn medewerkers daarom tevens in overleg treden met het Duitse ministerie. Aangezien deze problematiek zich in heel de EU kan voordoen, zal ik daarna ook bezien of het in Brussel dient te worden geagendeerd.

    Er zijn geen cijfers beschikbaar betreffende het aantal in Nederland woonachtige grensarbeiders dat geconfronteerd wordt met een van de voormelde inkomenshiaten of de (gemiddelde) grote van de financiële gevolgen hiervan. De financiële gevolgen verschillen daarnaast per individu. Daarom kan ik geen uitspraak doen over de omvang van de inkomenshiaten. Het inkomenshiaat zal groter zijn naarmate er meer AOW is opgebouwd in Nederland en naarmate de buitenlandse pensioengerechtigde leeftijd meer afwijkt van de Nederlandse pensioengerechtigde leeftijd.

    Antwoord

Laat een reactie achter voor Jan de Voogd Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.