Woonlandfactoren voor het jaar 2023 ten behoeve van de CAK-bijdrage voor verdragsgerechtigden

Bron: STAATSCOURANT, Nr. 29339 4 november 2022

Woonlandfactoren voor het jaar 2023
Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 oktober 2022, kenmerk 3439287-1035439-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2023 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden.

Klik hier voor de publicatie op onze website of hier om direct de publicatie in te zien.

 

37 Reacties

  1. Het CAK zet op haar site:

    “De dekking van het woonlandpakket is gelijk aan het wettelijk zorgpakket in dat land”.

    Dat is opmerkelijk: in Frankrijk is de gemiddelde dekking 65%.
    Maar voor die gemiddelde dekking moet je wél: 84,16% woonlandfactor betalen.
    Waar blijven die kleine 20% die je dus extra betaald?
    Je zou dus (volgens de info van het CAK) recht moeten hebben op 84,16% van de zorg in Frankrijk. Maar dat is maar 65%!
    En je betaalt ook nog WLZ premie aan het CAK. WLZ recht bestaat niet in Frankrijk.
    Waar je betaal je die bijdrage dan voor?

    Antwoord
  2. Goedemiddag,

    ik woon bijna 8 jaar in Malta en ben zodoende goed bekend met de Woonland factoor voor Malta. Volgens mijn waarneming is er een fout geslopen in dit bericht in de Staatscourant.
    Malta en Marokko zijn met elkaar verwisseld. Als dit juist zou zijn is het een giga verhoging voor gepensioneerden in Marokko en omgekeerd.

    Malta gaat van 0,3956 in 2022 naar 0,0584 in 2023
    en Marokko gaat van 0,0253 in 2022 naar 0,3957 in 2023.

    Wonende in Malta heb ik hier uiteraard geen probleem mee maar wat gebeurt er in dit geval in de uitvoering?

    Antwoord
    • VWS zal gecorrigeerde cijfers doen publiceren

      Antwoord
    • In een latere lijst staat 0,0584 voor Macedonie en 0.3957 voor Malta. Dat maakt sense.

      Antwoord
      • En subtiel is toen ook Macedonië terecht in Noord-Macedonië veranderd.

  3. Wie kan de statistieken nog interpreteren. Voor mijn huidige verblijfs(ei)land Cyprus drie woonland factoren sinds aankomst in 2018 : 0.1434, 0.2155 en 0.3527. Heb ik iets gemist ?
    Het woord ‘zorg’ is niet terecht, het betreft een ziektekostenverzekering. Inmiddels heb ik het Ministerie (MoH) in Nicosia gebeld: de ziektekostenpremies voor 2023 worden voor Cyprus n i e t verhoogd. Hoe verklaart de NLse wetgever een verhoging van premies.

    Antwoord
    • Jan, het duizelt me,
      kan je mij een plezier doen het juiste uitgaven Nederland en Frankrijk voor mij opzoeken, en deze naast elkaar zetten.
      Dan kan ik proberen te kijken (volgens de berekening van Willem Vos of de juiste woonlandfactor is toegepast voor Frankrijk.

      Antwoord
      • VBNGB bekijkt thans of het wenselijk is bij bepaalde woonlanden, met structureel hogere woonlandfactor in 2023 dan voorheen, nieuw onderzoek te entameren waarin de WHO-cijfers vergeleken worden met gegevens uit nationale bronnen over wettelijke zorgkosten naar de definitie van artikel 6.3.1. RZv.

      • Ik zou dat enorm toejuichen Jan, ik heb wederom contact gehad met het Statistische Bundesamt en , zoals verwacht, kunnen die mij geen verklaring geven waarom en op welke punten de Duitse cijfers afwijken van de WHO cijfers.
        Ze hebben mij wederom gezegd, dat ik voor die verklaring toch echt bij de WHO moet zijn.
        Kortom, dat is een doodlopende weg.
        Het CAK reageert niet, meer, op mijn verzoek om meer informatie en laat het bij het bericht , dat VWS dat regelt.

        Dezelfde vraag heb ik gesteld via de site aan de Overheid, daar heb ik een reactie ontvangen, dat ze de vraag hebben doorgezet naar het Ministerie van VWS, dus wellicht dat daar vandaan nog een reactie komt.
        Tja, anders zit er niets anders op denk dan zoals jij suggereerde een bezwaar in te dienen bij de SVB in januari a.s., maar wat dat voor effect gaat hebben ?
        Als ik de SVB was zou ik als antwoord geven, dat is de opdracht die we van het CAK hebben gekregen, dus u moet daar zijn.
        Ik heb datzelfde antwoord een paar jaar geleden gekregen van mijn pensioenfonds toen ik daar een vraag over stelde.

      • Zoals gezegd: bezwaar maken , ongetwijfeld gevolgd door beroep omdat bezwaar vrijwel zeker afgewezen zal worden, is slechts mogelijk als iemand zelf de bewijslast op zich neemt, dus aantoont waarom en dat de berekening onjuist is.

      • Ik heb de cijfers voor Frankrijk gevonden (https://drees.solidarites-sante.gouv.fr/sites/default/files/2021-09/Fiche%2001%20-%20La%20consommation%20de%20soins%20et%20de%20biens%20m%C3%A9dicaux.pdf)
        2016: €198.018 miljard; woonlandfactor: 0,750
        2017: €201,264 0,820
        2018: €204.222 0,930
        2019: €208.372 0,831
        2020: €209,228 0,906

        Waar dus tussen 2019 en 2020 de ziektekosten in Frankrijk met 0,4% gestegen zijn,
        is de woonlandfactor tussen 2019 en 2020 met dik 9%. terwijl de Franse ziektekosten tussen 2016 en 2020 met 5,66% zijn gestegen.
        Wie heeft de cijfers van uitgaven Nederland (in miljarden) voor deze jaren?

      • Ik vind tevens uitgaven Nederland (inclusief kinderopvang, vreem want kinderopvang is geen ziekte uitgave)
        -2016: 96 miljard
        -2017: 97 miljard
        -2018: 100 miljard
        -2019: 107 miljard
        -2020: 116 miljard

  4. Ik heb nog even verder gezocht:
    zorgkosten Nederland in miljarden:
    -2016: 96 miljard
    -2017: 97 miljard
    -2018: 100 miljard
    -2019: 107 miljard
    -2020: 116 miljard

    Woonlandfactor:
    -2016: 0,750
    -2017: 0,820
    -2018: 0,930
    -2019: 0.831
    -2020: 0,906

    Kunnen nu de mensen die wiskunde in hun pakket hebben (ik niet dus) uitrekenen of de cijfers van de woonlandfactoren kloppen?

    Antwoord
  5. Ik zie trouwens dat in de Nederlandse cijfers ook de kinderopvang is meegeteld, die zitten niet in de Franse cijfers, want is kinderopvang een ziektekosten uitgave?
    Zo kan je natuurlijk nooit cijfers vergelijken!
    (In 2021 is bijna 125 miljard euro uitgegeven aan zorg en welzijn, inclusief kinderopvang. Dat is 8,8 miljard euro (7,6 procent) meer dan in 2020: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/27/zorguitgaven-stegen-in-2021-met-7-6-procent)

    Antwoord
  6. Op de site: https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/84047NED
    heb ik de uitgaven kinderopvang gevonden, maar vanaf 2019.
    Vanaf 2016 zullen de kosten waarschijnlijk vergelijkbaar zijn.

    2019: uitgaven gez. zorg: 107.429 miljard -10.385 = 97.044
    2020: 115.985 – 11.140 = 104.885
    2021: 124.770 – 11.948 = 112,822
    2022: nog geen gegevens.

    Antwoord
  7. Max,
    In de regeling Zorgverzekering staat dat de wettelijke zorgkosten van Nederland worden vergeleken met de vergelijkbare zorgkosten in het woonland en dan gedeeld wordt door het aantal inwoners, dus de zorgkosten per persoon.
    Voor Nederland wordt specifiek genoemd de uitgaven in het kader van de ZvW en de WLZ.
    Dat bedrag moet je nemen en dan delen door het aantal inwoners en dat pas je bij Frankrijk ook toe.

    Antwoord
  8. Dat is niet helemaal wat er staat: wettelijke zorgkosten per verzekerde is de vergelijkingsmaatstaf.

    Antwoord
    • Ik heb de berekening volgens de methode Vos geïmplementeerd:
      Neem als voorbeeld het jaar 2020: de woonlandfactor voor Frankrijk was toen: 0,9066

      In Frankrijk werd in 2020 uitgegeven: 209.228 miljard euro/67,38 miljoen inwoners, geeft:
      €3105,19 per persoon

      In Nederland werd uitgegeven 107.429 miljard – 10.385 miljoen aan kinderopvang =
      107.418,615/17,44 miljoen inwoners, geeft:
      €6159,228 euro per inwoner.

      3105,19/6159,22 = 0,5041
      Dus een woonlandfactor van 0,504 voor Frankrijk voor 2020. Dat in vergelijking met wat Nederland aan woonlandfactor opgeeft: 0,9066!, groot verschil!!

      Reken ik verkeerd, corrigeer me gerust.

      Antwoord
      • De cijferbasis die je gebruikt is onjuist (namelijk te veelomvattend). Het gaat, naar de definitie van art. 6.3.1. RZv, om de ziektekosten behorende bij het wettelijke ziektekostenstelsel per wettelijk verzekerde. In de SHA-WHO cijfers is daarbij gekozen voor “publiek gefinancierde zorgkosten per inwoner” als vergelijkingsmaatstaf: zie de beschrijving van methodiek 4 in het CBS-rapport.

      • Dag Jan, ik had al aangegeven dat ik voor verbetering vatbaar ben.
        Mag ik voorstellen dat jij, of in naam van de VBNGB de vergelijking maakt voor Frankrijk voor bijvoorbeeld 2020.
        Mij wordt het toch iets te ingewikkeld.

    • Volgens mij schrijf ik dat, de wettelijke zorgkosten ( ZvW en WLZ) voor Nederland vergelijken met de vergelijkbare ( wettelijke ) zorgkosten in het woonland.
      Nou komt de vraag , voor Nederland is het helder, maar wat zijn de wettelijke zorgkosten in Duitsland of Frankrijk of Marokko ?

      Antwoord
  9. Voor 2021 uitgaven Frankrijk:
    226.696 miljoen
    Nederland: 124.770 – 11.948 (kinderopvang) = 112.822 miljoen

    226,696/67,5 miljoen aantal inwoners Frankrijk = €3358,45 p.p
    112,822/17,53 mi;j. inw. Nederland = €6435,93 p.p.

    3358,45/6435,93 = 0,5218 als woonlandfactor
    Nederland rekent u: 0,8918
    Volgens Jan mag ik zo niet rekenen, en zijn er andere getallen voor berekening,
    maar het verschil tussen werkelijke ziektekosten en de woonlandfactor van 0,5218 en 0,8918 lijkt mij wel erg groot.
    Waar komt die verantwoording van Nederland vandaan?

    Antwoord
  10. Johannes Willemsen zegt wonende en verdragsgerechtigde in Zwitserland

    Als VWS/CAK nieuwe woonlandfactoren met behulp van WHO getallen publiceert in de staatscourant van 4 november 2022 dan dient VWS/CAK ook een onderbouwing van de gebruikte zorgkosten te publiceren van de 39 landen waarin de verdragsgerechtigden verblijven.

    Ik ben verheugd dat op 15 november 2022 de Heer de Voogd
    toezegt dat het een taak is van de VBNGB om dit van de VWS/CAK te verlangen en zeker bij grote afwijkingen van de woonlandfactor tussen 2022 en 2023.
    In de tabel op pag.6 van de staatscourant van 4-11-2022 is duidelijk aangegeven welke landen dit zijn waarbij te bedenken is dat de woonlandfactor van 2023 in de toekomst geldig zal zijn zonder mitigerende mechanisme !! welke in enige jaren verdwijnen.
    Volgende landen met een woonlandfactor hoger dan 0,5 zijn vooral betrokken,

    Land 2022 2023 Toename/Afname

    Belgie 0,7369 0,7736 + 5%
    Denemarken 0,9836 1,1019 + 12 %
    Duitsland 0,8138 1,0169 + 25%
    Finland 0,6716 0,7467 + 11%
    Frankrijk 0,8816 0,8109 – 8,7%
    Ierland 0,9185 0,9636 +5%
    ijsland 1,3388 0,9473 -41%
    Italie 0,5233 0,4702 – 11%
    Kroatie 0,1945 0.4702 +142%
    Liechtenstein 0,9172 1,33814 + 50%
    Luxemburg 0,7491 0,8139 +8,6%
    Noorwegen 1,3213 1,3268 +0,4%
    Oostenrijk 0,6732 0,8589 +27%
    V.K. 0,6308 0,8229 +30%
    Zweden 0,7751 1,0444 +35%
    Zwitserland 0,7145 1,4451 + 102% !!

    Zonder enige verklaring en onderbouwing worden deze woonlandfactoren in de staatscourant gepubliceerd.

    Wat betreft de zorgkosten in de 39 landen en NL zijn op pag. 5 van de staatscourant van 4-11-2022 deze te vergelijken met de kosten in de staatscourant van 20-11-2017 betreffende de jaren
    2015 en 2020 derhalve vertraging van 2 jaren.

    In Zwitserland waren de zorgkosten € 2.826 in 2015 en voor 2020 € 6.279 per persoon
    Toename van 122% en dit moet waar zijn ??

    Vol verwachting zie ik het onderzoek van de VBNGB tegemoet

    Antwoord
    • @Willemsen. Ik schreef dat VBNGB overweegt dit onderzoek te entameren. Dat is dus nog geen beslissing: het is in discussie. De vraag is voorts of VBNGB dit onderzoek zelf moet doen, mede gezien de te verwachten bewijslast.
      Wat betreft de mitigeringsmaatregelen: slechts de erste verdwijnt op termijn , namelijk de toepassing van het driejaarsgemiddelde. De maximering van de factor op 1 zou niet verdwijnen. Desondanks dat laatste zijn een anatal verhogingen t.o.v. 2022 fors.
      Dat er geen verantwoording is in de Staatscourant voor de berekende woonlandfactoren, inclusief de cijferbasis, lijkt me te kort door de bocht: de Staatscourant geeft daarover toelichting, waaronder ook een referentie naar het CBS -rapport over woonlandfactoren. Maar een verklaring voor structureel hogere factoren voor diverse woonlanden ontbreekt inderdaad. De noodzaak tot verklaring (en daarna evt: correctie) lijkt me voor diverse landen urgent, maar dan weer niet voor bijv. Noorwegen waar de verandering tov 2022 pas drie cijfers achter de komma waarneembaar is.

      Antwoord
  11. Johannes Willemsen zegt
    Als antwoord op de reactie van de Heer de Voogd op mijn woonlandfactor reactie van 28-11-2022 gaarne volgende opmerkingen.
    ik ben zeer onder de indruk van de vele pogingen van de Heren
    Vos en Moret om de zorgkosten in hun woonlanden en NL te bepalen.
    Maar dat is mijns inziens niet mogelijk indien de opsteller van de zorgkosten CBS/VWS/CAK deze niet vrij geven.
    De complexiteit bij de WHO cijfers is niet te overzien maar daarvoor hebben wij deze organisaties om dat ons uit te leggen.
    Uiteindelijk worden zij hiervoor door ons betaald met belastinggelden.
    Op 11 en 15 november 2022 heeft de Heer W.Vos ook gezegd dat er Ja en Amen geknikt is tegen VWS/CAK door VBNGB.
    Ik ben er het mee eens dat de tijd van ja en amen voorbij moet zijn en dan maar geen vriendelijke gesprekken met VWS/CAK en dan maar zoals dat plaats vindt in de affaires rond toeslagen,stikstof ,aardbeving schade etc.
    ik ben dan ook van mening dat de VBNGB van de CBS/VWS/CAK
    dient te eisen om opening van zaken te geven over gespecificeerde zorgkosten per land.
    Gespecificeerd naar o.a. kosten van ziekenhuis,huisarts,medicijnen,tandarts,verpleegtehuizen en seniorhuizen en overige zoals loonbetalingen etc.
    Wij hebben 84.000 nederlandse verdragsgerechtigden waarvan
    60.000 in de landen met een duidelijke woonlandfactor verhoging geconfronteerd zijn tussen 2022 en de niet mitigerende 2023 factoren welke over enige jaren verdwijnen ook de factor 1.0 zal verdwijnen op basis van de zorgkosten in die landen welke hoger zijn als in NL

    belgie met +5%
    denemarken met + 12%
    duitsland met + 25%
    finland met + 11%
    ierland met + 5%
    kroatie met 142%
    liechtenstein met 50%
    luxemburg met + 8%
    portugal met +12%
    oostenrijk met + 27%
    V.K. met + 30%
    spanje met + 6%
    zweden met + 35%
    zwitserland met + 102%

    Gaarne reacties en acties

    Antwoord
  12. Het probleem wordt de bewijslast om aan te tonen, dat de woonlandfactor niet conform de wet is vastgesteld.
    Ik neem Duitsland maar weer even, aangezien ik in Duitsland woon.
    In 2016, het laatste jaar dat de WLF is vastgesteld op basis van Europese gecontroleerde cijfers was de WLF voor Duitsland 0,7407.
    Je moet ergens van uit gaan, dus ik neem aan dat die WLF correct was.
    De WLF voor 2023 voor Duitsland is 101,69 volgens de ‘nieuwe’ methode.
    Dat zou betekenen , dat de zorgkosten in Duitsland in de tussenliggende jaren met bijna 33% harder zijn gestegen dan in Nederland.

    Wat ik zie aan de cijfers van CBS voor Nederland en Statistische Bundesamt Duitsland, dat bij beide landen de zorgkosten ongeveer dezelfde jaarlijkse procentuele stijging hebben.
    En dat lijkt mij, als leek aan de zijlijn, ook logisch, er zijn in beide landen geen grote stelselwijzigingen geweest, de ‘ vergrijzing’ als zijnde volgens de deskundigen een oorzaak van de hogere zorgkosten, is vergelijkbaar, dus zo op voorhand geen enkele aanwijzing waarom de Duitse zorgkosten een derde harder zouden zijn gestegen dan in Nederland.

    Dan kunnen er dus twee oorzaken zijn, de Duitse WLF is altijd al fout geweest, dus vanaf invoering t/m 2016 en dat lijkt me onwaarschijnlijk, aangezien op Europees niveau controle op was.

    Rest dan te concluderen, dat de WLF voor 2023 onjuist is.

    Dan komt het verhaal van Jan de Voogd, de bewijslast ligt bij de verdragsgerechtigde , het VWS heeft mij geantwoord, dat ze de wet volgen, Statistisch Bundesamt heeft geen flauw idee waar en waarom hun cijfers afwijken van die van de WHO en de WHO geeft geen antwoord op mijn vraag.

    Kortom, we kunnen wel vaststellen dat die WLF met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid fout is, maar kunnen het niet aantonen, omdat we geen volledig inzicht in de cijfers hebben.
    Volgens mij een kansloos verhaal, als dit bij de rechter komt.

    Antwoord
    • Waarom zou je dit niet kunnen aantonen? Je deed dit toch al eerder voor voorgaande jaren? Het betekent dat je opnieuw de (met name Duitse) nationale statistieken in moet duiken.

      Antwoord
      • Ik heb het volgende overzicht naar VWS gestuurd.
        Stijging WLF 2017 t/m 2020 is ca. 33%.

        Zorgkostenstijging Nederland versus Duitsland procentueel

        2017 2,1% 4,3%
        2018 3,1% 4 %
        2019 5,2% 3 %
        2020 8,3% 6,5%

        Dus Nederland totaal 18,7% stijging zorgkosten.
        Duitsland totaal 17,8%.

        Dit zijn de officiele cijfers van CBS en Statistische Bundesamt, waaruit blijkt dat de zorgkosten zich vergelijkbaar hebben ontwikkeld.
        De conclusie blijft dan overeind staan dat de WLF voor 2023 onjuist is.
        Ik wacht het antwoord van VWS af.

  13. Ik heb vandaag een mail van VWS gekregen, wat geen antwoord is op mijn vraag, dus heb ze opnieuw gevraagd antwoord te geven op de vraag , dat als de zorgkosten tussen 2017 t/m 2020 zich vergelijkbaar hebben ontwikkeld in Nederland en Duitsland, hoe het dan kan dat de woonlandfactor met 33% kan stijgen.

    Ze kunnen toch gewoon als antwoord geven, we gebruiken andere cijfers en hoe dat kan weten we ook niet.
    En dat is het.

    Antwoord
  14. Wij wonen in duitsland en willen graag op de hoogte blijven

    Antwoord

Laat een reactie achter voor Jan de Voogd Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.