zie: ECLI:NL:RBAMS:2018:5084
Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-07-2018 Datum publicatie 20-07-2018 Zaaknummer AMS 18/387 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg – enkelvoudig Inhoudsindicatie Dat de uitkomst van een medisch onderzoek van het UWV naar de arbeidsongeschiktheid van een vrouw en een soortgelijk onderzoek in Noorwegen aanzienlijk verschillen, komt omdat Nederland over het algemeen strengere criteria hanteert. Niet is gebleken dat de medische beoordeling daardoor onjuist is. Vindplaatsen Rechtspraak.nl
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juli 2018 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres En de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder
Uit de uitspraak:
Wat voorafging aan de procedure bij de rechtbank
1.1 Eiseres is in Nederland werkzaam geweest in loondienst met onderbrekingen in de jaren 1989 tot 2004. In de periode van januari 2002 tot januari 2004 was er sprake van bevallingsverlof, ziektewetuitkering en een WAO-uitkering op grond van depressiviteit en locomotore problematiek. Nadien is eiseres met haar gezin naar Noorwegen geëmigreerd, waar zij vanaf 2007 werkzaam is geweest als kapster in loondienst.
1.2 Op 4 december 2008 heeft eiseres zich arbeidsongeschikt gemeld voor haar werkzaamheden en had zij aanspraak op ziekengeld in Noorwegen.
1.3 Op 20 mei 2016 heeft het Noorse socialeverzekeringsorgaan, de NAV te Oslo, een adviesaanvraag ingediend bij verweerder, omdat eiseres in Nederland verzekerde jaren heeft voor de Wet WIA. Eiseres heeft op 20 december 2016 een intakeformulier ‘Laatst Buitenlands Verzekerde’ ingevuld.
1.4 Verweerder heeft medisch onderzoek laten uitvoeren door de verzekeringsarts.1 De verzekeringsarts heeft de belastbaarheid van eiseres per 1 januari 2017 (wanneer eiseres geen recht meer heeft op ziekengeld vanuit Noorwegen) weergegeven in een functionele mogelijkhedenlijst (FML).
1.5 Op basis van de FML heeft vervolgens de arbeidsdeskundige onderzoek gedaan naar de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres.2 De arbeidskundige heeft geconcludeerd dat eiseres op 1 januari 2017 voor 1,20% arbeidsongeschikt moet worden geacht.
1.6 In het primaire besluit heeft verweerder de bevindingen van het medisch en arbeidskundig onderzoek overgenomen en bepaald dat eiseres per 1 januari 2017 geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet WIA.
1.7 Eiseres is het niet eens met het primaire besluit en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Naar aanleiding van het bezwaar heeft verweerder opnieuw medisch onderzoek laten uitvoeren.3 De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat het standpunt van de primaire verzekeringsarts met betrekking tot de medische beperkingen van eiseres kan worden gehandhaafd, met een aanvullende beperking voor nachtdiensten.
1.8 Op grond van het onderzoek door de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft verweerder in het bestreden besluit het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
(….)
5. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. Ook bestaat er naar het oordeel van de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid en volledigheid van de bevindingen en conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Hierbij neemt de rechtbank het volgende in aanmerking. In het door de NAV overgelegde E213-formulier van 4 juni 2016 wordt als diagnose vermeld: chronische lagerugpijn en oesofagitis. Deze klachten heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep kenbaar meegewogen in zijn rapportage bij de vaststelling van de medische beperkingen van eiseres op 1 januari 2017. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep informatie van 5 juli en 23 oktober 2017 van de behandelaar van eiseres in Noorwegen, dr. [naam behandelaar] , kenbaar meegewogen. Het E213-formulier noch de nadien overgelegde stukken van de Noorse behandelaar, bieden geen aanknopingspunten om aan te nemen dat op 1 januari 2017 sprake was van andere, geobjectiveerde klachten, zoals een vorm van psychopathologie of migraine.
6. Voor zover eiseres zich niet kan vinden in het verschil in het toegekende arbeidsongeschiktheidspercentage tussen Noorwegen (100%) en Nederland (1,20%), overweegt de rechtbank het volgende. Zoals verweerder ter zitting onbetwist heeft gesteld, mag elk land zijn eigen socialezekerheidsstelsel inrichten en daarbij eigen criteria hanteren voor het vaststellen van iemands mate van arbeidsongeschiktheid. Nederland hanteert daarbij over het algemeen strengere criteria dan andere landen. In Nederland wordt de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld door de arbeidsdeskundige, aan de hand van de door een verzekeringsarts vastgestelde medische beperkingen. Het feit dat in geval van eiseres de arbeidsdeskundige beoordeling tot een lager percentage van arbeidsongeschiktheid leidt dan in Noorwegen, maakt de voorafgaande medische beoordeling door de verzekeringsarts niet onjuist of onvolledig.
In Spanje, waar mensen naheffingen tot wel € 125.000,- krijgen opgelegd is deze materie uitermate actueel. Geldt in Spanje de in Nederland toegekende “Mate van Arbeidsongeschiktheid” of gelden de Spaanse criteria voor “Discapacidad”?
“Zoals verweerder ter zitting onbetwist heeft gesteld, mag elk land zijn eigen sociale zekerheidsstelsel inrichten en daarbij eigen criteria hanteren voor het vaststellen van iemands mate van arbeidsongeschiktheid”. Daar wordt hier in Spanje al lang over gedebatteerd en geprocedeerd.
Het is weliswaar een uitspraak van een Nederlandse rechter, maar de uitspraak sluit wel aan op het feit dat de Spaanse belastingdienst momenteel forse navorderingen oplegt omdat mensen niet aan de Spaanse criteria voldoet. Bedenk overigens dat de Spaanse discapacidad-criteria ook nog véél strenger zijn dan de Nederlandse arbeids-ongeschiktheidscriteria.
Je ziet ook hier weer hoe taal tot een haast onuitroeibaar en kostbaar misverstand kan leden. Zelfs de rechtbank draagt daar in haar uitspraak aan bij:
(..) mag elk land zijn eigen sociale zekerheidsstelsel inrichten en daarbij eigen criteria hanteren voor het vaststellen van iemands mate van arbeidsongeschiktheid”. Daar gaan we weer: een ander land stelt toch géén mate van arbeidsongeschiktheid vast! In Spanje kent men dat begrip zelfs helemaal niet! “Mate van arbeidsongeschiktheid” is een typisch Nederlands begrip, volgens Nederlandse criteria.
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Datum 1 april 2019 Betreft Wijziging EU coördinatieverordening sociale zekerheid
Uit BIJLAGE
Reactie op het artikel in Forum van 29 januari jl.2
Met betrekking tot het punt “geen wederzijdse erkenning arbeidsongeschiktheid, grote verschillen tussen Nederland, België en Duitsland”, verwijs ik naar mijn reactie op aanbeveling 32 in mijn brief van 20 december jl. Op grond van de coördinatiegedachte van de coördinatieverordening mogen lidstaten hun nationale stelsel toepassen. De Duitse en Belgische stelsels wijken af van het Nederlandse stelsel. Ik acht het niet wenselijk om de sociaal medische beoordeling op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (“WIA”) op een andere wijze vorm te geven voor grenswerkers dan voor mensen die niet grensoverschrijdend werken.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Zie verder: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/04/01/kamerbrief-wijziging-eu-coordinatieverordening-sociale-zekerheid