Op 1 november 2018 hebben wij onderstaand bericht ontvangen van mevrouw Mieke Kriens, Frankrijk, naar aanleiding van ons bezoek aan de Vaste Commissie Financiën van de Tweede Kamer op13 september 2018
Beste Steven van Weyenberg,
Naar aanleiding van het gesprek dat wij hadden met u, Pieter Omtzigt en Martin van Rooijen op 13 september j.l. kom ik bij u terug met een aantal antwoorden op de vragen die u mij toen gesteld heeft. In het gesprek schetste ik de gevolgen van de subsidiestop in 2017 voor het Nederlands onderwijs in het buitenland. Door de subsidiestop moesten met name scholen in Afrika, Zuid-Amerika en kleine scholen in Europa de deuren sluiten omdat het voor hen financieel niet meer mogelijk was om op een verantwoorde manier Nederlands onderwijs te verzorgen. Andere scholen hebben de subsidiestop op kunnen vangen door in te leveren op de kwaliteit van het onderwijs o.a. door te werken met minder (bevoegde) leerkrachten en door minder nieuw lesmateriaal aan te schaffen.
Gelukkig is de subsidie in 2018 weer opnieuw ingevoerd, zij het op slechts de helft van het oude niveau. Tijdens het gesprek stelde u de vraag of er al gegevens bekend zijn over de gevolgen van de hernieuwde invoering van de subsidie. Hiervoor heb ik contact opgenomen met het NOB (Stichting Onderwijs in het Buitenland). Het NOB faciliteert het netwerk dat kwalitatief moedertaalonderwijs wereldwijd mogelijk maakt. Tevens zorgt het NOB in opdracht van OCW voor de verstrekking van de subsidie aan de Nederlands-talige scholen die bij het NOB aangesloten zijn.
Het afgelopen schooljaar heeft het NOB gezien dat door de herinvoering van de subsidie:
- De sluiting van scholen door gebrek aan financiële middelen is afgenomen;
- Het aantal leerlingen wereldwijd met bijna 5% toegenomen is;
- Er wereldwijd ruim 5% meer scholen nieuw aangesloten zijn bij het NOB;
- Scholen die wel zijn blijven bestaan, maar niet meer aangesloten waren bij het NOB, opnieuw aangesloten zijn bij het NOB. Dit bevordert de kwaliteit van het onderwijs omdat deze scholen weer gebruik kunnen maken van de diensten die het NOB biedt, denk aan bijscholing van leerkrachten, analyseren en vervaardigen van geschikt lesmateriaal;
- Meer leerkrachten en bestuurders het afgelopen jaar de jaarlijkse bijscholing bijgewoond hebben;
- Intensievere samenwerking tussen het NOB, de onderwijsinspectie en de scholen, hetgeen de kwaliteit sterk bevordert.
Zoals u kunt zien duidelijk positieve ontwikkelingen door de hernieuwde invoering van de subsidie aan de Nederlandse scholen in het buitenland. Het is dus nu belangrijk om deze positieve trend door te zetten en ervoor te pleiten dat de subsidie aan Nederlandse scholen in het buitenland ook op lange termijn zal blijven bestaan.
Voor meer informatie onderwijs.fr
Met vriendelijke groet,
Mieke Kriens
coördinator werkgroep Onderwijs FANF
0 reacties