De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Datum 27 februari 2020 Betreft Aanpak problemen Belastingdienst, Douane en Toeslagen
Daaruit:
- Vervolg De problemen van de Belastingdienst, Douane en Toeslagen vergen veel aandacht en sturing. Wij werken hier met grote zorgvuldigheid aan en zullen uw Kamer hierover blijvend informeren zoals uw Kamer ons heeft opgeroepen in de motie Stoffer c.s. 12In de komende maanden gaan we hard aan het werk met de opgave die we in deze brief hebben beschreven. Alle voorgenomen maatregelen treft u in onderstaand overzicht aan inclusief een planning.
Wat Planning Inrichting Crisisorganisatie Toeslagen Maart 2020 Kabinetsreactie Adviescommissie Uitvoering Toeslagen Maart 2020 Kabinetsreactie IBO Toeslagen Maart 2020 Verwijderen gegevens tweede nationaliteit van Nederlanders uit systemen Maart 2020 ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ Maart 2020 Verbeterplan organisatie Toeslagen korte termijn (wegwerken achterstanden) April 2020 Informeren Kamer over vervolg cultuuronderzoek Deloitte Voor zomerreces 2020 Plan van aanpak versterken aansturing en ontvlechting Voor zomerreces 2020 Meerjarig plan tot versterking en vernieuwing van de dienstverlening van Toeslagen Voor zomerreces 2020 Kamer informeren over integraal plan van aanpak IV Voor zomerreces 2020 Kamer informeren over verjaarde vorderingen Voor zomerreces 2020 Kamer informeren over voortgang E-commerce Voor zomerreces 2020 Alternatieve invulling maatregel afschaffen betalingskorting bij VPB September 2020 (Prinsjesdag) Voorstel vervangen Toeslagenstelsel December 2020 Periodiek overleg met medezeggenschap en vakbonden Periodiek
Bij deze brief vindt u de beantwoording op recent gestelde Kamervragen. Het overzicht van moties en toezeggingen die betrekking hebben op de toeslagenaffaire, wordt bij de kabinetsreactie op het eindrapport van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen aan uw Kamer gezonden. Het volledige overzicht van moties en toezeggingen ontvangt uw Kamer zoals gebruikelijk bij de eerstvolgende halfjaarlijkse Moties- en toezeggingenbrief in april 2020.
Hoogachtend, mede namens de minister van Financiën, de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, J.A. Vijlbrief de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, Alexandra C. van Huffelen
Bijlage 1: Antwoorden op de vragen van het lid Lodders aan de Staatssecretarissen van Financiën over het bericht ‘Geen gehoor bij de Belastingtelefoon’
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/02/27/bijlage-1-antwoorden-vragen-lodders-belastingtelefoon
daaruit:
Vraag 5 Waarom kunnen mensen die de Belastingtelefoon niet kunnen bereiken, niet op een andere manier communiceren met de Belastingdienst? Is het communiceren via de e-mail voor bijvoorbeeld een terugbelverzoek nog steeds niet mogelijk aangezien mensen nu worden verwezen naar social media zoals Facebook of Twitter?
Antwoord 5 De Belastingdienst gebruikt in de communicatie met burgers en bedrijven diverse middelen. Naast de Belastingtelefoon zijn dat bijvoorbeeld de website, portals, persoonlijk contact bij de balie en ook via social media voor niet persoonsgebonden informatie (Facebook, Twitter, Instagram en LinkedIn). De Belastingdienst stelt e-mailverkeer met belastingplichtigen op dit moment alleen open voor individuele zaakgebonden gegevensuitwisseling in de processen van toezicht (inclusief kantoortoetsing), inning en dienstverlening en voor de ondersteuning van facilitaire processen. Het e-mailen is beperkt tot één nauw omschreven zaak en het verstrekken van een e-mailadres is met waarborgen omkleed. Het beleid van de Belastingdienst over het gebruik van elektronisch berichtenverkeer is neergelegd in het Besluit Fiscaal Bestuursrecht.3 Belastingplichtigen maken namelijk lang niet altijd gebruik van een beveiligde internetverbinding, waardoor het risico bestaat dat persoonlijke gegevens onbedoeld openbaar worden. Daarnaast is het niet mogelijk om de identiteit van de e-mailvragensteller vast te stellen. Dit is de reden dat het niet mogelijk is om formele berichten, zoals een belastingaangifte, een aanvraag voor toeslagen of een bezwaarschrift per e-mail bij de Belastingdienst in te dienen. Het is op termijn denkbaar om ook niet-persoonsgebonden vragen via e-mail te behandelen. Echter, ruim 90% van de bellers naar de Belastingtelefoon hebben persoonsgebonden vragen die niet via e-mail behandeld kunnen worden. Voor het communiceren over een terugbelverzoek wordt verwezen naar het antwoord op vraag 9.
Vraag 6 Deelt u de mening dat er op korte termijn meer mogelijkheden moeten komen om te
Antwoord 6 Ik deel de mening dat het in de dienstverlening wenselijk is meerdere mogelijkheden te hebben om te communiceren met burgers en bedrijven. In de beantwoording van vragen naar aanleiding van de brief van de minister van Financiën van 11 januari 20204 is aangegeven dat een externe partij zal worden gevraagd te adviseren hoe een fundamentele transformatie in de dienstverlening in het algemeen, en de Belastingtelefoon in het bijzonder, kan helpen om burgers en bedrijven beter en effectiever te helpen. Daarnaast zijn door de Belastingdienst diverse projecten in gang gezet. Bij vraag 9 wordt het terugbelverzoek nader toegelicht. Het introduceren van een chat- of messaging functie wordt nader verkend en er wordt bezien of het proactief bellen vanaf 2020 geïntensiveerd kan worden.
zie ook:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/02/27/antwoorden-op-de-feitelijke-vragen-over-het-jaarplan-2020-van-de-belastingdienst
en over buitenlandaspecten in het Jaarplan 2020 Belastingdienst:
Voor buitenlands belastingplichtigen heeft de Belastingdienst beperktere mogelijkheden tot hulp dan bij binnenlands belastingplichtigen. Zo worden vanuit het buitenland minder gegevens aangeleverd, waardoor voor deze groep geen vooraf ingevulde aangiftegegevens beschikbaar kunnen worden gesteld. Voor het buitenlandse inkomen zijn we afhankelijk van een buitenlandse verklaring over het in het woonland genoten inkomen. De vraag welk land uiteindelijk kan heffen over een inkomensbestanddeel zorgt voor veel discussie.
(..)
Verhuld vermogen Het programma Verhuld Vermogen richt zich op het beïnvloeden van het gedrag van burgers en bedrijven: we willen voorkomen dat zij in de verleiding komen om inkomen en vermogen buiten het zicht van de Belastingdienst te houden. Daarom communiceren we gericht en informeren we fiscaal dienstverleners over de consequenties van het verhullen van vermogen. We zoeken ook actief naar verhuld vermogen. Vaak is het zo dat inkomen en vermogen al buiten ons zicht zijn gebracht. De stroom informatie uit het buitenland wordt groter en kwalitatief beter, waardoor we meer verborgen inkomen en vermogen kunnen detecteren en corrigeren. Speerpunten voor 2020 zijn het bestrijden van ondoorzichtige constructies in belastingparadijzen, vraagstukken omtrent de woon- en vestigingsplaats en binnenlands verhuld vermogen, dat bijvoorbeeld is ondergebracht in (familie)stichtingen.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2019/11/20/jaarplan-2020-belastingdienst
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/03/02/onjuiste-informatieverstrekking-door-de-belastingdienst-aan-de-nationale-ombudsman
Kamerbrief van de staatssecretarissen van Financiën
Geachte Voorzitter,
De vorige staatssecretaris van Financiën heeft uw Kamer bij brief van 29 november jl. gemeld dat de Belastingdienst voor een omvangrijke groep van burgers en bedrijven de dwangbevel- en aanmaningskosten (hierna: vervolgingskosten) ten onrechte niet heeft verminderd. Daarbij heeft de vorige staatssecretaris uw Kamer gemeld dat de Nationale Ombudsman hierover in 2018 onjuist geïnformeerd is. De vorige staatssecretaris heeft daarbij toegezegd uw Kamer nader te zullen informeren. Uw vaste Kamercommissie voor Financiën heeft op 12 december 2019 vragen gesteld over de juistheid van de door de Belastingdienst verstrekte informatie aan de Nationale ombudsman, waaronder de verlaging van vervolgingskosten. In de bijlage bij deze brief treft u de antwoorden op de vragen van de vaste Kamercommissie voor Financiën aan.
(..)
Voor schulden tot € 454 bedragen de aanmaningskosten € 7; voor hogere schulden bedragen deze € 17. Als ook na de aanmaning betaling uitblijft, volgt een dwangbevel met bevel tot betaling. De kosten daarvan zijn gerelateerd aan de hoogte van de schuld en bedragen tussen de € 43 en € 12.677; indien dat maximum wordt bereikt, zal de openstaande schuld overigens meer dan € 130.000 bedragen. De hier genoemde bedragen volgen uit de Kostenwet invordering rijksbelastingen zoals die geldt voor 2020. Voor eerdere jaren gelden lagere bedragen.
Als de aanslag wordt verlaagd en er is niet betaald (of verrekend), worden de vervolgingskosten automatisch verminderd. Als geheel of gedeeltelijk wel is betaald (of verrekend), worden centraal lijsten aangemaakt die naar de verschillende Belastingdienstkantoren worden gestuurd voor handmatige verlaging van de kosten. De problematiek van het niet verlagen van vervolgingskosten ziet op het proces wanneer geheel of gedeeltelijk wel is betaald. In dat proces kunnen op meerdere momenten fouten voorkomen die in de beantwoording van de Kamervragen nader worden geduid.
Op basis van initieel onderzoek blijkt dat in de periode van 2014 tot en met 2018 ongeveer voor 410.000 belastingaanslagen en terugvorderingen toeslagen, behorende bij ruim 266.000 unieke BSN’s/RSIN’s, de vervolgingskosten ten onrechte niet zijn verlaagd, terwijl de aanslag was verminderd en er geheel of gedeeltelijk is betaald. Het totaalbedrag aan ten onrechte niet gecorrigeerde kosten bedraagt voor die periode ongeveer € 31 miljoen. De aantallen en het bedrag worden in de beantwoording van de Kamervragen nader geduid. Aanvullend onderzoek moet uitwijzen om hoeveel gevallen het precies gaat.
Huidige praktijk en naar een oplossing
Hoe het mogelijk is dat kosten niet zijn verlaagd terwijl daar wel aanleiding voor was en hoe dit in de toekomst definitief kan worden voorkomen, vereist dus helaas nog meer onderzoek. Er is ons veel aan gelegen om de kosten in alle gevallen te verlagen als daar aanleiding voor is. Dit vereist vervolgonderzoek met bijbehorende analyses die complex en tijdrovend zijn, omdat de informatie voor het verlagen van kosten uit verschillende systemen gehaald moet worden. Ook de berekeningen die vervolgens moeten plaatsvinden zijn zeer complex. Zodra meer duidelijk is over de aard van de fout, wordt deze zo spoedig mogelijk hersteld zodat dit niet meer kan voorkomen.
Om de correctie van ten onrechte niet verlaagde kosten te realiseren wordt een plan van aanpak gemaakt. De probleemanalyse is echter nog niet afgerond en deze heeft gevolgen voor de datum van oplevering van het plan van aanpak. Het streven is om een eerste versie van het plan van aanpak zo spoedig mogelijk gereed te hebben, waarbij zorgvuldigheid prevaleert boven snelheid. Deze eerste versie bevat op hoofdlijnen het proces voor de correctie van de niet verlaagde kosten.
In het plan van aanpak wordt in ieder geval prioriteit gegeven aan herstelacties die daadwerkelijk betekenis hebben voor belanghebbenden, zoals terugbetalingen of verrekening met openstaande schulden, om zo directe gevolgen voor betrokkenen te herstellen. In verband met de complexiteit van de materie zal een externe partij worden gevraagd om een onafhankelijke toets uit te voeren op de probleemanalyse en de herstelacties.
Waarom niet via de DIGID-procedure met password verificatie ?
Die is toch opgezet om met de OVERHEID te communiceren ?
In Frankrijk kun je inloggen met je persoonlijke unieke franse belastingnummer plus een door jezelf gedefinieerd password en dat werkt.
De kans van slagen van mensen in belastingzaken hangt af van de rechtbank volgens het Het Financieele Dagblad op basis van onderzoek van Deloitte.
Lees verder op:
https://www.taxence.nl/nieuws/rechtbanken-beslissen-verschillend-bij-rechtszaken-fiscus/
Dat zegt niet zoveel. Uit de korte samenvatting blijkt niet of de rechtszaken vergelijkbaar waren. En wie weet is het percentage bij voorbaat kansloze zaken (of/en de klaagbereidheid) in Noordholland en Den Haag groter dan in Noordnederland.
2020Z00177 (ingezonden 10 januari 2020)
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Financiën over CAFonderzoeken bij in de inkomstenbelasting
Daaruit:
6. Wat wordt er bij de Belastingdienst gedaan met de diverse uitspraken van de Kamer en toezeggingen van de regering dat beslissingen door de mens moeten worden genomen en dat toezicht op het gebruik van algoritmen in beoordeling moet worden versterkt? Heeft de motie Verhoeven/Van der Molen om een meldplicht voor ingrijpende algoritmen in te stellen reeds tot beleidswijzigingen geleid?
De Belastingdienst wordt in zijn toezichtprocessen ondersteund door automatisering en maakt in zijn toezicht op aangifte gebruik van risicoselectie. Bij de ontwikkeling van deze risicoselectie worden waarborgen in acht genomen op het gebied van onder andere privacy, non-discriminatie, informatiebeveiliging en auditeerbaarheid.
Als de risicoselectie leidt tot een voornemen om van de aangifte af te wijken, krijgt de burger de gelegenheid om hier op te reageren voordat het besluit daadwerkelijk genomen wordt. In principe worden deze besluiten door een belastingmedewerker genomen. Er zijn echter gevallen waarin informatie uit de aangifte automatisch gecorrigeerd wordt. Het gaat hier om gevallen, waarin uit contra-informatie van de Belastingdienst, van bijvoorbeeld werkgevers, volgt dat de aangifte niet klopt. De burger ontvangt hiervan een vooraankondiging en kan hierop reageren, voordat deze automatische correctie in zijn of haar nadeel wordt doorgevoerd.1 Door deze manier van behandelen is er altijd sprake van menselijke tussenkomst. Ook voor wat betreft de beslissingen op bezwaar- en verzoekschriften is er altijd sprake van menselijke tussenkomst als er afgeweken wordt van hetgeen door de burger wordt gevraagd.
Mede naar aanleiding van de motie van de leden Verhoeven en Van der Molen hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Rechtsbescherming op 20 december 2019 het onderzoeksrapport ‘Toezicht op gebruik van algoritmen door de overheid’ aangeboden aan uw Kamer.2 In dit rapport bevelen de onderzoekers aan geen meldplicht te introduceren voor ingrijpende algoritmen. In de kabinetsreactie op het rapport zullen voornoemde ministers op deze en de overige aanbevelingen van de onderzoekers nader ingaan.