14-2-2020
Woont u in België, Nederland of Duitsland en heeft u de nationaliteit van een van de EU- of EER-landen? Werkt u vanaf 30 april 2010 gelijktijdig of afwisselend in meerdere EU-landen? En is uw situatie tot 1 mei 2020 niet veranderd? Dan valt u mogelijk per 1 mei 2020 onder de socialezekerheidswetgeving van een ander EU-land.
Europese regels bij werken in meerdere landen
Wie binnen Europa gelijktijdig of afwisselend in meerdere landen werkt, valt onder de socialezekerheidswetgeving van één land. In welk land u dan sociaal verzekerd bent, volgt uit de toepassing van Europese ‘aanwijsregels’.
- Tot 1 mei 2010 gelden de oude aanwijsregels van EU-verordening 1408/71.
- Op en na 1 mei 2010 gelden de nieuwe aanwijsregels van EU-verordening 883/2004.
Lees verder op:
https://www.grensinfo.nl/gip/nl/Nieuwsberichten/overgangsrecht.jsp
Goedemiddag,
Is er iets bekend over een overgangsrecht voor gepensioneerden die in Spanje wonen?
Teresa
Dat zal slechts van beperkte betekenis zijn. Ik citeer uit overgangsbepalingen die betrekking hebben op gepensioneerden uit art. 87 Vo883/2004.
Titel VI – Overgangs- en slotbepalingen
Wat vindt u in deze titel? Inhoud
Deze titel regelt de verhouding tussen Verordening (EEG) 1408/71 – de vorige verordening – en
Verordening (EG) 883/2004 – de nieuwe verordening – en de inwerkingtreding. In principe vervalt
de vorige verordening op het moment dat de nieuwe van toepassing wordt. Dit kan ongewenste
situaties veroorzaken. Om deze ongewenste situaties te voorkomen of te verzachten gelden
zogenaamde overgangsbepalingen.
Overgangsbepalingen Artikel 87
Daaruit:
5. De rechten van de betrokkene wier pensioen vóór de datum van toepassing van deze
verordening in een lidstaat werd toegekend, kunnen op verzoek van de betrokkene worden
herzien met inachtneming van deze verordening.
6. Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek binnen twee jaar na de datum van toepassing van
deze verordening in een lidstaat wordt ingediend, worden de aan deze verordening te ontlenen
rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de wetgeving van enige lidstaat met
betrekking tot het verval of de verjaring van rechten op de betrokkenen kan worden toegepast.
7. Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek na afloop van de termijn van twee jaar na de
datum van toepassing van deze verordening in de betrokken lidstaat wordt ingediend, worden
de niet vervallen of verjaarde rechten met ingang van de datum waarop het verzoek is
ingediend, verkregen, tenzij gunstiger bepalingen van de wetgeving van enig lidstaat van
toepassing zijn.
9. Artikel 55 van deze verordening is uitsluitend van toepassing op pensioenen waarop
artikel 46 quater van Verordening (EEG) nr. 1408/71 op de toepassingsdatum van deze
verordening niet van toepassing is.
10 bis. De vermeldingen in bijlage III betreffende Estland, Spanje, Italië, Litouwen, Hongarije en
Nederland verliezen hun werking 4 jaar na de datum van toepassing van deze verordening.
En de toelichting daarop:
• Lid 5 – geeft aan dat lidstaten vastgestelde pensioenen op verzoek van de betrokkene kunnen
herzien. Dit artikel is belangrijk voor betrokkenen met een pensioen dat is vastgesteld op grond
van Verordening (EEG) 1408/71 wanneer alleen onder risicostelsels is gewerkt. Meer hierover
leest u in artikel 44 van Verordening (EG) 883/2004. Onder de nieuwe verordening zou een
betrokkene recht kunnen hebben op een pro rata-uitkering in landen waar hij wel heeft gewerkt
maar niet het laatst verzekerd was.
Voorbeeld
A heeft 10 jaar in België en daarna 10 jaar in Nederland gewerkt. Bij
arbeidsongeschiktheid in 2002 leidde dit tot een volledige WAO-uitkering. Nu kan de
betrokkene per 1 mei 2010 een Belgische pro rata-uitkering aanvragen met een beroep
op dit overgangsrecht. Of het ook loont om deze uitkering aan te vragen, hangt af van
de omstandigheden. In veel gevallen zal namelijk de Belgische pro rata-uitkering geheel
in mindering worden gebracht op de lopende WAO-uitkering, omdat dat voor de
betrokkene een gunstiger resultaat geeft dan de optelsom van de Belgische en
Nederlandse pro rata-uitkeringen. Bijzonderheden van de berekeningswijze vindt u in
hoofdstuk 5, titel III van Verordening (EG) 883/2004.
Lid 6 en 7 – regelen de ingangsdatum van de rechten. Vraagt een betrokkene binnen twee jaar
na de ingangsdatum van de nieuwe verordening vaststelling of herziening van rechten aan?
Dan gaat het recht in vanaf de ingangsdatum van de nieuwe verordening. Vraagt de
betrokkene dit pas na twee jaar aan? Dan gaat het recht pas in vanaf de datum dat hij het
verzoek heeft ingediend tenzij de nationale bepalingen gunstiger zijn.
Lid 9 – bepaalt dat de regels met betrekking tot samenloop van uitkeringen van verschillende
aard in artikel 55 niet worden toegepast op uitkeringen waarvoor de samenloopregels van
artikel 46 quater van Verordening (EEG) 1408/71 al gelden. Door deze regel kan de nieuwe
verordening geen wijziging aanbrengen in huidige pensioenen.
• Lid 10 bis – bepaalt dat de beperking van medische zorg in de bevoegde lidstaat voor
gezinsleden van (gepensioneerde) grensarbeiders vier jaar duurt voor een aantal lidstaten,
waaronder Nederland. Zie verder de artikelen 18, lid 1 en 28, lid 1
zie: https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/europese_basisverordering_al1041t1ed.pdf