Selecteer een pagina

Kamervragen afwikkeling belastingteruggave nabestaanden

sep 1, 2020

 

2020Z14909

Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over afwikkeling belastingteruggave nabestaanden (ingezonden 21 augustus 2020).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoe vaak de Belastingdienst contact zoekt met nabestaan-den bij overlijden als er sprake is van het recht op teruggave van belastingen indien er geen rekeningnummer van de erven bekend is?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel openstaande posten van teruggave belastingen na overlijden er zijn? Kunt u een overzicht geven per jaar over de afgelopen vijf jaar en om welk bedrag dit in zijn totaliteit gaat? Wat gebeurt er met deze «openstaande posten» (waarbij erven dus niet na de eerste brief hebben gereageerd) en op welke termijn?

Vraag 3

Bent u bekend met situaties waarin nabestaanden via het f-formulier aangifte gedaan hebben, er sprake is van een teruggave belastingen, het ontbreken van een rekeningnummer van de erven en er door de belastingdienst maar éénmaal een brief gestuurd wordt naar de erven voor het doorgeven van een rekeningnummer waarop de teruggave kan plaatsvinden?

Vraag 4

Stuurt de Belastingdienst automatisch een f-formulier aan de nabestaanden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Kunt u toelichten waarom het f-formulier alleen fysiek kan worden ingevuld en niet bijvoorbeeld digitaal via «Mijn Belastingdienst»? Bent u bereid om het f-formulier vanaf 2021 digitaal beschikbaar te stellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat vindt u van het praktijkvoorbeeld dat een erkend financieel adviesbureau in 2020 al drie gevallen kent waarin de Belastingdienst één keer gecommuni-ceerd heeft met de erven en daarna (na uitblijven reactie) niet meer in actie komt? Vraag 7

Deelt u de mening dat een overlijden en het afwikkelen van de financiën vaak veel emoties en papierwerk met zich mee brengt en één enkel schrijven van de Belastingdienst tussen «wal en schip» kan raken?

Vraag 8

Kunt u toezeggen dat u de Belastingdienst minimaal drie keer contact zal zoeken met de erven om de zaak af te wikkelen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u aangeven welke reactietermijn de Belastingdienst hanteert bij bijvoorbeeld een bezwaar op een naheffingsaanslag of een verzoek om kwijtschelding na een nalatenschap?

Vraag 10

Wilt u reageren op de volgende casus (praktijkvoorbeeld naar aanleiding van een digitaal werkbezoek): «Dochter heeft beheerstaken bij overlijden vader uitgevoerd. Na twee jaar ontvangt de dochter een naheffingsaanslag. Omdat zij de nalatenschap aanvaard heeft, komt deze naheffing voor rekening dochter. Dochter maakt bezwaar en doet een beroep op kwijtschelding. De Belastingdienst wijst dit verzoek binnen twee weken af en geeft aan dat als dochter in beroep wil gaan dit binnen tien dagen moet worden aangetekend om ontvankelijk te zijn. Dochter doet beroep op adviseur omdat reactietermijn te kort is (van de tien dagen is de brief twee dagen onderweg en nog twee weekenden waardoor er vijf werkdagen overblijven om beroep aan te tekenen). Adviseur vraagt uitstel van twee weken. Dit wordt afgewezen omdat regels regels zijn»? Wat vindt u van deze casus? Klopt het dat de Belasting-dienst in dit soort casussen een reactietermijn van tien dagen hanteert? Vindt u deze termijn acceptabel?

Vraag 11

Kunt u inzicht geven in de termijnen die de Belastingdienst (breder dan alleen de afwikkeling van nalatenschap) hanteert bij het opvragen van informatie, bewijslast of aantekenen bezwaar of beroep?

Vraag 12

Deelt u de mening dat een fatsoenlijke reactietermijn het aantal bezwaren en beroep kan verminderen (klant moet immers de gelegenheid hebben om de informatie op een juiste en adequate manier aan te leveren en als hij/zij hier toe niet in staat wordt gesteld zal er per definitie een beroep uit voortko-men)? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 13

Kunt u toezeggen dat u de reactietermijnen binnen de Belastingdienst tegen het licht gaat houden en daar waar nodig met maatregelen zal komen om een redelijke reactietermijn vast te leggen? Bent u bereid de Kamer hierover voor de behandeling van het Belastingplan 2021 te informeren?

Tweede

3 Reacties

  1. Goede vraag stelling.

    Antwoord
  2. (Natura)Uitvaartverzekeringen
    Naar aanleiding van praktijkvragen over een eerdere uitkering dan bij overlijden uit een (natura) uitvaartverzekering heeft de kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting de volgende V&A opgesteld.
    Eerdere uitkering dan bij overlijden
    Is een voorschot of eerdere uitkering mogelijk uit een (natura)uitvaartverzekering als de verzekerde op sterven ligt met behoud van de vrijstelling in box 3?
    Nee, dit is niet mogelijk. De mogelijkheid tot het bieden van of het uitkeren van een bedrag of voorschot voordat een verzekerde is overleden, leidt ertoe dat er geen vrijstelling van toepassing is in box 3 voor de waarde van de uitvaartverzekering.
    In artikel 5.10 Wet IB 2001 is een vrijstelling voor box 3 opgenomen voor (natura)uitvaartverzekeringen met een verzekerd kapitaal of waarde tot € 7.232 (2020), die uitsluitend uitkeren of prestaties in natura verrichten bij overlijden. Als een voorschot of uitkering in de laatste levensfase voor het overlijden (de zogenoemde palliatieve fase) plaatsvindt, is geen sprake van een uitsluitend bij overlijden verzekerde uitkering.
    Zie: https://www.taxlive.nl/media/4911/vraag-en-antwbegrafenisverz-ib8121z1fol.pdf

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.

Blijf op de hoogte

Ontvang een e-mail wanneer er nieuwe berichten online staan.

Factsheet