Selecteer een pagina

Een tweede (t)huis in het buitenland, tweemaal erfbelasting?

okt 5, 2019

Via ons bestuurslid en tevens landenvertegenwoordiger Cees Vermeeren, kregen wij op 2 oktober 2019 het verzoek dit artikel onder uw aandacht te brengen.

Een tweede (t)huis in het buitenland, tweemaal erfbelasting?

Op de website van Vlamingen in de Wereld begint een artikel met de vraag hierboven en de inleidende zin: “Duizenden Belgen hebben een tweede verblijf in het buitenland. Echter, zij zijn als eigenaar niet altijd op de hoogte van de erfrechtelijke en fiscale gevolgen die dit onroerend goed bij hun overlijden met zich meebrengt.”

Mogelijk is de informatie die een tipje van de sluier oplicht ook relevant of interessant voor Nederlanders woonachtig in België.

Ga voor meer informatie naar: https://www.viw.be/nl/een-tweede-thuis-het-buitenland-tweemaal-erfbelasting

1 Reactie

  1. Afgelopen weekend teruggekomen van een heerlijke en voor mijn doen lange vakantie in ons tweede huis in Spanje (met mogelijke dubbele erfbelasting?) viel me dit artikel van Cees Vermeeren op. Ik vind het hoogst opmerkelijk dat er nog geen reacties zijn geplaatst terwijl toch in Nederland, maar ook in het buitenland wonende Nederlanders, met dubbele erfbelasting te maken kunnen krijgen bij grensoverschrijdende nalatenschappen, waar Cees Vermeeren over schrijft en zelfs bij niet-grensoverschrijdende nalatenschappen!

    Als Nederlander, woonachtig in België, met alleen maar een in België gelegen eigen woning en dus niet-grensoverschrijdend, terwijl je binnen 10 jaar nadat je Nederland metterwoon hebt verlaten, krijg je te maken met twee aangiften voor de erfbelasting. Daarbij is de Belgische aangifte iets lastiger dan haar Nederlandse tegenhanger. Dat geldt overigens voor het gehele Belgische belastingstelsel.

    Als het je lukt om in een keer het aangifteformulier voor de Belgische inkomstenbelasting correct in te vullen, zonder vervolgens in staat van oorlog te geraken met de FOD Financiën, dan heb je ten minste twee prijzen verdiend, nl.:
    1. een eredoctoraat van de Universiteit van Leuven en
    2. de Nobelprijs voor de Vrede.

    Dit is o.a. een gevolg van het totaal verbrokkelde belastingsysteem in België.

    Om terug te komen op het door de heer Cees Vermeeren geplaatste artikel merk ik op dat Nederland een bijzondere bepaling in de Successiewet 1956 kent en wel als volgt:

    “Artikel 3
    1. Een Nederlander die in Nederland heeft gewoond en binnen tien jaren nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten, is overleden of een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van zijn overlijden of van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.”

    Over de rechtsgeldigheid van deze fictieve woonland bepaling wordt momenteel geprocedeerd bij het Europese Hof van Justitie. Ik verwacht echter niet dat deze fictieve woonland bepaling zal leiden tot een voor Nederland negatief oordeel van het EU-HvJ, gelet op de samenhang van dit artikel met het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 en waarover later meer.

    Deze fictieve woonland bepaling is de oorzaak van de reeds aangegeven dubbele aangiften voor de erfbelasting.
    De lange arm van de Nederlandse fiscus voor wat betreft de erfbelasting reikt echter niet langer dan negen jaren na emigratie. Als je Nederland al tien jaar of langer hebt verlaten dan val je niet meer onder de werking van de Successiewet 1956.

    De Belgische en de Nederlandse erfbelasting vertonen veel overeenkomsten, zodat sprake is van een ‘gelijksoortige belasting’. Dit laatste is van groot belang, zulks ter voorkoming van dubbele belasting.
    België en Nederland hebben echter geen Verdrag ter vermijding van dubbele erfbelasting gesloten. Om toch dubbele heffing te voorkomen moet je te rade gaan bij de nationale wetgeving van beide landen.

    In Nederland is het voorkomen van dubbele erfbelasting geregeld in het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (BVDB). Voor wat betreft de in België als rijksinwoner overleden Nederlander die korter dan 10 jaar geleden Nederland metterwoon heeft verlaten en dus nog fictief inwoner is van Nederland, is de volgende bepaling van het BVDB en voor zover van belang van toepassing:

    “Artikel 48. Vermindering erfbelasting bij fictief in Nederland wonende erflater
    1. Bij een verkrijging krachtens erfrecht door het overlijden van iemand die op grond van artikel 3, eerste lid, van de Successiewet 1956 geacht wordt ten tijde van het overlijden in Nederland te hebben gewoond, wordt ter verrekening van vanwege een andere Mogendheid geheven belasting, een vermindering van de erfbelasting verleend voor in die verkrijging begrepen bezittingen, voorzover ter zake van de verkrijging van die bezittingen vanwege een andere Mogendheid, waarin de erflater ten tijde van het overlijden zijn daadwerkelijke woonplaats had, een gelijksoortige belasting is geheven.”

    In dit geval geldt dat Nederland vermindering verleent tot het bedrag dat België heft en tot maximaal de in Nederland verschuldigde erfbelasting.

    En nu dan twee andere denkbare wél grensoverschrijdende situaties:
    1. Je woont in Nederland in een eigen woning, je hebt een tweede woning in België en komt helaas te overlijden.
    2. Je woont in België en hebt Nederland korter dan 10 jaar metterwoon verlaten. Je hebt een eigen woning in België en een tweede woning in Nederland en komt helaas te overlijden.

    Ad 1. Nederland (als woonland) en België (waar je tweede woning is gelegen) zijn bevoegd om erfbelasting (in dit geval in België hetende “recht van overgang bij overlijden”) te heffen over deze in België gelegen woning. In Nederland doe je vervolgens een beroep op artikel 47 van het BVDB voor wat betreft deze tweede woning. Artikel 47 bevat eenzelfde soort regeling als het hiervoor aangehaalde artikel 48 van het BVDB.

    Ad 2. Nederland (als fictief woonland) en België (waarvan je rijksingezetene bent) zijn bevoegd om erfbelasting (in dit geval in België hetende “successierecht”) te heffen.
    Naar Belgisch recht mag je de buitenlandse erfbelasting, die verschuldigd is voor het buitenlands onroerend goed (in dit geval je tweede woning in Nederland), in mindering brengen op de erfbelasting/successierecht die in België daarvoor wordt geheven. Men mag echter niet meer in mindering brengen dan wat men in België daarover verschuldigd zou zijn.
    LET WEL: deze vermindering betreft enkel het in de nalatenschap begrepen buitenlands onroerend goed maar niet de roerende goederen zoals je banktegoeden, je kostbare Ferrari of je dure Rolex. Daarvoor wordt geen vermindering verleend.

    Ter zake van de in België verschuldigde erfbelasting/successierecht over je daar gelegen eigen woning en je roerende goederen, doe je in Nederland vervolgens een beroep op artikel 48 van het BVDB, zoals hiervoor is aangegeven.

    Woon je in België en je hebt Nederland langer dan 9 jaar metterwoon verlaten dan is enkel België bevoegd om na je overlijden ook over je tweede woning in Nederland erfbelasting te heffen. Je valt dan immers niet meer onder de werking van de Successiewet 1956.

    En dan voor wat betreft onze tweede woning in Spanje. Ook Spanje mag hierover heffen. Bij mijn overlijden krijgen de erfgenamen in Nederland te maken met erfbelasting voor de gehele nalatenschap en in Spanje voor de waarde van de vakantiewoning (volgens het situs-beginsel). Maar ook dan kunnen mijn erfgenamen een beroep doen op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 daar Spanje een soortgelijke erfbelasting heft als Nederland.

    Tot slot:
    “Leef nog lang en gelukkig”

    Lammert de Haan, fiscalist (gespecialiseerd in internationaal belastingrecht en sociale verzekeringen).

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.