Selecteer een pagina

Problemen met gegevensuitwisseling belastingdiensten voor KBB

dec 13, 2019

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 12 december 2019 Betreft Inbreng Schriftelijk Overleg over problemen van Nederlanders met belastingdiensten in andere EU-landen

Geachte voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Financiën zoals gesteld op 17 oktober 2019 naar aanleiding van mijn brief van 10 september 2019 met mijn reactie op het verzoek van de commissie over een conflict tussen de belastingdiensten van Nederland en Litouwen (Kamerstuknummer 2019Z17007).

Hoogachtend, De staatssecretaris van Financiën

Antwoorden op de vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD De leden van de VVD-fractie benadrukken dat niet alleen kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen problemen hebben met buitenlandse belastingdiensten, maar ook bijvoorbeeld Nederlandse vrachtwagenchauffeurs werkzaam in Noorwegen. Problemen met buitenlandse belastingdiensten en het uitblijven van een oplossing tussen de Nederlandse Belastingdienst en de buitenlandse belastingdienst kunnen leiden tot grote financiële problemen en menselijk leed. Kan de staatssecretaris in meer algemene zin aangegeven hoe vaak de Belastingdienst verzoeken krijgt van Nederlanders in andere EU-lidstaten, waarbij deze mensen ‘tussen wal en schip’ vallen tussen de Nederlandse en een buitenlandse belastingdienst? Indien deze cijfers niet voorhanden zijn, kan er dan expliciet onderzoek naar gedaan worden? De leden van de VVD-fractie vragen welke regelingen of landen het meest leiden tot ‘mismatches’ tussen Europese belastingdiensten.

Antwoord In situaties waarbij er een grensoverschrijdend aspect speelt, krijgt de betrokken belastingplichtige bijna per definitie te maken met de belastingdiensten van meerdere (lid-)staten. Belastingplichtigen kunnen tegen (administratieve) hobbels aanlopen als zij van de ene belastingdienst bewijsmiddelen nodig hebben die de belastingdienst van het andere land vraagt. De inkomensverklaring in het kader van de kwalificerende buitenlandse belastingplicht is zo’n bewijsmiddel. Meer in algemene zin zijn er bij de Belastingdienst geen concrete signalen bekend van regelingen die structureel niet uitvoerbaar zijn vanwege het ontbreken van medewerking van buitenlandse belastingdiensten. Wel ontvangt de Belastingdienst in het klantcontact regelmatig signalen van individuele belastingplichtigen. Deze signalen zijn echter zeer divers en doorgaans zeer specifiek voor de concrete situatie van de betrokken belastingplichtige. Zij kunnen bijvoorbeeld het juiste loket niet vinden of lopen tegen andere praktische hindernissen aan. De Belastingdienst houdt geen overzicht bij van de aantallen van belastingplichtigen die “tussen wal en schip vallen”. Dat heeft ook weinig waarde omdat het uiteenlopende situaties betreft die aan de orde komen bij de individuele behandeling. De individuele belastingplichtigen worden zo goed mogelijk geholpen om aan hun fiscale verplichtingen te kunnen voldoen.

16 Reacties

  1. De leden van de VVD-fractie vragen om een kwalificatie van de beschreven casus. Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat altijd zoveel mogelijk gedaan moet worden om dergelijke kafkaëske situaties te voorkomen, en dat dan niet verscholen mag worden achter een ‘systeem’?

    Antwoord In de beschreven casus weigerde de Litouwse belastingdienst het aangeboden Nederlandse formulier aanvankelijk te ondertekenen. In de twee voorafgaande jaren had de Litouwse belastingdienst het vergelijkbare Nederlandse formulier wel ondertekend. Er is een signaal afgegeven aan de Litouwse belastingdienst en vervolgens contact opgenomen met de belastingplichtige. Inmiddels beschikt de betreffende belastingplichtige over een door de Litouwse belastingdienst ondertekende inkomensverklaring. Er lijkt dus geen sprake te zijn van gewijzigd beleid bij de Litouwse belastingdienst.

    Indien dergelijke situaties zich voordoen, is het belangrijk dat de buitenlandse belastingplichtige weet waar hij terecht kan. Wordt een buitenlandse belastingplichtige ondanks gedane moeite geconfronteerd met een belastingdienst in het woonland die weigert de inkomensverklaring te ondertekenen, dan kan de belastingplichtige zich melden bij de Belastingdienst/Kantoor Buitenland. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden van de voorgelegde situatie, wordt bezien op welke wijze dit kan worden opgelost.

    Antwoord
    • De leden van de VVD-fractie vragen of bekend is hoeveel Nederlanders woonachtig in het buitenland willen worden aangemerkt als kwalificerend buitenlands belastingplichtige, maar dat door de weigering formulieren te ondertekenen door buitenlandse belastingdiensten, tot op heden nog niet kunnen. Zijn de eerder genoemde cijfers over (kwalificerende) buitenlandse belastingplichtige in antwoord op Kamervragen van de leden Van Weyenberg en Lodders nog actueel ? Zo nee, wat zijn de actuele cijfers? De leden van de D66-fractie vragen om een nadere toelichting op de ontwikkeling van het aantal buitenlands kwalificerend belastingplichtigen in de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019.
      Antwoord Vooraf dient te worden opgemerkt dat de doelgroep van de kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen breder is dan enkel Nederlanders woonachtig in het buitenland. Het grootste deel van de doelgroep betreft buitenlandse belastingplichtigen met een andere dan de Nederlandse nationaliteit. Het exacte aantal buitenlandse belastingplichtigen dat niet kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige door weigering om mee te werken door de belastingdienst van het woonland is niet bekend, aangezien niet alle betrokken zich bij de Belastingdienst melden. Op jaarbasis ontvangt de Belastingdienst enkele tientallen signalen van buitenlandse belastingplichtigen die op het eerste oog aan de voorwaarden voldoen om te kunnen worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige, maar die ondanks aantoonbaar gedane moeite geen medewerking krijgen van de belastingdienst in het woonland. Zoals eerder aangegeven wordt in deze gevallen op individuele basis naar een oplossing gezocht.
      De eerder in antwoord op Kamervragen van de leden Van Weyenberg en Lodders met de Kamer gedeelde gegevens over de aantallen (kwalificerende) buitenlandse belastingplichtigen zijn nog actueel. Hieronder volgt een overzicht van het verloop van het aantal buitenlandse belastingplichtigen dat volgens de aangifte inkomstenbelasting1 kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen is sinds de invoering van de regeling in 2015. De gegevens over het belastingjaar 2018 zijn nog niet compleet nu de aanslagregeling voor dat jaar nog niet is afgerond.

      2015 2016 2017 2018 Aantal KBB respectievelijk: 140.304 128.649 128.153 112.940

      Antwoord
      • De leden van de VVD-fractie vragen de regering wederzijdse fiscale acceptatie, zeker tussen inwoners en de diensten van de EU op de agenda te zetten in Europese overleggen. Kan de staatssecretaris dit toezeggen?
        Antwoord Hoewel het Hof van Justitie van de Europese Unie over de vrijheden van de interne markt waakt, is de opzet van belastingstelsels voor particulieren volledig aan de afzonderlijke lidstaten toevertrouwd. Mogelijke tegenstrijdigheden die kunnen ontstaan als gevolg van niet aansluitende nationale belastingsystemen zijn een gevolg van deze keuze. Er zijn geen gerichte overleggen in Brussel over belastingen voor particulieren of de uitvoering ervan. Nu, zoals in de bovenstaande antwoorden wordt beschreven, er geen sprake lijkt te zijn van structurele problemen bij de inkomensverklaringen is hier ook nog geen sprake van een concrete aanleiding tot (anders dan bilateraal) Europees overleg. Wel zijn er diverse mogelijkheden voor belastingdiensten onderling om best practices uit te wisselen en elkaar aan te spreken op praktische zaken die niet soepel lopen. Hierop wordt in de onderstaande beantwoording van de vragen van de fractie van D66 nader ingegaan.

      • De leden van de VVD-fractie lezen dat de Nederlandse Belastingdienst eraan hecht om de aangiften automatisch te verwerken om zo sneller een correcte aanslag op te kunnen leggen. Op welke manier past deze gang van zaken in het bieden van maatwerk?

        Antwoord Het bieden van maatwerk en het geautomatiseerd verwerken van de inkomensverklaringen dienen een vergelijkbaar doel, namelijk het zo spoedig mogelijk opleggen van een correcte aanslag inkomstenbelasting. Echter er bestaat ook een spanningsveld. Het bieden van maatwerk is vele malen arbeidsintensiever en daarmee tijdsintensiever dan de geautomatiseerde verwerking. Om die reden wordt alleen maatwerk geboden als op basis van de aan de Belastingdienst ter beschikking staande gegevens aannemelijk is dat de belastingplichtige aan de (overige) voorwaarden voldoet om te kunnen worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige en de belastingplichtige aantoonbaar moeite heeft gedaan om de inkomensverklaring ondertekend te krijgen.

    • Nee hoor Jan, de belastingdienst Frankrijk geeft geen verklaring belastingplicht woonland af (hetgeen de Nederlandse belastingdienst wél wil hebben ivm teruggave loonbelasting!) want zoon wordt opgevoerd op mijn belastingaangifte in Frankrijk, hetgeen de Nederlandse belastingdienst weer NIET accepteert. Kortom we draaien in een kringetje rond: Frankrijk tekent formulier niet en Nederland eist het. Geen uitleg en geen hulp van de Nederlandse belastingdienst.

      Antwoord
  2. De leden van de VVD-fractie vragen zich af of er naast Litouwen andere landen (EU-lidstaten, de EER, Zwitserland en de BES-eilanden) zijn die het Nederlandse formulier over een inkomensverklaring niet ondertekenen. Zo ja, welke en is de staatssecretaris op de hoogte van de onderliggende redenen? De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de staatssecretaris op de casus van een Nederlander in Litouwen, waarbij de Litouwse Belastingdienst de Nederlandse inkomensverklaring niet wil ondertekenen. Deze leden zijn blij dat de Belastingdienst contact op wil nemen met de brievenschrijver om samen het probleem op te lossen. Zij merken echter op dat andere inwoners van Litouwen met Nederlands inkomen, die kwalificeren voor binnenlandse belastingplicht tegen dezelfde problemen aanlopen. Wat kunnen deze belastingplichtigen doen? Komen zij ook in aanmerking voor een individuele oplossing? Kunnen zij zich melden bij de BelastingTelefoon Buitenland? Kan de staatssecretaris aangeven of er inmiddels al contact geweest is tussen de Nederlandse en Litouwse Belastingdienst en of er een oplossing in zicht is? Zijn er nog meer landen waarvan de belastingdienst weigert om de inkomensverklaring te ondertekenen bekend bij de Nederlandse Belastingdienst? De leden van de D66-fractie vragen hoe vaak het voorkomt dat andere dat andere belastingdiensten Nederlandse formulieren niet meer wensen te ondertekenen. Kan het kabinet per lidstaat aangeven hoe vaak een buitenlandse belastingdienst niet, of niet op tijd, een inkomensverklaring verifieert? Welke redenen geven deze buitenlandse belastingdiensten op? Zijn er internationale afspraken aan welke voorwaarden de modelverklaringen moeten voldoen? De leden van de D66-fractie lezen dat “de medewerking in het overgrote deel van de gevallen zonder problemen loopt”, maar er “helaas ook gevallen zijn waarbij de medewerking minder soepel verloopt”. Kunt u dit kwantificeren? Zijn hierbij ook verschillen tussen de belastingdiensten van de verschillende EU-lidstaten?

    Antwoord In het geval van Litouwen is een signaal afgegeven aan de Litouwse Belastingdienst. De Belastingdienst heeft contact opgenomen met de belastingplichtige waaruit bleek dat de verklaring inmiddels was ondertekend. Er lijkt sprake te zijn geweest van een misverstand. De redenen voor het niet willen ondertekenen van een inkomensverklaring door belastingdiensten in de diverse landen zijn divers. Dit varieert van onbekendheid of onwetendheid bij de betreffende belastingambtenaar, het gebruik van het verkeerde formulier of het verkeerde loket bij de buitenlandse belastingdienst tot een onjuiste voorstelling van de situatie door de belastingplichtige zelf. De Belastingdienst heeft van een tweetal EU-lidstaten, namelijk Zweden en Bulgarije, het signaal ontvangen dat zij problemen hebben met de Nederlandse inkomensverklaring. De Zweedse belastingdienst heeft aangegeven alleen een verklaring te kunnen afgeven voor inkomsten die in Zweden in de belastingheffing zijn betrokken van belastingplichtigen die in Zweden onbeperkt belastingplichtig zijn. Zweden wil in andere situaties niet de suggestie wekken iets te kunnen verklaren over inkomsten die noch in Nederland (bronstaat) noch in Zweden in de heffing worden of zijn betrokken. Hierover vindt op ambtelijk niveau nog nader overleg met Zweden plaats.

    Het Ministerie van Financiën van Bulgarije heeft recent een brief gestuurd dat de Bulgaarse belastingdienst regelmatig de situatie tegenkomt dat een persoon met de Bulgaarse nationaliteit verzoekt om de Nederlandse inkomensverklaring te ondertekenen, terwijl deze persoon naar Bulgaarse maatstaven geen fiscaal inwoner van Bulgarije is. Naar Nederlandse maatstaven is deze persoon echter ook geen fiscaal inwoner van Nederland. Aangezien in beide staten volgens het nationale recht geen sprake is van fiscaal inwonerschap, is er dan ook geen toegang tot het bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en Bulgarije. Op ambtelijk niveau zal hierover op korte termijn in overleg worden getreden met Bulgarije. Het gaat hier mijns inziens om een juridisch vraagstuk en niet over een probleem in de uitvoering van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen

    Antwoord
  3. De leden van de D66-fractie vragen, mede naar aanleiding van het feit dat voor belastingplichtigen die in het buitenland wonen nog steeds gebruik zal worden gemaakt van papieren berichtenverkeer , in hoeverre deze post op tijd bij buitenlandse belastingplichtigen terecht komt. Deze leden vragen op welke wijze deze blauwe brieven worden verstuurd. Maakt de Belastingdienst voor postbezorging naar het buitenland bijvoorbeeld gebruik van priorityzegels? Hoe vaak komt het voor dat de duur van de postbezorging ertoe leidt dat de uiterlijke betaaldatum wordt overschreden? Hoe vaak leidt dit tot een aanmaning, die vervolgens ook weer met de post verstuurd moet worden, en daarmee tot extra kosten voor de Belastingdienst? Kan het kabinet een indicatie geven hoeveel dagen er nodig zijn om post van de Belastingdienst te bezorgen in een EUlidstaat, de VS, Canada, China, Brazilië, Nigeria en Australië? Wat is volgens het kabinet een redelijke maximumtermijn voor het aantal benodigde dagen om post van de Belastingdienst terecht te laten komen bij belastingplichtigen in het buitenland? Deze leden vragen om hierbij specifiek in te gaan op de situatie van buitenlandse belastingplichtigen die geen postadres in Nederland hebben.

    Antwoord De meeste papieren post die wordt verzonden naar buitenlandse belastingplichtigen die geen postadres in Nederland hebben, wordt door hen tijdig ontvangen, in die zin dat er nog een redelijke reactietijd overblijft voor de belastingplichtige. Voor sommige landen is het echter zo dat de maximale bezorgduur erg lang is. Dit is bijvoorbeeld bij Gabon en Liberia het geval. De contractuele bezorgduur voor deze landen is maximaal 25 werkdagen. Hierbij kan er dus, indien de brief inderdaad zo lang onderweg is, een probleem met de reactietijd optreden. Het is mij niet bekend hoe vaak zich dit voordoet en hoe vaak dit de oorzaak is van de overschrijding van een betaaldatum. Wel komen er incidenteel klachten over late postbezorging. Als dit zich bij een specifiek land voordoet en de lokale postbezorgdienst de maximale termijn heeft overschreden, kan de Belastingdienst hierover in contact treden met PostNL. PostNL maakt bilaterale afspraken over onder ander kwaliteit en overkomstduur. Daarnaast zijn er escalatiepaden afgesproken, indien de kwaliteit van bezorging structureel achterblijft.

    De post wordt naar het buitenland verzonden met het “standard” servicekader en dus niet met priority. Dit heeft geen invloed op de betrouwbaarheid van de post. Wel is de contractuele maximale bezorgduur bij ‘priority’ enkele dagen korter dan bij ‘standard’. Dit wil echter niet zeggen dat de bezorging bij ‘priority’ ook feitelijk sneller plaatsvindt. Een voorbeeld van de contractbezorgduren in werkdagen: Land Priority Standard Duitsland 2-4 5-8 VS 3-6 7-11 Singapore 4-6 7-8 Zuid-Korea 7-10 7-10.

    Antwoord
  4. Aangezien belastingaanslagen WEL in “mijn overheid” komen, snap ik niet waarom de belastingdienst andere correspondentie NIET in deze virtuele postbus plaatst.

    Antwoord
  5. Dit hele verhaal heeft weer een hoog propaganda gehalte van de kant van de NL-regering. Ze zeggen maar wat. Mijn ervaringen sinds 2015 zijn in ieder geval volstrekt tegengesteld en buitengewoon negatief. Ik voel mij in de mangel genomen tussen de NL en de ES belasting-heffingen.

    Het is nu zelfs zover dat de NL belastingdienst overweegt mij in 2015 (mijn emigratiejaar, per 1 juli 2015) heel 2015 niet onder het belastingverdrag te laten vallen, terwijl de ES belastingdienst er onderzoek naar doet om dat wel te doen. Mag ik dus 2x over alles aan elke belastingdienst betalen …..

    Kan natuurlijk helemaal niet, maar de berg fiscale shit die je – als keurig gewezen NL ambtenaar, met een 36 jaar opgebouwd ABP-pensioen, en toch niet de eerste die emigreert … – over je heen krijgt vind ik zeer onrustbarend.

    Antwoord
  6. De vaste commissie voor Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid heeft op 13 november 2019 enkele vragen en opmerkingen aan de staatssecretaris van Financiën voorgelegd naar aanleiding van de toezending van de rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders 2019 (Kamerstukken I, 2019/20, 34655, D).
    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/12/17/beantwoording-vragen-rapportage-fiscale-knelpunten-grensarbeiders-2019
    Belastingdeel heffingskortingen buitenlandse belastingplichtigen De leden van de CDA-fractie vragen of de geautomatiseerde systemen van de Belastingdienst zo zijn aangepast dat inwoners van België, Suriname en Aruba het belastingdeel van de algemene heffingskorting in 2020 via de loonbelasting kunnen ontvangen. Alles is in gereedheid gebracht om voor inwoners van België en voor inwoners van Suriname en Aruba de op maat gemaakte loonbelastingtabellen te publiceren samen met de overige loonbelastingtabellen voor het belastingjaar 2020 zodat deze inwoners het belastingdeel van de algemene heffingskorting in 2020 via de loonbelasting kunnen ontvangen.

    De leden van de fractie van het CDA geven aan dat buitenlandse belastingplichtigen uitsluitend per brief een voorlopige aanslag kunnen aanvragen en uitsluitend per brief een wijziging van een bankrekeningnummer kunnen doorgeven. Deze leden geven aan dat het doorgeven per brief onveiliger lijkt te zijn dan digitaal (bijvoorbeeld door middel vanDiglD) en vragen wanneer de regering hierin verandering wenst aan te brengen. Buitenlandse belastingplichtigen kunnen via de website van de Belastingdienst het formulier ‘Verzoek of wijziging voorlopige aanslag 2020 voor buitenlandse belastingplichtigen’ aanvragen. Het verzoek of de wijziging van een voorlopige aanslag kan naar de huidige stand van zaken alleen op papier worden ingevuld. Dit geldt ook voor het doorgeven van een wijziging van een bankrekeningnummer.

    Regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen De leden van de CDA-fractie overwegen dat het al langere tijd bekend is dat er problemen zijn met betrekking tot de weigering van het invullen van inkomensverklaringen door de bevoegde belastingautoriteit van de woonstaat en de leden vragen hoe lang de regering nog nodig denkt te hebben om deze problemen op te lossen. De redenen voor het niet willen ondertekenen van een inkomensverklaring door belastingdiensten in de verschillende landen zijn divers. Dit varieert van onbekendheid of onwetendheid bij de betreffende belastingambtenaar, het gebruik van het verkeerde formulier of het verkeerde loket bij de buitenlandse belastingdienst tot een onjuiste voorstelling van de situatie door de belastingplichtige zelf. De Belastingdienst heeft van een tweetal EU-lidstaten, namelijk Zweden en Bulgarije, het signaal ontvangen dat zij problemen hebben met de Nederlandse inkomensverklaring. Met Zweden is er ambtelijk overleg over de bewoording van de inkomensverklaring. Het recente verzoek van Bulgarije gaat mijns inziens om een juridisch vraagstuk en niet over een probleem in de uitvoering van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. Er zal op ambtelijk niveau contact worden gezocht met Bulgarije.

    Antwoord
  7. Belastingontduiking en vermogensongelijkheid
    Inkeerregeling vergroot belastingopbrengst, ook op langere termijn
    Persbericht
    Volgens internationale schattingen hebben Nederlandse huishoudens voor ruim 60 miljard euro uitstaan in belastingparadijzen. Met de inkeerregeling is tussen 2002 en 2018 voor ongeveer 12 miljard euro verborgen vermogen alsnog aangegeven bij de Belastingdienst. Dat heeft 2,1 miljard euro aan belastingen opgeleverd en leidt ook op langere termijn tot hogere belastinginkomsten.
    Lees verder op:
    https://www.cpb.nl/belastingontduiking-en-vermogensongelijkheid

    Antwoord
  8. Beantwoording Kamervragen NFV2020
    De leden van de fractie van het CDA vragen naar de rechtsbescherming van een belastingplichtige in Nederland, in het bijzonder voor wat betreft de bescherming van persoonsgegevens indien informatie die op hem betrekking heeft, wordt uitgewisseld. Daarbij verwijzen deze leden naar het artikel van L.E.C. Neve in het Weekblad fiscaal recht (WFR 2020/160).
    Internationale inlichtingenuitwisseling is een belangrijk middel in de aanpak van belastingontduiking en -ontwijking. Een goede en effectieve inlichtingenuitwisseling bevordert een juiste belastingheffing en is dan ook van groot belang. Inlichtingenuitwisseling vindt plaats op basis van een bilateraal belastingverdrag of op basis van een multilateraal verdrag zoals het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand bij belastingzaken (WABB-verdrag). Binnen de Europese Unie (EU) kunnen inlichtingen ook worden uitgewisseld op basis van de administratieve bijstandsrichtlijn. Al deze grondslagen bieden waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens bij de uitwisseling van inlichtingen. Onder al deze grondslagen is vastgelegd dat gegevens alleen mogen worden gebruikt voor de fiscale doeleinden waarvoor zij worden verstrekt, dat gegevens die uit het buitenland worden ontvangen in dezelfde mate vertrouwelijk moeten worden behandeld als voor ‘binnenlandse’ gegevens geldt en dat gegevens met een beperkt aantal direct betrokkenen mogen worden gedeeld. Ook vindt inlichtingenuitwisseling plaats via beveiligde kanalen.
    Bij inlichtingenuitwisseling tussen EU-lidstaten geldt op grond van de Algemene verordening gegevensverwerking (AVG) in alle EU-landen eenzelfde niveau van gegevensbescherming. Voor de uitwisseling van inlichtingen met derde landen (ingevolge een bilaterale of multilaterale overeenkomst ten behoeve van de belastingheffing) is van belang of er in relatie met het desbetreffende land door de Europese Commissie door middel van een zogenoemd adequaatheidsbesluit is besloten dat sprake is van een passend beschermingsniveau of dat passende waarborgen worden geboden. In die gevallen komt de belastingplichtige in een derde land een rechtsbescherming toe die gelijk is aan of vergelijkbaar is met de bescherming die geldt bij inlichtingenuitwisseling tussen EU-landen. Voor zover dat niet het geval mocht zijn, is relevant dat de AVG de uitwisseling van gegevens onder omstandigheden ook toestaat indien deze noodzakelijk is vanwege gewichtige redenen van algemeen belang waaronder de gegevensuitwisseling tussen belastingdiensten met het oog op de aanpak van belastingontduiking en -ontwijking. Voor een belastingplichtige die geconfronteerd wordt met een belastingaanslag uit het buitenland geldt hoe dan ook dat bij de Belastingdienst kan worden nagevraagd of, en zo ja, welke informatie over hem is uitgewisseld. Bovendien zal voor deze belastingplichtige in het land dat de informatie gebruikt, een rechtsgang openstaan.

    Antwoord
    • Het is weer typisch Nederlandse overheids propaganda. De Belastingdienst verstrekte mij geen gegevens over welke informatie werd uitgewisseld.

      De Spaanse belastingdienst had van de NL belastingdienst over 2015 informatie ontvangen. Maar begreep niet waar dat over ging. Ik moest mijn gegevens over 2015 emigratiejaar opnieuw aanbieden, in een Spaanse vertaling. Euro 800 kosten. De NL Belastingdienst doet niets, en bezorgt iedereen alleen maar werk en kost iedereen alleen maar geld.

      Het is een nare constructie zoals die nu is. Laat je niets anders wijsmaken!

      Antwoord
  9. ECLI:NL:RBZWB:2021:5398
    Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak 27-10-2021 Datum publicatie 11-11-2021 Zaaknummer AWB – 20 _ 8349 Rechtsgebieden
    Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg – enkelvoudig Inhoudsindicatie Deze uitspraak is niet voorzien van een samenvatting. Vindplaatsen Rechtspraak.nl RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
    Belastingrecht, enkelvoudige kamer Locatie: Breda Zaaknummer BRE 20/8349
    uitspraak van 27 oktober 2021 Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen [belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
    belanghebbende, en de inspecteur van de Belastingdienst,
    2.7.
    In geschil is uitsluitend of belanghebbende kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige.
    2.8.
    Om als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige te worden aangemerkt, moet worden voldaan aan de vereisten van artikel 7.8, zesde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001):
    “Een kwalificerend buitenlands belastingplichtige is een persoon die als inwoner van een andere lidstaat van de Europese Unie (…) in de belastingheffing van die andere lidstaat (…) wordt betrokken en:
    a. van wie het inkomen geheel of nagenoeg geheel in Nederland is onderworpen aan de loonbelasting of inkomstenbelasting, of
    b. van wie het inkomen tezamen met dat van een belastingplichtige die als zijn partner zou worden aangemerkt indien beide personen binnenlandse belastingplichtigen zouden zijn, geheel of nagenoeg geheel in Nederland is onderworpen aan de loonbelasting of inkomstenbelasting,
    onder de voorwaarde dat de belastingplichtige een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van zijn woonland verstrekt. (…).”
    2.9.
    Belanghebbende heeft – hoewel dit op zijn weg lag – geen inkomensverklaring als onder 2.8 bedoeld overgelegd. De inspecteur heeft belanghebbende gewezen op het ontbreken van de inkomensverklaring en hem vóór en tijdens de bezwaarfase in de gelegenheid gesteld om de vereiste inkomensverklaring alsnog te verstrekken. De rechtbank stelt voorop dat weliswaar niet zonder meer doorslaggevend is dat een inkomensverklaring als zodanig niet is verstrekt. Belanghebbende heeft echter, ook niet op andere wijze aannemelijk gemaakt dat hij aan alle (materiële) voorwaarden voldoet om te kunnen worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige, in het bijzonder de eis dat belanghebbende nagenoeg geheel in Nederland is onderworpen aan de loonbelasting of inkomstenbelasting. Enkel de stelling van belanghebbende daartoe is onvoldoende, nu deze niet verder is onderbouwd. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet belanghebbende daarom niet aan de voorwaarden om aangemerkt te worden als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Nu belanghebbende niet kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige heeft hij geen recht op aftrek in verband met de woning in Spanje .1

    Antwoord
    • Mijn zoon, wonende bij mij in Frankrijk, studeert lange afstand. Hij heeft een half wezen uitkering van het ABP. Dit is volledig belast in Nederland.
      Hij vraagt aftrek studiekosten via de inkomstenbelasting Nederland. Hij moet een inkomensverklaring overleggen van de Franse belastingdienst. Aangezien studenten tot 25 jaar bijgeschreven mogen worden bij het belastingregime van de ouders, en dat is in ons geval zo, tekent de Franse belastingdienst dit formulier niet. Dus geen aftrek in Nederland.
      De Franse belastingdienst heeft wel een formulier gestuurd met een Frans belastingnummer voor mijn zoon, en vermeldt dat het inkomen in Frankrijk 0 euro is, en dat hij een eigen belastingregime kan aanvragen, hetgeen hij niet gaat doen.
      Dit formulier is opgestuurd naar de Nederlandse belastingdienst, maar werd niet geaccepteerd onder het motto dat een dergelijk formulier te vervalsen is en eist het formulier inkomensverklaring. Dat formulier is blijkbaar niet te vervalsen.
      Iemand die enig licht voor een oplossing kan zorgen?
      In het vonnis van de rechtbank zie ik wel lichtpuntjes!

      Antwoord
  10. Het blijft tobben en somber. Ik kreeg een vreemde rechterlijke uitspraak over 2015 dus – mijn emigratiejaar.

    Nu gaat het (bij mij) over 2016 en 2017. Tussen wal en schip is ook op mij van toepassing. Fiscaal gedupeerd door die maffe 90% KBB drempel. Net een hoorzitting-op-afstand gehad met de NL belastingdienst. Nu in afwachting. Daarna waarschijnlijk toch weer naar de NL belastingrechter. Afijn … Jan kent het dossier.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.