Datum22 september 2020BetreftVerzamelbrief pensioenonderwerpen
Daaruit: Planning uniformering partnerbegrip
In het debat over de uitwerking van het Pensioenakkoord (d.d. 14 juli 2020) is ook gesproken over het voornemen om de partnerdefinitie wettelijk te uniformeren. Ik ben blij met de steun die diverse leden hebben uitgesproken over het voorstel voor uniformering. In het debat heeft het lid Van Weyenberg (D66) de regering verzocht om een uitgebreide wettelijke partnerdefinitie zo snel mogelijk wettelijk te verankeren.4 Ik ben voornemens om de partnerdefinitie zo snel als kan in te voeren, echter de snelheid mag niet ten koste gaan van de zorgvuldigheid. In het debat van 14 juli jl. heeft o.a. het lid Van der Linde (VVD) zorgen geuit over eventuele onwenselijke effecten van een uitgebreide partnerdefinitie. Mogelijk worden samenwonenden, door de uitgebreide partnerdefinitie, onterecht als partners beschouwd (bijvoorbeeld gedurende de studententijd). Deze situaties ga ik bespreken met de pensioensector, zodat voor eventuele uitvoeringsproblemen een gepaste oplossing kan worden gevonden. Gelet op de complexiteit van de uitvoering, acht ik het verstandig om de uitbreiding van het partnerbegrip niet via een nota van wijziging te regelen bij het wetsvoorstel Pensioenverdeling bij scheiding 2022 dat reeds in uw Kamer ligt. Ik ben voornemens om de uniformering van het partnerbegrip mee te laten lopen in het wetsvoorstel inzake de uitwerking van het Pensioenakkoord. De beoogde inwerkingtredingsdatum voor beide wetten is 1-1-2022, hetgeen geen tijdsverlies betekent. Door de uniformering van het partnerbegrip in dit wetstraject mee te nemen, is er voldoende tijd om met de sector uitvoeringskwesties te bezien.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Wouter Koolmees
Lees verder op: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020Z16842&did=2020D36535
Slechts het aanpassen van definities is voldoende om de rechthebbenden nog meer pensioenkapitaal te onthouden. In maart kunnen alle gepensioneerden afrekenen met de politieke partijen, regering en DNB die met nepnieuws de geesten rijp maken voor de grootste greep in de pensioenkassen ooit. Hebt u ook gelezen dat ABP goede beleggingsresultaten heeft behaald op de beurzen, na 2008 gemiddeld 7 % en in 2019 19 %. en dat ondanks de door regering en DNB opgelegde plicht om 50% van het pensioenkapitaal te beleggen in “risicoloze” waardeloze euro-obligaties met een opbrengst van 0,1% of zelfs nog minder? Daarover wordt consequent niet gecommuniceerd, want de doemscenario’s moeten de geesten rijp maken. Voor wie zitten die besturen daar eigenlijk?
Pensioenen worden onterecht behandeld als kapitaal van de overheid. Het is beter te klagen over de behandeling hier, dan andere EU-landen kwalijk te nemen dat ze hun overheden beter in bedwang hebben op deze dossiers. Het is een keuze, die gemaakt wordt omdat de kiezers dat niet afstraffen. Dus in maart afrekenen, of niet meer klagen als u dat niet doet.