Selecteer een pagina

Onderzoek vermogensonderzoek in het buitenland door UWV en SVB

okt 29, 2020

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijksoverheid/documenten/rapporten/2020/02/06/onderzoeksrapport-organisatie-van-vermogensonderzoek-in-het-buitenland-bij-uwv-en-svb

 

Organisatie van vermogensonderzoek bij UWV/IBF en SVB op hoofdlijnen gelijk en kent enkele verbetermogelijkheden

 

“De uitvoerende organisaties de SVB en het UWV voeren momenteel allebei vermogensonderzoek in het buitenland uit en zorgen volgens betrokkenen voor onder meer spreiding van kennis en ervaring. Dit onderzoek heeft als doel inzicht te geven in de huidige organisatie van vermogensonderzoek bij het UWV en de SVB en eventuele verbetermogelijkheden aan te geven om het handhavingsinstrument en daarmee de handhavingstaak verder te optimaliseren. Uit het onderzoek blijkt dat de organisatie van vermogensonderzoek bij het UWV, bij het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF), en de SVB op hoofdlijnen gelijk is. De verschillen in de organisatie worden veroorzaakt door de structuur in de twee ketens (in het vervolg respectievelijk IBF- en SVB-keten) die grotendeels voortvloeien uit wettelijke bepalingen. Het feit dat de SVB zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering en handhaving van de Aanvullende Inkomensvoorziening voor Ouderen (AIO) en het IBF niet voor de Participatiewet (Pw), bepaalt de wijze waarop vermogensonderzoek georganiseerd is.

(..)

De huidige organisatie kent wel enkele aandachtspunten. Dit zijn: • De opvatting van het UWV, de SVB en attachés over de inhoudelijke invulling van de adviserende rol en de wijze waarop het IBF deze vervult of zou moeten vervullen verschilt. Dit draagt niet bij aan het wederzijds begrip. • De doorlooptijden van onderzoeken zijn soms lang en zijn vooral afhankelijk van het onderzoeksland (externe factoren). Ook zijn enkele factoren in de organisatie aan te wijzen, zoals de nog niet altijd accurate beoordeling van de volledigheid van de onderzoeksaanvragen en het wachten op reacties van ketenpartners. • De monitoring van de voortgang van het proces in de IBF-keten is nog niet optimaal vanwege het gebruik van meerdere informatiesystemen. Daarnaast bestaat bij betrokkenen geen eenduidig beeld van het doel en de doelgroep van de regiobijeenkomsten met gemeenten. • De (juridische) deskundigheid ligt binnen de IBF-keten verspreid omdat het voornamelijk te maken heeft met externe opdrachtgevers. De gemeenten hebben niet allemaal evenveel kennis en ervaring in huis die vanuit hun verantwoordelijkheid verwacht wordt. Daarbij is de evaluatie van het proces, de terugkoppeling van de opgeleverde rapportage en daaruit volgende besluit nog niet optimaal ingericht. Bij de aandachtspunten zijn diverse verbetermogelijkheden per aspect geïnventariseerd aan de hand van analyse van documenten en gesprekken. De voor- en eventuele nadelen van de verbetermogelijkheden zijn benoemd. De verbetermogelijkheden zijn: • Bepalen van de wijze van invulling van de adviserende rol op basis van kennisbehoefte. Dit kan de verschillende opvattingen en onduidelijkheden hierover wegnemen. 5 van 31 1 Organisatie van vermogensonderzoek in het buitenland bij UWV en SVB • Doorlooptijden verbeteren door vertragende factoren te verminderen door onder andere te bepalen hoe de contacten tussen de gemeenten en attachés optimaal ingericht kunnen worden. • Het vergroten van gezamenlijk gebruik van informatiesystemen binnen de IBF-keten of tussen beide ketens. Met een (nieuw) gezamenlijk systeem kan de informatie-uitwisseling, monitoring, verantwoording en het eigenaarschap bij gemeenten bevorderd worden. • Inventariseren van overwegingen bij vermogensonderzoek om de dienstverlening en adviserende rol te verbeteren. Een eerste stap hierin is gezet door de oprichting van het samenwerkingsverband OVB en de regiobijeenkomsten die OVB organiseert. Door de overwegingen, behoeften en ervaringen van gemeenten specifieker in kaart te brengen en hierop te acteren, kan de dienstverlening en de adviserende rol worden verbeterd. • Invoeren van structurele evaluaties in het proces om te leren. Door structureel te evalueren met ketenpartners komen inzichten naar voren die kunnen bijdragen aan het verbeteren van het proces. • Samenwerking tussen ketens verder versterken en gezamenlijke doelen stellen. Samenwerking kan onder meer het delen van juridische kennis (verder) bevorderen en het afsluiten van contracten met vertrouwenspersonen vereenvoudigen.”

6 Reacties

  1. Wat kost dit onderzoek ?

    Antwoord
  2. Dit lijkt ambtelijke taal voor: “puinhoop”.
    Waar is dit trouwens allemaal eigenlijk voor (nodig)?

    Antwoord
    • Of de kwalificatie “puinhoop” van toepassing is, weet ik niet. De hoofdconclusie is dat de verschillende instanties die zich met vermogensonderzoek bezighouden grotendeels dezelfde methoden volgen.
      Doel van vermogensonderzoek zal zijn te toetsen of er verborgen vermogen, of niet juist opgegeven vermogen, in het buitenland is in het kader van uitvoering wetten die een vermogenstoets of -aspect kennen. Genoemd worden de AIO- regeling en de Participatiewet (van belang voor ingezetenen van Nederland). Buitenlands belastingplichtigen of uitkeringsontvangers (en verdragsgerechtigden) worden niet expliciet genoemd, maar aannemelijk is dat die niet bij voorbaat uitgesloten zijn van vermogensonderzoek. Vermogen speelt een rol bij Ninbi aangifte (voor CAK bijdrage en zorgtoeslag), aangifte inkomstenbelasting en premies v.v., regeling KBB, en erfbelasting; niet bij AOW- en ANW-pensioen.

      Antwoord
  3. Centralisatie en koppelingen van systemen in dit soort, toch wel zinvolle, onderzoeken is een must. Het feit dat de SVB bijvoorbeeld geen gegevens van de Belastingdienst krijgt, althans dat heeft men mij geschreven, is natuurlijk van de zotte. Het excuus, de privacywetgeving! In dit kader natuurlijk belachelijk en onwerkzaam. Zo moet de burger zelf de belastingaangiften indienen bij de SVB, dat o.m. als overheidsorgaan verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de AOW. Het andere overheidsorgaan dat de aangiften IB en daarmee de inkijk in de financiën en vermogens van de burger ontvangt en controleert, zou dan die, voor de SVB noodzakelijke, gegevens, niet mogen uitwisselen. Dan zullen we het nog maar niet hebben over de systemen die ongetwijfeld hier en daar niet met elkaar zullen kunnen corresponderen. Mogelijk dat ons poldermodel de oorzaak is van de vele “overheid-eilandjes” met vele baasjes, die niet graag hun positie kwijt zien raken.

    Antwoord
  4. Ze komen maar!

    Antwoord
  5. 14 mei 2021

    RvB.59/21/CvdL/ck

    Betreft: SVB signaleringsbrief fraudefenomenen 2021,
    daaruit:

    5.2. Internationale handhavinR
    De SVB heeft ongeveer 350.000 in het buitenland wonende klanten. In het buitenland beschikt de SVB niet over dezelfde controlemogelijkheden als in Nederland waardoor het moeilijker is om wijzigingen in het recht vast te stellen. Het SVB Controle Team Buitenland (CTB) en in een aantal landen de SVB Bureaus Sociale Zaken (BSZ), verbonden aan Nederlandse Ambassades, verrichten daarom controlehuisbezoeken bij SVB klanten in het buitenland. Deze worden verricht bij wijze van steekproef en in geval van vermoeden van onrechtmatigheid.
    In 2019 is tijdens vergaderingen van de Administratieve Commissie (AC) van de ED gesproken over de onderzoeken van de SVB (en UWV) in EU-landen. Een aantal landen, waaronder Belgie, Polen en Zwitserland, heeft stelling genomen tegen de huisbezoeken die op hun grondgebied worden verricht door de SVB. Met deze landen proberen SZW, SVB en UWV tot aanvullende afspraken te komen waardoor onderzoeken in de toekomst mogelijk blijven. Vooralsnog vinden er geen huisbezoeken plaats in genoemde landen om leefsituaties te verifieren.
    Zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/07/06/svb-signaleringsbrief-fraudefenomenen

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.