Zie dit bericht met diverse documenten met meer details, te vinden op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inkomstenbelasting/belastingontduiking-in-het-buitenland-door-particulieren-voorkomen
Aanpak belastingontduiking particulieren in het buitenland door FATCA en CRS
Om belastingontduiking en zwartsparen tegen te gaan, wisselt de Nederlandse Belastingdienst met steeds meer landen automatisch gegevens over financiële rekeningen uit. Dat is een gevolg van FATCA en CRS. Dat zijn internationale regels die gemaakt zijn om belastingontduiking en zwartsparen tegen te gaan. De Belastingdienst krijgt deze gegevens van financiële instellingen, zoals banken en verzekeraars. Het gaat om gegevens van personen die mogelijk belastingplichtig zijn in het buitenland. Deze landen onderzoeken vervolgens zelf of er nog belasting moet worden betaald. Mogelijk verandert hierdoor iets voor u. (..)
Je kunt als buitenlander beter alles eerlijk opgeven, want ze zijn lang niet overal zo coulant als de NL belastingdienst. Zie op
https://www.nederlanders.fr/profiles/blogs/franse-belasting
het verhaal van wat een Nederlander in Frankrijk overkwam, die notabene wel degelijk alles eerlijk had opgegeven, maar die niet (tevens) het juiste formulier had ingevuld!
Boete: € 18000!
Toen hij aanvoerde dat hij het bij het belastingkantoor te X had nagevraagd, was het antwoord: “Wij zijn het belastingkantoor in Y!”
Het is de vraag of de boetebepalingen van Frankrijk in dezen nog wel (steeds) voldoen aan het evenredigheidsvereiste zoals het EHvJ dat uitlegt. In concreto: als de boete beduidend veel hoger is (niet gekwantificeerd overigens door het EHvJ) dan de achterstallig te betalen belasting zou er wel eens strijdigheid kunnen bestaan. Misschien is een proefprocedure tegen de Franse belastingdienst in dergelijke gevallen op zijn plaats. Ook het gegeven dat de boete per bankrekening geldt (en dus niet voor de totale niet opgegeven rente van een jaar) zou in die richting kunnen wijzen.
worden onze reacties ook door de Nederlandse Belastingdienst gelezen?
De belastingdienst hoeft helemaal niet naar fora te gaan van Nederlanders in het buitenland wat betreft informatie over inkomsten uit Nederland. De inhoud van het artikel met verwijzingen naar links spreekt voor zich.
Verleden jaar heb ik op dit forum al vermeld dat alle inkomsten en bankrekeningen uit en in Nederland met een klik op “send” doorgestuurd worden naar het betreffende woonland. Een lijst met de bedragen tot op de centen na de komma en uiteraard de bron.
Inmiddels wonen wij al weer ruim 1 1/2 jaar in Nederland en betaalde onze laatste inkomensbelasting over 2016 in ons toenmalig woonland Spanje. De belastingdienst in Spanje voerde een extra controle uit over 2012. Via onze “assesor” ontvingen wij het lijstje met gegevens. Of we het even wilden controleren. Het klopte niet want op het lijstje stonden ook gegevens uit 2013. Zij waren dus tot een andere optelsom gekomen dan wij hadden opgegeven.
Dat was dus weer duiken in alle papieren, kopietjes maken en uitleggen. Al eerder hadden we een beedigde vertaling van de lijfrente polis moeten geven. Die werd ook van stal gehaald. Enfin, weer een rekening van de “assesor” rijker, kregen we begin dit jaar bericht via onze voormalige “assesor” dat alles in orde was.
Ik ben het eens met Theodora Besse, je kunt maar beter alles opgeven, zoals je zou doen als je in Nederland woonde. Wat Spanje betreft blijkt dan de belastingdruk nagenoeg hetzelfde, althans voor mensen met pensioeninkomsten van modaal tot 2 keer modaal.
Er zullen andere dingen spelen bij de “rijken” en daar hoef je niet gepensioneerd voor te zijn, maar tot die groep behoren wij niet.
Zie in dit document,
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2018/08/14/wob-verzoek-naar-documenten-over-internationale-gegevensuitwisseling-door-de-belastingdienst
en dan de bijlage, getiteld: nota Proces inlichtingenuitwisseling directe belastingen, Naam dienstonderdeel Central Liaison Office, Stationsstraat 5, 7607 GX Almelo, Postbus 378, 7600 A] Almelo, http://www.belastingdienst.n1, Auteur…, Datum, 1 januari 2018
Ik leid daaruit af dat Nederland voor de inkomstenbelasting ruime mogelijkheden heeft om gegevens van buitenlandse belastingdiensten te kunnen opvragen, hetzij op basis van verdragen, hetzij binnen de EU op basis van een Richtlijn. Dit kan- onder voorwaarden- zowel automatisch en periodiek zijn als in geval dat een belastingplichtige niet voldoende wil meewerken aan verschaffing van inlichtingen. Ik leid ook af dat indien een buitenlandse belastingambtenaar niet wil meewerken aan het ondertekenen van een inkomensverklaring (als vereist voor de regeling kwalificerend buitenlands belastingplichtige) de Nederlandse belastingdienst nogal wat mogelijkheden heeft de benodigde gegevens alsnog op te vragen. Binnen de EU mag het feit dat de buitenlandse belastingdienst de gegevens niet zelf nodig heeft voor de eigen belastingheffing dan zelfs geen belemmering zijn voor de verstrekking.
Uit: Reactie op de vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Financiën van 24 juli 2018 over de brief van 4 juli 2018 over de stand van zaken van het inlopen van de achterstanden in de aanslagoplegging erf- en schenkbelasting (Kamerstuk 31066, nr. 420).
“Aanpak belastingontduiking De leden van de fractie van de PvdA vragen wat de gevolgen van de vertraging in de aanslagoplegging erfbelasting zijn voor de internationale aanpak van belastingontduiking. Deze leden constateren dat er in de afgelopen jaren belangrijke stappen zijn gezet in het opsporen van vermogens over de grens. Voorbeelden daarvan zijn de opheffing van het bankgeheim in landen als Zwitserland en de uitwisseling van gegevens met belastingparadijzen. De leden vragen in hoeverre deze opsporingstrajecten doorgaan. Ik verwacht geen gevolgen voor de aanpak van belastingontduiking en de lopende opsporingstrajecten. De Belastingdienst geeft prioriteit aan de behandeling van belastingontduiking via het buitenland. Opsporen van vermogen in het buitenland gaat onverminderd door met het programma Vermogen in het Buitenland. Hierin werkt de Belastingdienst, inclusief de FIOD, intensief samen met onder meer het Openbaar Ministerie. De Belastingdienst krijgt steeds meer gegevens over belastingplichtigen aangereikt die hij voor een adequaat toezicht moet verwerken en analyseren. De afgelopen jaren zijn op structurele en incidentele basis grote gegevensbestanden vanuit het buitenland aangeleverd en deze konden steeds – voor zover relevant – via de systemen van de Belastingdienst worden verwerkt. Dit zal – voor zover te overzien – in de toekomst niet anders zijn. De leden van de fractie van de PvdA hebben daarnaast gevraagd in hoeverre belastingontduiking op nationaal niveau wordt aangepakt met betrekking tot de schenk- en erfbelasting. Gelijk als bij ieder ander fiscaal delict, start de FIOD bij malafide erfenissen pas een opsporingsonderzoek als de feiten en omstandigheden van het geval passen binnen de bestaande kaders van wet- en regelgeving en beleid. In die zin is de FIOD aldus niet afhankelijk van de ontwikkelingen in de uitvoering van de erfbelasting.”
Lees verder op:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/09/04/beantwoording-schriftelijk-overleg-stand-van-zaken-erf-en-erfbelasting
ECLI:NL:GHARL:2018:10722
Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 11-12-2018 Datum publicatie 14-12-2018 Zaaknummer 17/01312 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2017:4023, Bekrachtiging/bevestiging Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie:
Belanghebbende is begin januari 2012 vanuit Duitsland geremigreerd naar Nederland. Aan belanghebbende is een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 opgelegd en een vergrijpboete, omdat het aan de grove schuld van belanghebbende te wijten zou zijn dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld als gevolg van het niet aangeven van saldi van Duitse bankrekeningen. Het Hof oordeelt dat belanghebbende, een belastingplichtige zonder relevante fiscale kennis, zich onder de gegeven omstandigheden op de fiscale deskundigheid van haar adviseur mocht verlaten. De Inspecteur maakt grove schuld van belanghebbende niet aannemelijk. Vindplaatsen
Rechtspraak.nl
GERECHTSHOF ARNHEM – LEEUWARDEN locatie Leeuwarden nummer 17/01312
uitspraakdatum: 11 december 2018 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur) tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 19 oktober 2017, nummer LEE 17/1439, ECLI:NL:RBNNE:2017:4023, in het geding tussen de Inspecteur en X
Zie ook deze Kamerbrief:
aan: de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum 1 februari 2019 Betreft Verslag Europese Commissie over automatische uitwisseling van inlichtingen op het gebied van directe belastingen
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/02/01/kamerbrief-over-het-verslag-van-de-europese-commissie-over-automatische-uitwisseling-van-inlichtingen-op-het-gebied-van-directe-belastingen
Zier hier: Besluit Wob-verzoek navorderingsaanslagen buitenlands vermogen
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2019/05/23/besluit-wob-verzoek-navorderingsaanslagen-buitenlands-vermogen
Nederland maakt afspraken met Curaçao tegen belastingontwijking
zie alhier:
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/05/23/nederland-maakt-afspraken-met-curacao-tegen-belastingontwijking
07/06/2019 – International efforts to improve transparency via automatic exchange of information on financial accounts are improving tax compliance and delivering concrete results for governments worldwide, according to new data released today by the OECD.
More than 90 jurisdictions participating in a global transparency initiative under the OECD’s Common Reporting Standard (CRS) since 2018 have now exchanged information on 47 million offshore accounts, with a total value of around EUR 4.9 trillion. The Automatic Exchange of Information (AEOI) initiative – activated through 4,500 bilateral relationships – marks the largest exchange of tax information in history, as well as the culmination of more than two decades of international efforts to counter tax evasion.
Lees verder op:
http://www.oecd.org/tax/exchange-of-tax-information/implementation-of-tax-transparency-initiative-delivering-concrete-and-impressive-results.htm
zie ook dit nieuwe verdrag voor de Benelux:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/10/16/bijlage-1-benelux-overeenkomst
met dit als toelichtende brief: Geachte voorzitter,
Het kabinet vindt het belangrijk dat iedere burger en bedrijf de juiste fiscale bijdrage levert. Daarvoor is het belangrijk om fiscale fraude te bestrijden. Dat begint met de nationale inspanningen van de Belastingdienst, maar fraude stopt niet bij de grens. Fraudeurs maken vaak juist gebruik van de landsgrenzen om hun activiteiten te verhullen. Daarom is internationale samenwerking om fraude te bestrijden belangrijk. Nederland werkt op dat terrein nauw samen met België en Luxemburg. In dat kader hebben we afgelopen week een overeenkomst getekend met de Benelux-landen om de gezamenlijke strijd tegen fiscale fraude te versterken. Hierbij stuur ik u de gesloten overeenkomst.
Met deze overeenkomst kunnen de betrokken landen deelnemen aan digitale projecten die de automatische uitwisseling van informatie tussen landen mogelijk maken. Daarmee kunnen gezamenlijke studies uitgevoerd worden om nieuwe fraudeverschijnselen te detecteren. We zullen ervaringen op fiscaal gebied verder delen en de Europese ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend volgen. Ten minste eenmaal per jaar zullen de fiscale diensten van de drie landen op hoog niveau strategisch overleg voeren om de voortgang van de samenwerking te bespreken en impulsen te geven.
Met het intensiveren van de samenwerking blijven we als Benelux-landen een voortrekkersrol vervullen binnen de Europese Unie als het gaat om de aanpak van fiscale fraude.
Hoogachtend, de staatssecretaris van Financiën
Menno Snel
Jaarplan 2020 Belastingdienst, daaruit:
Verhuld vermogen
Het programma Verhuld Vermogen richt zich op het beïnvloeden van het gedrag van burgers en bedrijven: we willen voorkomen dat zij in de verleiding komen om inkomen en vermogen buiten het zicht van de Belastingdienst te houden. Daarom communiceren we gericht en informeren we fiscaal dienstverleners over de consequenties van het verhullen van vermogen. We zoeken ook actief naar verhuld vermogen. Vaak is het zo dat inkomen en vermogen al buiten ons zicht zijn gebracht. De stroom informatie uit het buitenland wordt groter en kwalitatief beter, waardoor we meer verborgen inkomen en vermogen kunnen detecteren en corrigeren. Speerpunten voor 2020 zijn het bestrijden van ondoorzichtige constructies in belastingparadijzen, vraagstukken omtrent de woon- en vestigingsplaats en binnenlands verhuld vermogen, dat bijvoorbeeld is ondergebracht in (familie)stichtingen.
Lees verder op:
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-financien/documenten/publicaties/2019/11/20/jaarplan-2020-belastingdienst
Datum 12 december 2019 Betreft Inbreng Schriftelijk Overleg over problemen van Nederlanders met belastingdiensten in andere EU-landen
Geachte voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Financiën zoals gesteld op 17 oktober 2019 naar aanleiding van mijn brief van 10 september 2019 met mijn reactie op het verzoek van de commissie over een conflict tussen de belastingdiensten van Nederland en Litouwen (Kamerstuknummer 2019Z17007).
Hoogachtend, De staatssecretaris van Financiën
De leden van de D66-fractie vragen om een actualisatie van de ontwikkelingen ten aanzien van FATCA en de AVG . Deze leden vragen of de Nederlandse en Franse belastingdiensten informatie en kennis uitwisselen over deze problematiek. De leden van de D66-fractie vragen of het bericht van de Accidental Americans klopt dat FATCA bij de eerstvolgende Ecofinraad wordt besproken en zo ja, wat de Nederlandse inzet hierbij is.
Antwoord In antwoord op de vraag van de leden van de fractie van D66 om een actualisatie van de ontwikkelingen ten aanzien van FATCA en de AVG kan ik aangeven dat ik geen informatie heb over de casus waaraan in het artikel gerefereerd wordt en waarin de vraag voorligt of het legitiem is dat bankgegevens verstrekt worden aan andere landen, in casu de VS. Bij de totstandkoming van het Verdrag tussen Nederland en de VS tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en de tenuitvoerlegging van FATCA (NL IGA) in 2013 is veel aandacht besteed aan gegevensbescherming. Ook de andere EU-lidstaten hebben zorgvuldig gehandeld en hebben gezamenlijk advies gevraagd aan ‘article 29 working party on Data Protection’ (WP29) van de Europese Commissie. WP29 heeft aangegeven dat een wettelijke basis noodzakelijk is om de gegevens uit te wisselen en heeft aanbevolen de af te sluiten IGA ter toetsing voor te leggen aan de nationale autoriteit gegevensbescherming. De NL IGA is dan ook voorgelegd aan het College bescherming persoonsgegevens (nu de Autoriteit persoonsgegevens). Het college heeft geoordeeld dat met de NL IGA de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) werd nageleefd. Inmiddels is de AVG van kracht maar die verschilt inhoudelijk niet van de (ingetrokken) Wbp. Op de informatie-uitwisseling is in Nederland de Wet internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) van toepassing. In de WIB zijn de richtlijnen van de Europese Unie geïmplementeerd, evenals andere regelingen van internationaal recht op het gebied van de wederzijdse bijstand. Er is dan ook geen verschil tussen het uitwisselen van FATCA-gegevens en gegevens op basis van richtlijnen en verdragen. De informatie-uitwisseling zoals afgesproken in de NL IGA is gebaseerd op de inlichtingenbepalingen in het bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en de VS. Zowel het belastingverdrag met de VS en het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (WABB-verdrag) als de WIB bieden waarborgen voor internationale (automatisch) informatie-uitwisseling. In de memorie van toelichting bij de goedkeuringswet van de NL IGA is uitgebreid op deze materie ingegaan. Alle inlichtingenuitwisselingen (die onder de bilaterale verdragen, MoU’s, TIEA’s, multilaterale afspraken zoals competente autoriteiten overeenkomsten CRS en CbC) vinden plaats met landen die ook zijn aangesloten bij het Verdrag Wederzijdse Bijstand in belastingzaken (WABB). Voordat een land kan toetreden tot het WABB-verdrag wordt door de OESO en het Global Forum gescreend of zij voldoen aan alle internationale afspraken, zoals dataprotectie. Een groep van experts vanuit verschillende Global Forum lidstaten toetst de landen op dat laatste.
Nederland zoekt regelmatig contact met de andere EU-lidstaten om tot een gezamenlijke aanpak te komen van de FATCA-problematiek. Dat heeft mede tot gevolg dat FATCA op voorspraak van Frankrijk en Nederland op de agenda stond van de High Level Working Party (HLWP) van 28 oktober en van 22 november jl. In deze vergaderingen heeft Nederland de huidige problemen rondom FATCA aangekaart en een oproep gedaan om gezamenlijk actie te ondernemen richting de VS. Dit heeft geresulteerd in de verzending van een gezamenlijke brief van de EU-lidstaten aan de VS. De hoge kosten van de procedure om afstand te doen van de Amerikaanse nationaliteit en de complexiteit van het Amerikaanse aangifteproces staan hierin centraal. Van belang is daarbij ook dat (meer) duidelijkheid wordt verschaft over de omstandigheden waaronder aan banken mogelijke sancties kunnen worden opgelegd. Dit in antwoord op de vraag van de leden van de fractie van D66. De Nederlandse inzet om tot een oplossing te komen voor ‘accidental Americans’ blijft onverminderd groot. Ik verwijs hier graag naar de antwoorden op de Kamervragen die ik deze zomer aan uw Kamer heb gestuurd.
Door internationale samenwerking, technologische ontwikkelingen en ‘anders rechercheren’ is er een stille revolutie gaande in de financiële en fiscale opsporing. Dit zegt Hans van der Vlist, directeur van de Nederlandse Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst in een interview met het FD.
Zie: https://www.taxence.nl/nieuws/internationale-samenwerking-fiod-succesvol/
Zie alhier:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2020/03/02/besluit-wob-verzoek-om-geactualiseerde-versie-van-het-memo-aandachtspunten-projecten-vermogen-in-het-buitenland-vib-projecten
Besluit Wob-verzoek om geactualiseerde versie van het memo ‘Aandachtspunten projecten Vermogen in het Buitenland (ViB-projecten)’
Besluit Wob-verzoek om geactualiseerde versie van het memo ‘Aandachtspunten projecten Vermogen in het Buitenland (ViB-projecten)’. Het gaat om een verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Belastingdienst goed op de hoogte van buitenlandse rekeningen
Wie deze maand een buitenlandse rekening op het aangifteformulier aantreft, weet direct dat de fiscus op de hoogte is. De Belastingdienst vult van 620.000 Nederlanders de buitenlandse bankrekeningnummers alvast in op hun aangifteformulier, meldt De Telegraaf.
Lees verder op:
https://www.taxence.nl/nieuws/belastingdienst-goed-op-de-hoogte-van-buitenlandse-rekeningen/
Ik ben in Spanje nu aan het vastlopen. Op verschillende fora en uit andere bronnen weet ik dat ik niet de enige ben. Wat is het probleem.
Er wordt – automatisch – informatie over inkomensbronnen (ik geloof alleen uit “vermogen, dus spaargeld, rekeningen,lijfrente-polissen e,.d.) doorgegeven van de ene naar de andere belastingdienst. Het gaat om een grote groep landen (iets van 100). Wat ze precies doorgeven weet je als belastingplichtige niet. je krijgt er geen mededeling over. Je krijgt er geen kopie van.
Deze zomer kreeg ik van de ES belastingdienst een brief (altijd idioot gedetailleerd en lang). Vanwege “informatie ontvangen uit NL” wilde men graag weten of/dat over een bepaalde lijfrente daadwerkelijk in NL belasting is geheven, zoals ik in mijn NL en ES aangiftes had opgegeven. Dat is – natuurlijk – ook zo. Gewoon op basis van het NL-ES belastingverdrag. Dat kan de ES-belastingdienst, als ze de aard van de lijfrente, en het verdrag kennen, natuurlijk ook zelf bedenken/weten.
Maar nee – gewoon navragen bij de belastingplichtige, met een termijn van 3 weken en dreigen met boetes. De NL belastingdienst hanteert “in corona-tijd” een reactietermijn van 6 tot 8 weken. Als je geluk hebt. Had ik niet. Men moest even goed nadenken wat ik vroeg. Kon dat wel? In verband met de privacyregels. Ik wacht nu nog op een nieuwe zgn. verdragsverklaring, waarin staat dat over die specifieke inkomensbron (uit die specifieke lijfente) in NL belasting is betaald. Staat gewoon in mijn NL aangifte en aanslag. Maar daar kan de ES belastingdienst niet zoveel mee.
De afhandeling, incl. vertaalkosten, zijn honderden Euros (per jaar dus, want de vragen blijven elk jaar komen). N.m.m. schiet de informatie-uitwisseling, die ooit bedoeld was om zwart geld op te sporen en belasting-ontduiking tegen te gaan, zo behoorlijk in zijn eigen voet. En de belastingplichtige mag voor de kosten opdraaien.
Ook zulke ervaringen? Op naar de Nationale Ombudsman?
35 572 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021)
Nota naar aanleiding van het verslag
Daarin:
In het Regeerakkoord was opgenomen dat de informatiepositie en de opsporingscapaciteit naar aanleiding van de Panama Papers zou worden versterkt en dat hiertoe een business case zou komen. De leden van de fractie van het CDA vragen hoe het daarmee staat. Het kabinet heeft in 2019 besloten om in de komende jaren cumulatief € 17 miljoen voor de intensivering van het programma Vermogen in het buitenland beschikbaar te stellen. Voor 2019 bedraagt de intensivering € 2 miljoen en voor de jaren 2020 tot en met 2022 € 5 miljoen per jaar. Het budget van € 17 miljoen is voor de helft beschikbaar gesteld aan de FIOD en voor de helft aan het programma Verhuld Vermogen. Inmiddels is vanaf 1 februari 2020 een Team Intensivering aanpak verhuld Vermogen als kop op het programma Verhuld Vermogen met 21 medewerkers en één teamleider compleet. Dit team behandelt de complexe zaken binnen de constructiebestrijding en ondersteunt het programma in brede zin door middel van kennisdeling en projectleiding/coördinatie. Voor de FIOD heeft de investering zich vertaald in een uitbreiding van opsporingscapaciteit ten behoeve van verhuld vermogen met 22 fte. Daarnaast worden momenteel ook 3 analisten ingezet in de voorbereiding en begeleiding van de opsporingsactiviteiten. Zoals in de brief aan uw Kamer van 18 september 20181 en in de 22e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst2 is toegelicht is er geen business case opgesteld.
ARREST VAN HET HOF (Grote kamer)
6 oktober 2020 (*)
n de gevoegde zaken C 245/19 en C 246/19,
betreffende verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Cour administrative (hoogste bestuursrechter, Luxemburg) bij beslissingen van 14 maart 2019, ingekomen bij het Hof op 20 maart 2019, in de procedures
État luxembourgeois
Tegen B (C 245/19), en
État luxembourgeois tegen B, C, D, F. C.
Dictum:
Het Hof (Grote kamer) verklaart voor recht:
1) Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, gelezen in samenhang met de artikelen 7 en 8 en artikel 52, lid 1, ervan, moet aldus worden uitgelegd dat:
– het zich verzet tegen de wettelijke regeling van een lidstaat tot uitvoering van de bij richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014, vastgestelde procedure voor de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, volgens welke tegen een besluit waarbij de bevoegde autoriteit van die lidstaat een bezitter van informatie gelast haar die informatie te verstrekken teneinde gevolg te geven aan een van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat uitgaand verzoek tot uitwisseling van inlichtingen, geen beroep kan worden ingesteld door die bezitter van informatie, en
– het zich er niet tegen verzet dat een dergelijke wettelijke regeling uitsluit dat tegen een dergelijk besluit beroep kan worden ingesteld door de belastingplichtige tegen wie in die andere lidstaat het onderzoek loopt dat aanleiding heeft gegeven tot dat verzoek, en door derden op wie de betrokken informatie ziet.
2) Artikel 1, lid 1, en artikel 5 van richtlijn 2011/16, zoals gewijzigd bij richtlijn 2014/107, moeten aldus worden uitgelegd dat een besluit waarbij de bevoegde autoriteit van een lidstaat een bezitter van informatie verplicht haar die informatie te verstrekken teneinde gevolg te geven aan een van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat uitgaand verzoek tot uitwisseling van inlichtingen, moet worden geacht, samen met dat verzoek, betrekking te hebben op informatie waarbij het niet kennelijk aan een verwacht belang ontbreekt omdat het melding maakt van de identiteit van de bezitter van de betrokken informatie, de identiteit van de belastingplichtige tegen wie het onderzoek loopt dat aanleiding heeft gegeven tot het verzoek tot uitwisseling van inlichtingen, en het tijdvak waarop dat onderzoek betrekking heeft, en omdat het betrekking heeft op overeenkomsten, facturen en betalingen die niet nader zijn bepaald maar worden afgebakend door criteria die verband houden met, ten eerste, het feit dat zij zijn gesloten of gedaan door de bezitter van de informatie, ten tweede, de omstandigheid dat zij hebben plaatsgevonden in het tijdvak waarop dat onderzoek betrekking heeft en, ten derde, de band met de betrokken belastingplichtige.
ECLI:NL:PHR:2020:1122 Parket bij de Hoge Raad, 25-11-2020, 19/05499
Datum conclusie:
25-11-2020
Datum publicatie:
11-12-2020
Rechtsgebieden:
Belastingrecht
Bijzondere kenmerken:
Vindplaatsen:
Rechtspraak.nl
Inhoudsindicatie:
A-G IJzerman heeft conclusie genomen over de vraag in hoeverre de Inspecteur buiten het geval van omkering van de bewijslast, gebruik mag maken van bewijsvermoedens ter terug rekening van de bedragen die moeten hebben gestaan op een verzwegen Zwitserse bankrekening. Het gaat om het beroep in cassatie van [X], belanghebbenden, tegen de uitspraak van Gerechtshof Den Haag van 1 november 2019, nrs. BK-19/00256 tot en met 19/00258. Belanghebbenden zijn de twee erfgenamen (zonen) van erflaatster, overleden op 10 februari 2017. Zij beschikte sinds 1984 over een verzwegen rekening bij een bank in Zwitserland. Op 26 juli 2004 heeft erflaatster het bij de Zwitserse bank aangehouden saldo verdeeld over belanghebbenden. In haar aangiften inkomstenbelasting voor de voorgaande jaren 2001 tot en met 2003, heeft erflaatster geen vermogensbestanddelen opgenomen die voorkwamen op die rekening. Belanghebbenden hebben in de onderhavige procedure dienovereenkomstig gesteld dat die aangiften juist waren, omdat er in die jaren geen vermogen op de Zwitserse bankrekening zou zijn geweest. Eerder is door erflaatster geprocedeerd over informatiebeschikkingen die voor de jaren 2001 tot en met 2004 door de Inspecteur ten aanzien van haar waren vastgesteld. Daarvan in nu nog van belang de uitkomst dat in casu geen omkering van de bewijslast mag plaatsvinden. Na afronding van de procedure over de informatiebeschikkingen heeft de Inspecteur op 30 september 2017, na het overlijden van erflaatster, aan belanghebbenden navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2001 tot en met 2003 opgelegd. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de navorderingsaanslagen de inkomens uit sparen en beleggen van erflaatster gecorrigeerd wegens niet aangegeven buitenlands vermogen. Voor de berekening van die correcties is de Inspecteur, met terug rekening, uitgegaan van het in juli 2004 (het moment van de schenking) aanwezige saldo op de Zwitserse bankrekening van € 414.000 en een (verondersteld) jaarlijks rendement van 5%. In het licht van de vraag of de navorderingsaanslagen tot de juiste bedragen zijn vastgesteld, is met name in geschil in hoeverre gebruik mag worden gemaakt van bewijsvermoedens voor het vaststellen van de belastingschuld indien, zoals in casu, omkering en verzwaring van de bewijslast niet aan de orde is. Rechtbank en Hof hebben geoordeeld dat de Inspecteur in principe ook in gevallen als het onderhavige met gebruik van bewijsvermoeden kan voldoen aan zijn bewijslast. Gezien de omvang van het in juli 2004 aanwezige vermogen, is de hoogte van de door de Inspecteur gehanteerde correcties aannemelijk. De in geschil zijnde navorderingsaanslagen zijn gehandhaafd. Het eerste cassatiemiddel van belanghebbenden behelst dat indien omkering en verzwaring van de bewijslast niet aan de orde is, van de kant van de Inspecteur geen gebruik mag worden gemaakt van bewijsvermoedens. De A-G meent daarentegen dat uit gewezen jurisprudentie volgt dat een inspecteur in principe ook met gebruik van bewijsvermoedens kan voldoen aan zijn bewijslast, mits deze daaraan voldoende relevante omstandigheden en uitgangspunten ten grondslag heeft gelegd. Dat is volgens de A-G in casu het geval. Een belastingplichtige die aan het effectief worden van een bewijsvermoeden wil ontkomen, kan zich verweren a) door de feiten en omstandigheden te betwisten die aan het bewijsvermoeden ten grondslag worden gelegd en/of b) door andere feiten te stellen en bij betwisting aannemelijk te maken waardoor redelijke twijfel wordt gewekt ten aanzien van de redengevende kracht van het bewijsvermoeden, zodat dit vermoeden wordt ontzenuwd. Daarin zijn belanghebbenden volgens de A-G niet geslaagd. In het tweede middel klagen belanghebbenden over het in feitelijke instanties gehanteerde terug rekening percentage van 5%, dat zij te laag achten. De A-G meent echter dat dit feitelijke oordeel in stand moet blijven. De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van belanghebbenden ongegrond dient te worden verklaard.
Aanpak belastingontduiking en zwartsparen in het buitenland
De Nederlandse belastingdienst wisselt met steeds meer landen financiële gegevens uit. Dit is het gevolg van internationale afspraken, waarmee internationale belastingontduiking en zwartsparen wordt aangepakt.
Lees verder op:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inkomstenbelasting/belastingontduiking-in-het-buitenland-door-particulieren-voorkomen
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Liechtenstein tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het vermogen en het voorkomen van het ontgaan en ontwijken van belasting; Bern, 3 juni 2020
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
II Reactie van de Staatssecretaris
Daaruit:
De leden van de fractie van het CDA vragen naar de wijze van uitwisseling van bankgegevens met Liechtenstein, naar de hoeveelheid uitwisselingen (spontaan en op verzoek), en naar hoe de uitwisseling van deze gegevens gaat verlopen na inwerkingtreding van het Verdrag.
Met Liechtenstein wordt op automatische wijze bankrekeninginformatie uitgewisseld. Dat gebeurt onder een verdrag dat de EU met Liechtenstein heeft gesloten. Dat verdrag regelde al de toepassing van de Spaarrenterichtlijn (de voorloper van de uitwisseling van de bankrekeninginformatie) en is in een Protocol aangepast aan de gewijzigde uit te wisselen bankrekeninginformatie. Na inwerkingtreding van het Verdrag zal de automatische uitwisseling van bankgegevens op dezelfde wijze worden voortgezet. Navraag bij de Central Liaison Office en de Belastingdienst leert dat het op automatische wijze verkrijgen van bankrekeninginformatie van Liechtenstein goed verloopt en er geen aanleiding is geweest tot het doen van nadere verzoeken voor informatie en ook niet voor Liechtenstein om spontaan uit te wisselen. In 2019 heeft Liechtenstein over 475 bankrekeningen op automatische wijze informatie uitgewisseld met Nederland en in hetzelfde jaar is over 178 bankrekeningen informatie aan Liechtenstein verschaft.
.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inkomstenbelasting/gegevensuitwisseling-inkomstenbelasting-buitenland
Gegevensuitwisseling inkomstenbelasting met het buitenland
Inwoners van Nederland met een andere nationaliteit moeten soms belasting betalen in het buitenland. De Belastingdienst wisselt belastinggegevens uit met ruim 100 landen. Met de Verenigde Staten (VS) zijn aparte afspraken gemaakt.
Gegevens die de Belastingdienst deelt met andere landen
De Belastingdienst wisselt onder meer de volgende gegevens uit met de buitenlandse belastingdiensten:
• banksaldi;
• inkomsten uit rente en dividend;
• waarden van kapitaal- en lijfrenteverzekeringen;
• inkomsten uit de verkoop van financiële producten, zoals aandelen of obligaties;
• persoonsgegevens van de rekeninghouder, bijvoorbeeld naam, adres en woonplaats en fiscaal identificatienummer.
De Belastingdienst heeft meer informatie over de gegevens die banken en verzekeraars volgens de CRS moeten doorgeven.
Marokko gaat wel degelijk financiële gegevens van eigen burgers delen met buitenlandse belastingdiensten. Alleen de ingangsdatum staat nog niet vast. Dat blijkt uit een reportage van NPO Radio 1 naar aanleiding van de verwarring die ontstond op social media onder Marokkaanse Nederlanders nadat de Marokkaanse belastingdienst de fiscale gegevensuitwisseling met Nederland ontkende.
Lees verder op: https://www.taxlive.nl/nl/documenten/nieuws/fiscale-gegevensuitwisseling-met-marokko-gaat-toch-gebeuren/
Gegevensuitwisseling inkomstenbelasting met het buitenland
Inwoners van Nederland met een andere nationaliteit moeten soms belasting betalen in het buitenland. De Belastingdienst wisselt belastinggegevens uit met ruim 100 landen. Met de Verenigde Staten (VS) zijn aparte afspraken gemaakt.
Lees verder op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inkomstenbelasting/gegevensuitwisseling-inkomstenbelasting-buitenland
zie ook deze oproep:
https://vbngb.eu/2022/07/23/uitwisseling-financiele-gegevens-door-belastingdiensten/#comment-10814