Toetsing op verzekeringsplicht ZVW

Het onderstaande betreft nadere toetsing op verzekeringsplicht ZVW  (in samenhang met WLZ verzekering) en is met name ook bij migratie en in grensoverschrijdende situaties met Nederland van belang

35 044 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en enige andere wetten in verband met het controleren van de verzekeringsplicht voor de zorgverzekering en het regelen van de verwerking van gepseudonimiseerde persoonsgegevens door Onze Minister voor Medische Zorg, het Zorginstituut Nederland en het RIVM

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

 Daaruit:

2.1.3 Gerede twijfel zorgverzekeraars

De leden van de CDA-fractie vragen of een zorgverzekeraar alleen bij het sluiten van een nieuwe zorgverzekering het vermelde adres van de aspirant-verzekerde mag checken in de basisregistratie, of dat de zorgverzekeraar dit jaarlijks mag doen. Als zorgverzekeraars dit nu al jaarlijks mogen doen, wat zijn dan redenen dat zij dat in de praktijk niet doen, zo vragen zij.

Bij het sluiten van een nieuwe zorgverzekering controleert de zorgverzekeraar altijd het woonadres omdat, zoals hierboven is vermeld, het woonadres een indicatie is van ingezetenschap. Alle zorgverzekeraars zijn afnemers van BRP-mutaties; dit betekent dat op dagbasis wijzigingen in de BRP worden gemeld. Dit zijn onder meer de signalen die kunnen leiden tot twijfel over het voortbestaan van de verzekeringsplicht, zoals verhuizingen naar het buitenland en uitschrijvingen door gemeenten. Door ontvangst van de BRP-mutaties, de invulling van het proces gerede twijfel en de bestandsuitwisseling die met deze wetswijziging wordt beoogd is jaarlijkse controle van het gehele verzekerdenbestand niet nodig en ook niet wenselijk.

De leden van de SP-fractie vragen wat voor regels bij ministeriële regeling gesteld kunnen worden over de vaststelling van de verzekeringsplicht door de zorgverzekeraar. Zij vragen of de ‘Richtlijn toepassing gerede twijfel verzekeringsplicht Zvw’ afdwingbaar zal worden en waarom dit wenselijk is?

Ten slotte vragen zij of het vaak voorkomt dat zorgverzekeraars niet actief optreden als het gaat om hun taak om vast te stellen of verzekerden verzekeringsplichtig zijn?

De zeer concrete instructies die in de ‘Richtlijn toepassing gerede twijfel verzekeringsplicht Zorgverzekeringswet’ zijn opgenomen lenen zich niet goed voor het instrument van een ministeriële regeling. Het voornemen is om de strekking van de in de richtlijn opgenomen werkwijze zoveel mogelijk in de ministeriële regeling op grond van de artikelen 5 en 6 van de Zvw op te nemen. Hoewel zorgverzekeraars in de regel actief optreden heeft de NZa aangegeven dat naleving van de richtlijn niet kan worden afgedwongen, zodat het wenselijk is dit bij of krachtens de wet nader te regelen.

De NZa toetst de werkwijze van zorgverzekeraars aan de wet en aan de genoemde richtlijn. Ook uit de toename van het aantal Wlz-verzoeken en de spontane verzoeken is af te leiden dat zorgverzekeraars actief optreden.

20 Reacties

  1. 2.1.4 Bestandsvergelijking SVB
    De leden van de CDA-fractie constateren dat de SVB een bestandsvergelijking kan uitvoeren tussen de Basisadministratie Volksverzekeringen (BAV) en het Referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ) van de gezamenlijke zorgverzekeraars. Zij vermelden voorts dat op basis van die vergelijking het aantal niet-verzekeringsplichtige verzekerden kan worden teruggedrongen en vragen waarom dit niet nu al standaard gebeurt.
    Voor de genoemde bestandsvergelijking is in het kader van de privacy een wettelijke grondslag nodig. Omdat de wettelijke grondslag voor het periodiek en massaal verwerken van het persoonsgegeven wie een zorgverzekering heeft, maar niet verzekerd is voor de Wlz, ontbreekt, kan ‘opsporing’ van verzekerde, maar niet-verzekeringsplichtige personen op dit moment nog niet plaatsvinden. Dit wetsvoorstel biedt in artikel 6, vijfde lid, van de Zvw, de benodigde wettelijke grondslag. De opsporing van de spiegelbeeldsituatie, dat wil zeggen niet-verzekerde, maar verzekeringsplichtige personen vindt al wel plaats. De wettelijke grondslag voor die uitwisseling is geregeld in artikel 9a van de Zvw.
    De leden van de CDA-fractie vragen hoe de verzekerde beschermd wordt tegen onterechte uitschrijving in het geval dat iemand door een bestandsvergelijking als een niet-verzekeringsplichtige verzekerde geïdentificeerd wordt op grond van ontbrekende gegevens, terwijl die persoon wel degelijk verzekeringsplichtig is. Zij vragen of de verzekerde in eerste instantie door de zorgverzekeraar geïnformeerd moet worden en of er mogelijkheden zijn om in beroep te gaan.
    Met zorgverzekeraars en de SVB is afgesproken dat het proces van de gegevensuitwisseling en de daaropvolgende fase zorgvuldig zal worden uitgevoerd. Het totale proces wordt in samenwerking met zorgverzekeraars, CAK, SVB en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) zorgvuldig voorbereid en het CAK zal, omdat ervaring bestaat met vergelijkbare processen, over dit proces regie voeren. Mede vanwege het volume van het aantal verzekerden voor wie de uitwisseling mogelijk gevolgen heeft, vereist een zorgvuldige uitvoering dat deze fasegewijs plaatsvindt.
    Een van de effecten van de gegevensuitwisseling zal zijn dat een verzekerde door de zorgverzekeraar wordt aangeschreven dat de verzekering is geëindigd of wordt beëindigd. In dat geval zal de zorgverzekeraar helder uitleggen waarom er geen recht (meer) bestaat op een zorgverzekering.
    Indien nodig zal aan de verzekeringnemer een reactietermijn worden gegeven om het geconstateerde ontbreken van verzekeringsplicht te weerleggen (bijvoorbeeld vanwege recente wijzigingen in woonadres of arbeidssituatie), zoals ook in het reguliere proces van uitschrijving bestaat. Tegen beslissingen over het einde van de zorgverzekering staan de reguliere mogelijkheden van rechtsbescherming open, waaronder een procedure bij de geschillencommissie of de burgerlijk rechter.

    Antwoord
  2. De leden van de D66 fractie vragen hoe vaak de bestandsvergelijking zal plaatsvinden.
    Ook vragen zij of de zorgverzekeraar nog steeds de SVB zal kunnen verzoeken om na te gaan of iemand ingevolge de Wet langdurige zorg van rechtswege is verzekerd?
    De verwachting is dat de bestandsvergelijking – na de initiële opstart – driemaandelijks zal worden uitgevoerd. 7

    Het verzoek om een Wlz-status is wettelijk geborgd in artikel 2.1.3 van de Wlz. Daarin is geregeld dat de SVB ambtshalve en desgevraagd op aanvraag vaststelt of een persoon voldoet aan de voorwaarden voor verzekering ingevolge de Wlz. Dit verandert niet.
    De leden van de SP-fractie vragen hoe groot de kans is dat er abusievelijk zorgverzekeringen worden stopgezet of voortgezet.
    Zoals hiervoor aangegeven acteren zorgverzekeraars op signalen waardoor gerede twijfel kan ontstaan. Het onderzoek door de zorgverzekeraar is gericht op het uitsluiten van gerede twijfel omtrent de verzekeringsplicht: er moet sprake zijn van een vermoeden dat een gegeven onjuist is én dat vermoeden moet gefundeerd zijn. Daarbij dient de zorgverzekeraar de afweging te maken of de beschikbare gegevens voldoende zijn om verzekeringsplicht aan te nemen dan wel, indien dat niet het geval is, nadere gegevens te vragen die betrokkene dient te overleggen om op basis van die aanvullende gegevens alsnog de inschrijving als verzekerde te handhaven. Indien het totaal van die gegevens en controles de gerede twijfel niet wegneemt dient uitschrijving als verzekerde te volgen.
    In voorkomende gevallen, wanneer twijfel blijft bestaan, zal de zorgverzekeraar aan de SVB moeten verzoeken de verzekering ingevolge de Wlz (en daarmee de verzekeringsplicht voor de Zvw) vast te stellen. Indien de SVB na onderzoek vaststelt welke de begin- of einddatum van de verzekeringsplicht ingevolge de Wlz is, is deze vaststelling ingevolge artikel 2.1.3. van de Wlz, voor zorgverzekeraars leidend.
    Het proces waarbij de bestandsuitwisseling regulier plaatsvindt is in beginsel geen andere. Op basis van de bestandsvergelijking zal de zorgverzekeraar de verzekerde benaderen en aangeven dat geconstateerd is dat er iets aan de hand is met de verzekeringsplicht. In sommige gevallen kan dit evident zijn. Bijvoorbeeld een in Nederland wonende werknemer van een internationale organisatie die nog een zorgverzekering heeft lopen. Deze persoon is niet Wlz-verzekerd. Een ander voorbeeld is de buitenlandse in Nederland studerende student die in Leiden een opleiding volgt. Ook deze student is niet Wlz-verzekerd. Door de verzekerde aan te schrijven kan betrokkene zelf opheldering verschaffen over zijn feitelijke situatie. In alle processen is erin voorzien dat betrokkene wordt benaderd in het geval van twijfel.
    De kans dat iemand abusievelijk wordt uitgeschreven is niet uit te sluiten -en dan vooral op basis van ontbrekende gegevens- maar wordt door de geschetste zorgvuldige uitvoering zoveel mogelijk beperkt. Ook dan is nog steeds mogelijk de SVB om uitsluitsel te vragen. Bovendien kan de betrokkene na uitschrijving alsnog de informatie overleggen waaruit blijkt dat er wel verzekeringsplicht bestaat. In dat geval zal de verzekering met terugwerkende kracht worden hersteld.
    Lees verder op:
    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/02/01/nota-naar-aanleiding-van-het-verslag-over-wetswijzigingen-controle-verzekeringsplicht

    Antwoord
  3. Ik begrijp de betekenis van deze mail maar zeer ten dele. Ik woon in Belgie, ben gepensioneerd en ontvang naast de AOW pensioen van een grote pensioenverzekeraar. Iedere maand wordt een fors bedrag ingehouden voor de ZVW en de WLZ. Ook ben ik ingeschreven bij de Christelijke Mutualiteit in Vlaanderen en heb ik van het CAK een zogenaamde EHIC-kaart. Mijn vraag is: is dit normaal? Temeer daar het CAK uitermate moeilijk doet met het vergoeden van declaraties van door mijn in het buitenland gemaakte medische zorgkosten. Graag is reactie? Ik betaal contributie aan de vbngb.eu.

    Louis M. Timmer.

    Antwoord
    • Ja, als u (uitsluitend) wettelijk pensioen vanuit Nederland ontvangt bent u gepensioneerd verdragsgerechtigde ten laste van het CAK en moet u de zorgbijdrage aan het CAK betalen.Het onderwerp toetsen op verzekeringsplicht ZVW is meer bedoeld in termen van “toetsen of u in Nederland woont of werkt”. Dat is voor u kennelijk niet aan de orde.
      Dat het CAK moeilijk kan doen bij in het buitenland door een verdragsgerechtigde medische kosten blijkt inderdaad nogal eens voor te komen. Om dat te beoordelen zijn echter details nodig: welk buitenland?; vallen de kosten onder wettelijke stelsel van Nederland, het woonland of het verblijfsland? Gaat het om geplande zorg of zorg die medisch noodzakelijk bleek bij tijdelijk verblijf in dat buitenland? etc.

      Antwoord
      • hans willemsen zegt

        Al weer een verontrustende mededeling dat het CAK nog al eens moeilijk doet over de vergoedingen van noodzakelijke kosten welke ontstaan gedurende een vakantie/familie bezoek in EU/EER met een CAK EHIC

        Ik begrijp hieruit dat naast de ontbrekende urgente ziektekosten dekking buiten Europa ook de dekking binnen Europa met EHIC niet zeker is en tot discussies met het CAK kan leiden.
        Wanneer mogen we zelf bepalen hoe en waar gepensionneerden zichzelf verzekeren en niet meer afhankelijk zijn van VWS/CAK

      • Men kan als gepensioneerde verdragsgerechtigde wel een (aanvullende) particuliere of reisverzekering afsluiten voor binnen Europa, maar het verdragsrecht (met betaling aan CAK als je daar onder valt) is volgens het EHvJ dwingend. De EHIC van het CAK wordt lang niet overal binnen de EU geaccepteerd. Dan kun je wel achteraf claimen bij het CAK als het om noodzakelijke zorg buiten je woonland en Nederland gaat, maar dan kan de discussie opkomen of het wel noodzakelijk is en of de behandeling wel onder het wettelijke pakket van het verblijfsland of Nederland valt. Daarover gaat dat “moeilijk doen van het CAK” meestal.

  4. Mijn vrouw en ik zijn per 26 juni 2017 naar Duitsland geëmigreerd. Ondanks dat ik ruim een maand van te voren de SVB reeds informatie had verstrekt en daarbij om een verklaring van verzekeringsplicht Wlz (Zvw), kreeg ik begin juli van mijn verzekeraar een bericht van uitschrijving wegens emigratie. Na telefonisch overleg bleek dat via de basisadministratie de uitschrijving was toegepast. De SVB reageerde dat een vooraf ingediend verzoek niet in behandeling wordt genomen en ik alsnog een verklaring diende aan te vragen. Even onze omstandigheden: arbeid vanuit NL (beide binnen VOF sinds 1997 ondernemer) met eigen kantoor in NL. Verder AOW, pensioen en lijfrente uit NL en staats pensioen uit Engeland. Totdat de SVB een beslissing neemt waren wij dus onverzekerd!
    Eerst na een aantal telefoongesprekken met de SVB werden der verklaringen afgegeven (reden van vertraging: onderzoek zelfstandigheid, inschrijving KvK van onze beide sinds respectievelijk 1992 en 1997 waren onvoldoende).
    hierna werd de verzekering bij ONVZ hersteld en was aanmelding bij de Krankenkasse in Ahaus mogelijk (ivm o.a. nieuwe huisarts, daar de Nederlandse huisarts ons niet meer kon helpen).
    Vervolgens stuurde het CAK een bericht aan pensioenfonds en SVB gestuurd om de premie WLZ/Zvw in te houden, terwijl wij ook premie via de belastingdienst betaalden.
    Na bezwaar werd dit uiteindelijk in November 2017 hersteld, alleen de reeds ingehouden premie werd niet gecorrigeerd (volgens pensioenfondsen is dat niet toegestaan. SVB heeft wel een correctie toegepast in januari 2018).
    Uiteraard zal het relatief weinig voorkomen dat een gepensioneerd ook nog als ondernemer werkzaam blijft in Nederland, maar kennelijk heeft de wetgever geen rekening gehouden met het tijdstip van uitschrijving en het onderzoek naar verzekeringsplicht, gemiddeld 6-8 weken, waardoor [tijdelijk] een situatie van onverzekerd zijn het gevolg is.
    Ik vraag mij dan ook af wat er gebeurd zou zijn als wij [plotselinge] medische hulp of een ziekenhuisopname (mijn echtgenote is hartpatiënte) nodig hadden gehad.

    Antwoord
    • Een duidelijk voorbeeld van hoe om administratieve redenen een situatie van tijdelijke “onverzekerdheid” kan ontstaan.
      Maar om op uw laatste vraag te antwoorden, dat blijkt ook uit deze kamerbrief. Ik citeer:
      “Bovendien kan de betrokkene na uitschrijving alsnog de informatie overleggen waaruit blijkt dat er wel verzekeringsplicht bestaat. In dat geval zal de verzekering met terugwerkende kracht worden hersteld.” M.a.w. als achteraf blijkt dat men gezien de wettelijke voorwaarden verzekeringsplichtig was kan dat met terugwerkende kracht worden hersteld. ook de keuze van een basisverzekeraar en polis hoort daar eventueel bij. Er is immers ook achteraf dan een acceptatieplicht.
      Ook het omgekeerde komt voor, namelijk dat achteraf blijkt dat men niet verzekeringsplichtig ZVW meer is. Indien men dan verdragsgerechtigd is geworden zal dat ook met terugwerkende kracht worden hersteld en zijn gemaakte kosten (onder voorwaarde dat ze onder het verdragsrecht gedekt zijn) te declareren. Blijkt achteraf dat men wettelijk verzekerd moet zijn ten laste van het stelsel van het (nieuwe) woonland dan ligt het aan de regels van dat stelsel of terugwerkende kracht mogelijk is.

      Antwoord
  5. “Men kan als gepensioneerde verdragsgerechtigde wel een (aanvullende) particuliere of reisverzekering afsluiten voor binnen Europa”?
    M.i. blijft nog steeds het probleem voor verdragsgerechtigden m.b.t. het afsluiten van een Nederlandse reisverzekering. Of is dat voor de EER nu wel te doen? Voor buiten EEC blijft het in ieder geval lastig en duur. Ook buiten NL verzekeren is het zeer duur of complex. En dat terwijl NL ingezetenen nb wereldwijd basisverzekerd zijn. Juist daardoor doen NL reisverzekeraars moeilijk m.b.t. verdragsgerechtigden! Daardoor wordt het voor de meeste bejaarde verdragsgerechtigden eigenlijk financieel onmogelijk nog buiten de EEC te reizen

    Antwoord
    • Ja, in theorie hebben reisverzekeraars de mogelijkheid die in hun polis opnamen dat eerst een beroep gedaan moet worden op voorliggende wettelijke dekking deze ook aan verdragsgerechtigden aan te bieden voor reizen binnen EU/EER/Zwit. Immers Vo883/2004 (en wat mij betreft ook de Patientenrichtlijn- dat laatste komt binnenkort misschien bij de CRvB aan de orde) bieden die wettelijke dekking (bij tijdelijk verblijf). Of er in de praktijk Nederlandse verzekeraars zijn die dit doen (met Europadekking dus) is de vraag. Mijn ervaring is dat je beter in je woonstaat kunt zoeken. (Fanf.fr heeft wat uitgezocht voor in Frankrijk wonende verdragsgerechtigden, zelfs voor werelddekking).
      Voor reizen buiten Europa lopen er nu twee proefprocedures: niet tegen reisverzekeraars maar tegen het CAK en een in Zwitserland tegen het woonlandorgaan KVG. Afhankelijk van de uitspraken zal het misschien ook nodig zijn om dat te doen ter toetsing van de betekenis van bilaterale sz-verdragen. De twee proefprocedures toetsen op de betekenis van werelddekking ZVW voor verdragsgerechtigden van resp. de pensioenstaat en de woonstaat.

      Antwoord
  6. in bericht van Londena is sprake van dubbele heffing wlz-premie en van correctie daarna;
    ik woon al 20 jaar in Duitsland en betaal nu ook dubbel via cak en ib Nederland ;
    waar en hoe kan ik bezwaar maken?

    Antwoord
    • Het opheffen van dubbele betaling via enerzijds inkomstenbelasting (aan Nederland) en betaling zorgbijdrage aan CAK zal niet mogelijk zijn: dat strijdt niet met elkaar. Wat echter niet kan is enerzijds WLZ-verzekerd zijn (en WLZ premie betalen via de Ned. Belastingdienst) en anderzijds en tegelijkertijd als (gepensioneerde) verdragsgerechtigde aan het CAK betalen. Dat is dubbel, en dient via SVB opgelost te worden.

      Antwoord
      • Inderdaad betalen mijn vrouw en ik geen dubbele heffing. Alleen de afhandeling van de tenonrechte (CAK) premie duurt heel erg lang.
        Inmiddels worden er op de pensioen en lijfrente uitkeringen geen Zvw/Wlz premioes ingehouden. Alleen de SVB houdt premie Zvw op de AOW in. Wij zullen dan via de aangifte inkomstenbelasting de niet ingehouden, maar wel verschuldigde Zvw premie alsnog moeten voldoen. Pensioenfondsen geven aan dat zij niet bevoegd zijn de Zvw premie in te houden zonder toestemming van het CAK (waar wij dus “niets mee te maken hebben”in de huidige situatie.

  7. Recentelijk ook een probleem gehad met het afsluiten van een annulerings- en reisverzekering. Reis geboekt in Nederland voor bezoek aan andere EU-landen.
    De ANWB verzekering kan uitsluitend worden aangegaan als men Nederlands ingezetene is (vorig jaar bij een TUI reis was dit geen probleem).
    Via mijn Zorgverzekeraar ben ik wel gedekt voor de medische kosten (zij hebben een aanvullende module werelddekking) en de annuleringsverzekering afgesloten via de plaatselijke verzekeraar, ongeacht of de reis in NL of hier geboekt is.

    Antwoord
  8. Al deze problemen zijn simpel op te lossen indien er binnen de EU gekozen zou worden voor sociale verzekeringsplicht en belastingheffing in woonland terwijl in het werkland (indien dat anders is dan woonland) gewoon lonen bruto moeten worden uitgekeerd. Hetzelfde zou moeten gelden voor uitkeringen.

    Immers zoals het nu is geregeld wordt elk EU-land geconfronteerd met administratieve lasten en verrekeningen, en ik vraag mij serieus af hoeveel een land daarmee werkelijk netto voordeel van kan hebben.

    Antwoord
    • Kiezen voor het woonlandbeginsel bij belastingen en sociale zekerheid zou administratief inderdaad wel eenvoudiger zijn. Maar de vraag is of grensarbeiders dat altijd zouden willen accepteren. Wat de verrekening van de verdragsbijdrage voor zorgverzekering betreft mag worden aangenomen dat dit ingewikkelde stelsel gehandhaafd blijft juist omdat er landen (met name als Spanje, Frankrijk, Italie) met veel pensioenimmigranten zijn die wel degelijk financieel belang daarbij hebben.

      Antwoord
      • Aan de verdragsbijdrage valt te ontkomen indien men bijvoorbeeld een maand in het buitenland(=woonland) gewerkt/of uitkering zou hebben genoten voorafgaand aan de pensioendatum. Dus men zou kunnen overwegen om een bijbaantje in het woonland te nemen voordat men met pensioen gaat. Men krijgt dan namelijk recht op een pensioen (al is het maar 10 euro per maand) in het woonland en dan hoeft geen CAK/verdragsbijdrage te worden betaald.

      • Of dat altijd zo kan zijn hangt op de eerste plaats van de voorwaarden tot het verkrijgen van pensioen af van de desbetreffende woonstaat.
        Die hoeven lang niet altijd zo soepel te zijn als hier voorgesteld.

  9. Weliswaar is het inkomen bepalend, maar het is de vraag of het wel zo simpel ligt. In mijn geval had ik, voor mijn emigratie de volgende verdeling van inkomen:
    1. Inkomen uit zelfstandige arbeid uit Nederland
    2. AOW uit Nederland
    3. Uitkering uit bedrijfspensioenfonds
    4. Uitkering pensioen (opbouw via eerdere werkgever)
    5. Uitkering lijfrente
    6. Inkomen uit Engels staatspensioen (belastingtechnisch toegewezen aan Nederland en na emigratie aan Duitsland).

    Omdat onduidelijk was in welke mate het inkomern uit arbeid (ondernemen) in Nederland en niet in het woonland werd verdiend kregen wij in eerste instantie bericht van het CAK dat wij de “verdagsbijdrage” moesten betalen. Het feit dat wij eventueel inkomen uit pensioen of beperkt uit arbeid (max 25%) in Duitsland hebben maakt dus kennelijk geen verschil.
    Het SVB heeft wel aangegeven dat als het inkomen uit arbeid meer dan 25% in Duistland zou bedragen, wij in Duitsland (particulier) verzekerd zouden zijn. De premies daarvan zijn op onze leeftijd bijzonder hoog.

    Antwoord
    • De SVB lijkt me gelijk te hebben. Voor bepaling van de vraag welk sociaal stelsel van toepassing is gaan de bepalingen in Vo883/2004 over werken boven die van pensioen. Bij werken als zelfstandige in meer dan een staat komt de vraag aan de orde in welke staat substantieel gewerkt wordt. De bepalingen uit Vo883/2004 en Vo987/2009 die van belang zijn staan hieronder. Aan de hand van de situatie wordt dus bepaald of het ene of andere sociale stelsel van toepassing is (dus ook de zorgverzekering). Blijkt dat het Duitse stelsel te zijn en men krachtens zelfstandig beroep er op grond van Duitse wetgeving geen toegang te bestaan tot de gesetzliche Krankenversicherung, dan blijft particulier verzekeren over (dat is dan wel verplicht in Duitsland).

      Antwoord

Laat een reactie achter voor Fred Londema Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.