Beleid UWV inzake WIA hiaat

mrt 22, 2021

Datum19-3-2021BetreftExpertmeeting grensarbeiders en beleid UWV n.a.v. arrest Vester

  1. Beleidswijziging UWV naar aanleiding van HvJ EU Vester

In mijn brief van 6 juli 20207 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat het oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Vester8 leidt tot een aanpassing van het beleid van UWV. Wanneer iemand onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat, daar arbeidsongeschikt raakt en er in die lidstaat geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of geen recht op een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering bestaat, kan er door een verschil in wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering tussen die lidstaat en Nederland een ongeoorloofd inkomenshiaat ontstaan.

Volgens de beleidswijziging van UWV sluit in dat geval de wachttijd van de WIA – door het verkorten van de wachttijd van de WIA – aan bij het einde van de (kortere) wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de lidstaat van laatste verzekering. Het beleid is niet beperkt tot mensen die in Nederland wonen. De beleidswijziging van UWV is per 1 januari 2021 ingegaan. Met het nieuwe beleid wordt in individuele situaties aangesloten bij de buitenlandse wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering door het verkorten van de wachttijd van de WIA-uitkering. Dit beleid is van toepassing op alle nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2021. Hiernaast wordt dit beleid toegepast in alle lopende zaken waarbij de ingangsdatum van de pro rata WIA-uitkering nog niet definitief vaststaat en waarbij er ter overbrugging op grond van het vroegere beleid geen WW-uitkering of toeslag (TW) is toegekend, noch een uitkering ter overbrugging uit de bevoegde lidstaat.

Aangehecht bij deze brief treft u de uitvoeringstoets van UWV met betrekking tot deze beleidswijziging. Hoewel het hier gaat om een wijziging van het eigen beleid van UWV, waarvoor een uitvoeringstoets niet nodig is, is gekozen voor de vorm van een uitvoeringstoets om het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de hoogte te stellen van de impact van het nieuwe beleid. Ik zal dit nieuwe beleid ook in wetgeving vastleggen. UWV doet dan opnieuw een uitvoeringstoets. Uw Kamer zal die dan uiteraard ook ontvangen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

 

Zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/03/19/kamerbrief-expertmeeting-grensarbeiders-en-beleid-uwv-nav-arrest-vester

2 Reacties

  1. Aanbiedingsbrief van het UWV bij de U-toets n.a.v. de beleidswijziging aangaande de verkorte wachttijd WIA (arrest Vester) , daaruit:

    Geachte heer Koolmees,
    In uw brief van 11 mei 2020 (kenmerk 2020-0000059245) heeft u UWV verzocht om een U-toets uit te brengen n.a.v. de beleidswijziging aangaande de verkorte wachttijd WIA (arrest Vester). U verzoekt UWV om nader geïnformeerd te worden over de wijze waarop wij de beleidswijziging zullen realiseren, alsmede de beoogde invoeringsdatum en de gevolgen hiervan voor de uitvoering. Met deze brief informeren wij u over deze punten.

    Nieuw beleid
    Het nieuwe beleid ziet op het gegeven dat wanneer er geen of geen volledige nationale arbeidsongeschiktheidsuitkering door het buitenlandse orgaan wordt toegekend en er door het verschil in wachttijden een inkomenshiaat ontstaat, er aangesloten wordt bij de wachttijd van de bevoegde lidstaat. Het nieuwe beleid ziet alleen op de toepassing van (EG) Verordening 883/2004 en vervangt het huidige beleid. Dit beleid wordt toegepast in alle zaken waarbij de WIA-beschikking nog geen formele rechtskracht heeft en daarmee de ingangsdatum van de WIA nog niet definitief vaststaat. Er wordt niet terug gekomen van beschikkingen met formele rechtskracht. Een uitzondering hierop is wanneer het herzieningsverzoek voor afloop van de wachttijd van 104 weken wordt gedaan; er zal dan vanaf de datum van dit verzoek voor de toekomst alsnog teruggekomen moeten worden van onze eerdere beslissing. Dit laatste is gebaseerd op de duuraanspraken jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep.
    Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen lidstaten, het beleid is onafhankelijk van de woonplaats van de betrokkene. Dit betekent, eerder dan met het huidige beleid, er voor de meeste situaties een oplossing is. De nationale voorwaarden voor toegang tot de WIA blijven intact, m.a.w.: er moet wel recht bestaan op een WIA-uitkering.
    Het voorgaande komt er effectief,op neer, dat in de benoemde situaties een verkorte wachttijd wordt toegepast bij WGA-uitkeringen waarbij dit nationaal alleen van toepassing is bij IVA-uitkeringen. Hierbij wordt dezelfde systematiek gehanteerd als bij de verkorte wachttijd IVA. Dit betekent dat het recht op een WIA-uitkering eerder ontstaat.
    Beoogde invoeringsdatum
    Met uw ambtenaren is afgesproken de datum inwerkingtreding te laten ingaan op 1 januari 2021.
    Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
    Het nieuwe beleid is uitvoerbaar en handhaafbaar per 1 januari 2021: de beoogde beleidswijziging
    aangaande de verkorte wachttijd volgt de systematiek van de IVA-toekenning waarbij de
    beoordeling naar voren wordt gehaald. De beoordeling ten behoeve van het toekennen van een verkorte wachttijd wijkt niet af van hetgeen al uitgevoerd wordt in het kader van de te bevorderen WIA-uitkeringen voor laatst buitenlands verzekerden. Dit betekent dat de beleidswijziging niet leidt tot effecten in de reguliere procesgang (het proces van sociaal medisch beoordelen, beoordelingstermijn van 8 weken met mogelijkheid tot opschorten voor het opvragen van
    medische informatie). Er is wel een effect te noemen ten aanzien van een systeemwijziging (ResaFasa). Hierbij is het de bedoeling dat er een nieuwe meldcode wordt toegevoegd opdat kan worden bijgehouden hoe vaak een verkorte wachttijd WIA wordt toegekend op basis van het nieuwe beleid. Deze systeemwijziging leidt tot eenmalige kosten.
    Lees verder op:
    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/03/19/u-toets-nav-de-beleidswijziging-aangaande-de-verkorte-wachttijd-

    Antwoord
  2. Daarin ook dit uitgebreide artikel van Ger Essers:

    Vakblad Grensoverschrijdend werken nummer 37, maart 2021
    Caleidoscoop grenswerkers: Europees kampioenschap bestuurlijk onvermogen?
    Zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/03/19/u-toets-nav-de-beleidswijziging-aangaande-de-verkorte-wachttijd-

    b. Problemen als gevolg van verschil in wachttijd: tien jaar wachten
    Een inwoner van Nederland, die bijvoorbeeld 30 jaar in Nederland gewerkt heeft en vervolgens na tien jaar werken als grensarbeider in Duitsland 100% arbeidsongeschiktheid wordt, heeft na 78 weken aanspraak een Duitse pro-rata (10/40) arbeidsongeschiktheidsuitkering. Deze is laag vanwege het korte arbeidsverleden. Als betrokkene naar Nederlands recht ook 100% arbeidsongeschiktheid is, ontvangt hij pas na 104 weken 30/40 van zijn opgebouwde WIA-uitkering. Gedurende 26 weken is er sprake van een WIA-hiaat.
    Reeds in 2008 werd dit probleem door Commissie Grensarbeiders II gesignaleerd. In de discussie over dit rapport zei minister Donner in 2009: ‘Ik kan niet garanderen dat het probleem opgelost wordt, want het zijn steeds weer nieuwe gevallen. Het zijn niet permanent en standaard 40 gevallen. Het wisselt steeds, want na zes maanden is het gat weer verdwenen. Ik kan dat dus niet garanderen. Het heeft de aandacht en de inzet is er. Laat ik het zo zeggen: als er aanleiding toe is, zal ik de Kamer inlichten'(38).
    Na de uitspraak in de zaak Kitty Leyman (C-2/08) stelde de toenmalige Minister van Sociale Zaken Donner dat er ‘op basis van de huidige stand van de rechtspraak juridisch gezien geen aanleiding is om de Nederlandse wetgeving of de toepassing daarvan te wijzigen'(39). In de academische vakliteratuur werd de interpretatie van Minister Donner inzake het arrest Leyman als onjuist omschreven(40). Naar de mening van prof. Pennings heeft ‘het arrest Leyman wel degelijk gevolgen voor de Nederlandse regeling: bij personen die een pro-rata WIA-uitkering krijgen en gedupeerd worden door een langere wachttijd voor deze uitkering dan de voor hen toepasselijke ziekte-uitkering in het land waar ze verzekerd zijn, zou daarom de wachttijd voor de WIA-uitkering verkort moeten worden tot die periode’.(41)
    In een algemeen overleg in de Commissie SZW stelde de Minister Donner over de UWV-beleidsregels: ‘Ik heb in een eerder overleg aangegeven dat ik het UWV heb gevraagd het separaat te melden, als zou blijken dat deze beleidsregels niet adequaat zijn voor alle problemen die zich voordoen. Sinds die tijd zijn er geen meldingen gedaan. Ik heb toen tegelijkertijd gezegd dat als zich problemen mochten voordoen, wij zouden kijken hoe wij die kunnen oplossen. Dat zijn echter oplossingen die zich niet voor publicatie lenen, omdat het beleidsregels zijn. Tot dusverre is niet gebleken dat er op dit terrein knelpunten zijn’.
    Ondertussen bleef men doormodderen met toeslagen (TW), werkloosheidsuitkeringen enz.(42). In december 2018 stelde Minister Koolmees (SZW) naar aanleiding van het WIA-hiaat: ‘dat er in de praktijk al veel is gedaan om de gevolgen van dit hiaat te beperken. Sinds 2008 voert het UWV in overleg met de Duitse uitkeringsinstantie, de Deutsche Bundesagentur fr Arbeit, beleid uit. Zo wordt in Nederland bezien of de wachttijd in het kader van de WIA kan worden ingekort wanneer er sprake is van een uitkering in het kader van de regeling Inkomensvoorziening Volledig duurzaam Arbeidsongeschikten'(43). Er zijn inzake het WIA-hiaat geen UWV-beleidsstukken, rapportages enz. beschikbaar.
    In 2019 wordt er uitspraak gedaan in de zaak Maria Vester (C-134/18)(44). Naar aanleiding van dit arrest worden er in de Tweede Kamer vragen gesteld door de VVD-leden Tielen en Nijkerken-de Haan. Na 5 maanden (!) antwoordde minister Koolmees in juni 2020 ‘Ik heb het UWV verzocht om mij nader te informeren over de wijze waarop de beleidswijziging wordt gerealiseerd en de gevolgen hiervan voor de uitvoering. Op dit moment is de werkdruk binnen UWV hoog als gevolg van de coronacrisis. Bij de uitwerking van de beleidswijziging zal hier rekening mee gehouden worden. Tevens wordt een wetswijziging ter vastlegging van dit beleid voorbereid'(45).
    Ondanks de academische adviezen, de discussie en de Tweede Kamer bleef de Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid en het UWV doormodderen tot 2021. Tot op heden is er geen wetswijziging gepubliceerd en is de Tweede Kamer niet geïnformeerd over de implementatie van het arrest Vester. Pogingen om UWV/SZW te overtuigen om de beleidsregels te publiceren lukken niet. Een vorm van grensoverschrijdend gedrag.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.