Uit: UWV Handhavingsjaarplan 2020
4.4. Grensoverschrijdend handhaven Sommige vormen van fraude reiken over landsgrenzen heen. Uitdaging daarbij is dat de (digitale) grenzen vervagen en vanuit vraag en aanbod op de internationale arbeidsmarkt nieuwe bewegingspatronen ontstaan. Internationale handhaving gaat niet alleen over het handhaven op de rechtmatigheid van uitkeringen van mensen die in het buitenland wonen, maar ook van uitkeringsgerechtigden die in Nederland woonachtig zijn. Uitkeringsgerechtigden die in Nederland woonachtig zijn, kunnen immers vermogen of inkomsten in het buitenland hebben of (langdurig) in het buitenland verblijven zonder dit te melden. Bovendien is een arbeidsverleden in het buitenland niet alleen voorbehouden aan arbeidsmigranten: ook Nederlandse burgers werken tegenwoordig steeds vaker voor een bepaalde periode in het buitenland. Het buitenlandse arbeidsverleden kan meetellen bij het totale arbeidsverleden en is daarmee van invloed op de duur van de uitkering.
Handhaving van Nederlandse wetgeving in het buitenland is in het algemeen complexer dan in Nederland. In overeenstemming met de nationale handhaving wordt bij de internationale handhaving ingezet op preventieve handhaving. Regelovertreding door uitkeringsgerechtigden in het buitenland wordt aangepakt met repressieve middelen, zoals dat ook bij nationale regelovertreding het geval is. Deze internationale controles en onderzoeken worden uitgevoerd door het Interventieteam Buitenland (ITB). Jaarlijks selecteert het ITB op basis van een risicomodel de te bezoeken landen om controles uit te voeren bij uitkeringsgerechtigden van UWV die woonachtig zijn in het buitenland. We blijven investeren in (structurele) gegevensuitwisseling op basis van (bilaterale) verdragen en afspraken en blijven aandacht vragen voor de controlebehoefte op de rechtmatigheid van uitkeringen in het buitenland.
Met het Internationaal Bureau Fraude Informatie (IBF) coördineert UWV bestuursrechtelijk onderzoek naar vermogen, inkomen en verblijf van individuen in het buitenland. SZW is met verschillende partijen (SVB, Inspectie SZW, gemeenten en UWV) een werkgroep gestart over grensoverschrijdend handhaven. Het doel van de werkgroep is om partijen goed voor te bereiden op het nog op te richten ELA (European Labour Authority) en om kennis met elkaar te delen over grensoverschrijdend handhaven en gegevensuitwisseling.
Uit: UWV Jaarplan 2020
Rechtmatige uitkeringsverstrekking ‘buitenland’ Toegenomen internationalisering en arbeidsmigratie creëren nieuwe uitdagingen voor de dienstverlening van UWV. Klanten die de Nederlandse taal niet machtig zijn hebben meer moeite met de uitvoeringsprocessen van UWV. Door de onbekendheid met het socialezekerheidssysteem in Nederland kunnen deze klanten sneller een fout maken en vatbaarder zijn voor manipulatie door bijvoorbeeld de werkgever.
De handhaving van rechtmatige uitkeringsverstrekking voor deze klanten is veel moeilijker en arbeidsintensiever dan voor Nederlandse uitkeringsgerechtigden. Controles in het buitenland zijn erg arbeidsintensief en UWV is voor informatie afhankelijk van signalen van de sociale zekerheidsinstellingen in het buitenland. Daarbij ontbreken automatische meldingen bij bijvoorbeeld overlijdensgevallen in het buitenland, is er maar beperkt controle mogelijk op meldingen van ziek wegens zwangerschap en is de informatievoorziening bij gedetineerden in het buitenland niet sluitend.
We blijven investeren in (structurele) gegevensuitwisseling op basis van (bilaterale) verdragen en afspraken en blijven aandacht vragen voor de controlebehoefte op de rechtmatigheid van uitkeringen in het buitenland. Ook met de implementatie van de fraude WW-maatregelen zoals werken met risicomodellen, nieuw adresbeleid (in principe geen correspondentieadressen meer) trachten wij de risico’s te beheersen. En de uitkomst van het lopende KPMG-onderzoek naar misbruikrisico’s kan tot nieuwe inzichten leiden.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/jaarplannen/2019/12/19/bijlage-21-uwv-jaarplan-2020
voorts daaruit:
Veranderende wet- en regelgeving, andere en ook hogere verwachtingen van burgers, onderhoud en beheer van onze IT-systemen, alsmede de activiteiten om te voldoen aan de verscherpte eisen op het vlak van informatiebeveiliging en privacybescherming, maken onze uitvoering steeds complexer. Deze toename in complexiteit is met name te zien in onze internationale dienstverlening. Ondanks de invoering van EESSI en in eerste instantie juist vanwege de implementatie daarvan, wordt het werk complexer en arbeidsintensiever. Deze ontwikkeling heeft zijn weerslag op onze prestaties, in het bijzonder op het vlak van de afhandeltermijnen bij de kinderbijslag internationaal. We blijven met verschillende verbetertrajecten en innovaties zoeken naar manieren om onze internationale dienstverlening te optimaliseren.
(..)
En tegelijkertijd zien wat beter kan Zo werken we voortdurend aan de verdere ontwikkeling van onze dienstverlening. Het kan altijd beter, maar dat is niet altijd eenvoudig. Doordat het speelveld verandert, wordt onder andere de internationale uitvoering steeds complexer. Niet alle klanten verstrekken in eerste instantie de juiste informatie, omdat hen bijvoorbeeld als gevolg van laaggeletterdheid, niet altijd duidelijk is wat er wordt gevraagd, of omdat ze een ander beeld hebben bij begrippen als eigen vermogen. En dan zijn er ook klanten die bewust informatie achterhouden, omdat zij weten dat die informatie gevolgen heeft voor de hoogte van hun uitkering. Het is dus belangrijk om hier de juiste controles uit te voeren.
Over de grenzen heen zetten we daarom in op intensieve samenwerking met buitenlandse overheden en zusterorganen. We doen dit als verbindingsorgaan van de Nederlandse overheid, dus ook voor de Belastingdienst, gemeenten en het UWV. Het uitvoeren van de juiste controles gaat niet overal even soepel. Soms kunnen we lokaal onderzoek doen, maar voor sommige landen moeten we volstaan met enkel bureauonderzoek. Dit maakt dat we niet in alle situaties kunnen garanderen dat iedereen krijgt waar hij of zij recht op heeft. Daardoor ontstaat de kans dat er uiteindelijk een hoge vordering ontstaat die moet worden terugbetaald. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Daarom werken we hard aan het verbeteren van de controles en het goed voorlichten van onze klanten. In 2019 is hiertoe het landelijke kennisloket Onderzoek Vermogen Buitenland (OVB) gestart. Dit kennisloket is een initiatief van het samenwerkingsverband dat bestaat uit partners als het Internationaal Bureau Fraudeinformatie (IBF) van UWV, de SVB, gemeenten (via het Kenniscentrum Handhaving en Naleving van de VNG), Divosa, de Beroepsvereniging voor Klantmanagers en het ministerie van SZW. Via het digitale, besloten platform krijgen geautoriseerde professionals van deze partners toegang tot het laatste nieuws over vermogensonderzoek in het buitenland, jurisprudentie en veelvoorkomende vragen. Professionals kunnen online ervaringen uitwisselen en knelpunten in de uitvoering delen met het samenwerkingsverband. Dit is een van de initiatieven die ons helpt om de internationale handhaving verder te brengen.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/jaarplannen/2019/12/19/bijlage-1-jaarplan-en-begroting-svb-2020
Uit Jaarplan en Begroting SVB 2020:
Intensivering ketensamenwerking
We gebruiken kennis, gegevens en informatie uit de keten, ook internationaal. Klanten hoeven hun gegevens maar één keer aan te leveren. Deze ‘eenmalige uitvraag’ en meervoudig gebruik van de informatie over ketens heen zijn belangrijk om onze klanten zo geruisloos mogelijk van dienst te zijn. We stellen bij het uitwisselen van gegevens duidelijke eisen aan de kwaliteit van de data en informatiebeveiliging. Met onze ketenpartners wisselen we daar waar mogelijk gegevens uit en starten we pilots en proeftuinen om te onderzoeken hoe wij met elkaar de beste dienstverlening kunnen organiseren. We werken nauw samen met partners als de Belastingdienst (Toeslagen) en het UWV, maar ook met gemeenten en organisaties als het NIBUD en de Pensioenfederatie. Daar waar relevant, worden SZW en andere departementen hierbij betrokken. In dit hoofdstuk lichten we enkele initiatieven toe die wij in 2020 met ketenpartners realiseren. Dit is geen uitputtend overzicht, maar is bedoeld om inzicht te bieden in wat we op dit terrein doen. Tenslotte gaan we in op een aantal veranderingen in wet- en regelgeving die van invloed zijn op onze ketensamenwerking in het algemeen.
Uit de tabel Prestatieindicatoren voor 2019:
Internationale tijdigheid AOW, Anw, AKW 96% AOW 92% Anw 90% Geen norm AKW 63%
Knelpuntenbrief
Sociale Verzekeringsbank
Bijlage – Stand van de uitvoering juni 2021
8. Handhaving internationaal
“Waarom wil de SVB dit van me weten?”
Bij klanten in het buitenland is het moeilijker
om te achterhalen of ze recht hebben of
houden op hun AOW of kinderbijslag. Vaak
begrijpt men niet dat wijzigingen in hun
woon-, leef- of werksituatie van belang
zijn voor de uitkeringen. Soms zijn er
taalproblemen, of is er informatie nodig die
in het buitenland lastig beschikbaar is.
Signaal uit de uitvoering:
Binnen de uitvoering gaan we voorzichtig om
met huisbezoeken. Soms is een bezoek het enige
middel dat nog over is om bijvoorbeeld vast te
stellen waar iemand feitelijk verblijft, of er sprake is
van een gezamenlijke huishouding of om te weten
of iemand nog in leven is. Bij huisbezoeken wordt
altijd toestemming gevraagd aan de bewoners en
worden hun verklaringen vastgelegd. Dat werkt
zo in Nederland en ook in het buitenland. Klanten
die samenwonen hebben recht op een lagere
AOW of Anw uitkering. Als dit niet tijdig wordt
gesignaleerd, kan dit tot hoge terugvorderingen
leiden.
Sinds de jaren 70 uit de vorige eeuw brengt de
SVB huisbezoeken in het buitenland, maar de
laatste jaren stuit dit meer en meer op verzet van
andere landen, ook binnen de EU. Dan gaat het
bijvoorbeeld om Polen, België en Zwitserland. Er
zijn juridische bezwaren naar voren gebracht door
deze lidstaten die inhouden dat hun wetgeving
niet toestaat dat buitenlandse autoriteiten
huisbezoeken afleggen op hun grondgebied.
Belangrijk om te vermelden is dat Nederland het
enige land is dat dit type huisbezoeken doet in het
buitenland. Dat draagt niet bij aan het vinden van
een oplossing.
Denkrichting uit de uitvoering:
De SVB zet op verschillende sporen in. In overleg
met SZW en UWV wordt allereerst ingezet op
nieuwe afspraken met lidstaten die juridische
bezwaren hebben geuit. Vanuit het Europese
principe van wederzijdse hulp en bijstand. Soms
kan dit leiden tot een betere gegevensuitwisseling.
Voor gegevens die niet worden bijgehouden
kunnen we daarnaast nagaan of de buitenlandse
autoriteiten een bezoek ter plekke overnemen als
hun nationale wetgeving dit toelaat. Of dat de SVB
klanten interviewt bij de Nederlandse ambassades
of in de gebouwen van buitenlandse zusterorganen.
Voor deze oplossingen is Nederland en
de SVB afhankelijk van de praktische medewerking
van de zusterorganen en de politieke bereidheid
van de lidstaten.
De SVB zet ook in- nu nog op testbasis- op een
app ter vervanging van het jaarlijkse levensbewijs.
Deze app is ontwikkeld door NOVUM, het
innovatielab van de SVB. Deze werkwijze zorgt
ervoor dat de klant niet meer het levensbewijs
moet laten tekenen bij het zusterorgaan. Klanten
hebben hier soms wel ondersteuning bij nodig.
Het maakt extra duidelijk dat de huidige wijze van
handhaven Nederland gegund moet worden door
andere lidstaten. De SVB is hiervan afhankelijk.
Lees verder in:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/07/06/bijlage-knelpuntenbrief-wet-en-regelgeving-svb
Waarom volgt de SVB de procedureregels als opgenomen in Besluit A1 niet?
Waarom controleert de SVB de juistheid van de feiten en omstandigheden op grond waarvan zij verklaringen afgeeft inzake de aangewezen sociale wetgeving niet op voorhand, maar eerst dan wanneer een uitkering wordt aangevraagd?