Digid toe te kennen aan iemand die buiten Nederland woont

dec 30, 2019

Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-12-2019 Datum publicatie 24-12-2019 Zaaknummer 201806610/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Op 20 juni 2017 heeft de minister gereageerd op de aanvraag van [appellante] tot het toekennen van een DigiD.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Uitspraak

201806610/1/A3. Datum uitspraak: 24 december 2019 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], wonend te [woonplaats] (België), appellante, tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 juli 2018 in zaak nr. 17/7528 in het geding tussen: [appellante] en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

13 Reacties

  1. 7. Omdat de afwijzing van haar aanvraag voor een DigiD een besluit is, kon [appellante] daartegen in bezwaar, beroep en hoger beroep opkomen. Hieronder zal de Afdeling de inhoudelijke gronden van het hoger beroep beoordelen. Aangevallen uitspraak 8. De rechtbank heeft overwogen dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat een DigiD geen sociaal voordeel is als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van Verordening 492/2011 omdat het niet de levensomstandigheden of de sociale positie van werknemers verbetert. Een DigiD draagt ook niet bij aan de integratie van een werknemer uit een andere lidstaat en vergemakkelijkt dus ook niet de mobiliteit van werknemers binnen de EU. Dat DigiD als lastenvermindering wordt ervaren, is onvoldoende om op zichzelf voor werknemers een sociaal voordeel te zijn. Nu geen sprake is van een belemmering van het vrije verkeer van werknemers, hoeft ook niet te worden beoordeeld of artikel 45 van het VWEU hiervoor een rechtvaardigingsgrond biedt, aldus de rechtbank. Hoger beroep Is een DigiD een sociaal voordeel? 9. [appellante] stelt dat zij wordt gediscrimineerd en doet een beroep op het antidiscriminatieverbod uit artikel 45 van het VWEU zoals dat is uitgewerkt in artikel 7, tweede lid, van Verordening 492/2011. Zij voert tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat volgens de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het HvJ) het begrip ‘sociaal voordeel’ uit Verordening 492/2011 ruim moet worden uitgelegd. DigiD is een digitaal identificatie- en communicatiemiddel dat gebruikers in staat stelt snel informatie op te vragen, veilig te communiceren met overheidsinstanties en online zaken te regelen. Door DigiD kan dit 24 uur per dag en vanuit huis. Uit een door het Institute for Transnational and Euregional Cross-border Cooperation and Mobility gehouden enquête blijkt voorts dat het niet-hebben van DigiD wordt gezien als een grote administratieve last op gebieden van tal van overheidsinstanties. De toegang tot deze digitale wereld die door DigiD kan worden verkregen, houdt daarom een sociaal voordeel in voor de grensarbeider, aldus [appellante]. 9.1. [appellante] kan zich als grensarbeider, wonend in België en werkend in Nederland, beroepen op artikel 45 van het VWEU. Ook staat het feit dat zij niet in Nederland woont, niet in de weg aan een beroep op artikel 7, tweede lid, van Verordening 492/2011. De toekenning van een sociaal voordeel
    mag volgens het HvJ in beginsel niet afhankelijk worden gemaakt van de voorwaarde dat de werknemer woont op het grondgebied van de lidstaat van tewerkstelling (zie de uitspraak van 8 juni 1999, Meeusen, ECLI:EU:C:1999:284, punten 21-25). Volgens vaste rechtspraak van het HvJ moeten onder sociale voordelen als bedoeld in dat artikel worden verstaan alle voordelen die, al dan niet verbonden aan een arbeidsovereenkomst, in het algemeen aan ingezetenen van de lidstaat worden toegekend, voornamelijk op grond van hun objectieve hoedanigheid van werknemer of enkel wegens het feit dat zij ingezetenen zijn, zodat de uitbreiding ervan tot werknemers die onderdaan van andere lidstaten zijn, geschikt lijkt om hun mobiliteit binnen de Unie te vergemakkelijken (zie onder meer de uitspraak van 31 mei 1979, Even, ECLI:EU:C:1979/144, punt 22). Daaronder moeten volgens het HvJ ook worden begrepen faciliteiten of voordelen die de migrerende werknemer de mogelijkheid bieden tot verbetering van zijn levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden en die de verbetering van zijn sociale positie vergemakkelijken (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 21 juni 1988, Lair, ECLI:EU:C:1988:322, punt 20). Zo heeft het HvJ ook als sociaal voordeel aangemerkt het gebruik van de eigen taal in een procedure (uitspraak van 11 juli 1985, Mutsch, ECLI:EU:C:1985:335). Uit de hiervoor genoemde rechtspraak leidt de Afdeling af dat het begrip ‘sociaal voordeel’ zeer ruim moet worden uitgelegd. Daarbij maakt het HvJ een koppeling met zowel het gebruik van het vrij verkeer als met de integratie en de leefomstandigheden. 9.2. Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het kunnen beschikken over een DigiD valt onder het begrip sociaal voordeel als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van Verordening 492/2011. Zoals hiervoor weergegeven, hanteert het HvJ een zeer ruime uitleg van het begrip ‘sociaal voordeel’ en heeft het ook middelen tot communicatie als zodanig aangemerkt. [appellante] heeft er belang bij te kunnen beschikken over een DigiD omdat zij in verband met haar werk in Nederland moet kunnen communiceren met de Belastingdienst. Aannemelijk is dat het niet-hebben van een DigiD tot een administratieve lastenverzwaring, en dus niet tot een verbetering van de leefomstandigheden, leidt. De totstandkoming van de eIDAS-Verordening duidt daar ook op. Het gebruik van digitale middelen door de overheid in haar communicatie met de burgers neemt steeds verder toe. Het hebben van een DigiD is in vele gevallen een voorwaarde geworden om toegang te krijgen tot en effectief gebruik te kunnen maken van bepaalde diensten. Daardoor is een zodanig nauwe verbondenheid ontstaan tussen DigiD en het achterliggende sociale voordeel, dat het middel waarmee toegang wordt verkregen zelf als sociaal voordeel moet worden aangemerkt. Het betoog slaagt.

    Antwoord
  2. 10. De Afdeling komt nu toe aan de gronden tegen het besluit op bezwaar waar de rechtbank niet aan is toegekomen. Is sprake van discriminatie? 11. [appellante] heeft in beroep aangevoerd dat artikel 3, tweede lid, van de Regeling een onderscheid maakt dat in strijd is met artikel 45 van het VWEU. De voorwaarden die worden gehanteerd voor toegang tot DigiD leiden volgens haar tot directe discriminatie op grond van nationaliteit, maar in ieder geval tot indirecte discriminatie. 11.1. Volgens vaste rechtspraak van het HvJ (zie bijvoorbeeld uitspraak van 23 januari 1997, Pastoors, ECLI:EU:C:1997:28, punt 16 en volgende) omvat het verbod op het maken van onderscheid niet alleen openlijke discriminatie op grond van nationaliteit, maar ook alle verkapte vormen van discriminatie die door toepassing van andere onderscheidingscriteria in feite tot hetzelfde resultaat leiden. Naar het oordeel van de Afdeling maakt de Regeling geen direct onderscheid naar nationaliteit. Unieburgers met een andere nationaliteit die in Nederland wonen komen immers wel in aanmerking voor een DigiD. Het is de combinatie van een andere dan de Nederlandse nationaliteit en de woonplaats buiten Nederland die bepalend is voor het onderscheid. Nederlanders die in een andere lidstaat wonen, kunnen wel een DigiD krijgen. Daarmee treft de Regeling Unieburgers met een andere dan de Nederlandse nationaliteit die niet in Nederland wonen, maar wel in Nederland werken. Het resultaat van de gehanteerde criteria is dat zij bij het verkrijgen van het DigiD indirect worden gediscrimineerd. Dat het aan verschillende Nederlandse overheidsinstanties zelf is om te bepalen of zij voor de toegang tot hun diensten gebruik willen maken van DigiD, leidt niet tot een ander oordeel. De
    minister is verantwoordelijk voor het verstrekken van het sociale voordeel, dat een DigiD is. 12. [appellante], en andere personen in een vergelijkbare situatie, worden door de Regeling dus indirect gediscrimineerd. En dat is uitsluitend toegestaan als daarvoor gronden zijn die dat rechtvaardigen. Is het onderscheid gerechtvaardigd? 13. [appellante] heeft aangevoerd dat voor het onderscheid geen rechtvaardigingsgronden zijn omdat de voorwaarden niet geschikt en noodzakelijk zijn om de betrouwbaarheid van het systeem te waarborgen. [appellante] vindt daarvoor van belang dat alleen voor personen met een werkelijke band met Nederland, zoals grensarbeiders, DigiD open zou moeten staan. Bovendien is niet duidelijk waarom bij grensarbeiders, die in Nederland werken en in een andere lidstaat wonen, afdoende verificatie van identiteitshandelingen om de betrouwbaarheid van het DigiD systeem te waarborgen niet zou kunnen plaatsvinden en bij Nederlanders die in het buitenland wonen wel. Paspoorten zijn in de EU geharmoniseerd en ook de geldigheid ervan kan worden gecheckt, aldus [appellante]. 13.1. Een ongelijke behandeling van burgers van de Unie is alleen gerechtvaardigd als zij is gebaseerd op objectieve criteria die losstaan van de nationaliteit van de betrokken persoon en evenredig zijn aan de legitieme doelstellingen van het nationale recht. Volgens rechtspraak van het HvJ (zie onder meer de uitspraak van 10 juli 2019, Aubriet, ECLI:EU:C:2019:582, punt 29 en de uitspraak van 12 september 2019, Maksimovich, ECLI:EU:C:2019:723, punt 30) is een indirect discriminerende maatregel verenigbaar met de vrijheid van verkeer van personen als die maatregel nog geen onderwerp van harmonisatie is geweest, zijn rechtvaardiging vindt in dwingende vereisten van algemeen belang, en evenredig is. Dat wil zeggen dat de maatregel geschikt is en niet verder mag gaan dan nodig is voor het bereiken van dat doel. Dat is de maatregel als hij de verwezenlijking van dat doel daadwerkelijk op coherente en systematische wijze nastreeft (zie de uitspraak van 20 mei 1992, Ramrath, ECLI:EU:C:1992:230, punten 29-32). 13.2. De verstrekking van elektronische identificatiemiddelen die toegang verschaffen tot overheidsdiensten, is naar het oordeel van de Afdeling niet op unierechtelijk niveau geharmoniseerd. De eIDAS-Verordening heeft betrekking op het stelsel van wederzijdse erkenning van nationale elektronische identificatiemiddelen, maar bevat geen regeling voor de gebruikers ervan. Niet is geregeld aan wie een dergelijk identificatiemiddel, zoals een DigiD, moet worden toegekend. Dat is gebeurd in de Regeling. 13.3. Alleen personen die als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen (hierna: brp) en uit dien hoofde een burgerservicenummer hebben, personen met de Nederlandse nationaliteit die als niet-ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen en een burgerservicenummer hebben en personen die als niet-ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, een burgerservicenummer hebben, een AOW-pensioen ontvangen en klant zijn van de Sociale Verzekeringsbank komen ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Regeling in aanmerking voor een DigiD. Deze kring van gerechtigden voor het verkrijgen van een DigiD is volgens de minister beperkt omdat zo de veiligheid en betrouwbaarheid van het systeem kunnen worden gewaarborgd. De minister vindt het belangrijk dat de identiteit van een DigiD-gebruiker zorgvuldig kan worden vastgesteld. Volgens de minister is de uitsluiting van DigiD geschikt en noodzakelijk om fraude met DigiD te voorkomen. Bij personen met een andere nationaliteit en wonend buiten Nederland kan een minder vergaande controle plaatsvinden en de authenticiteit en geldigheid van het identiteitsdocument kan daardoor niet worden geverifieerd, aldus de minister. Tussen de minister en [appellante] is niet in geschil dat de zorgvuldige vaststelling van de identiteit moet worden aangemerkt als een dwingende reden van algemeen belang. Ook niet in geschil tussen partijen is dat voor zover sprake is van een beperking, deze evenredig is voor de meeste Unieburgers met een andere dan de Nederlandse nationaliteit en die buiten Nederland wonen. Ter beoordeling van de Afdeling ligt voor of artikel 3, tweede lid, van de Regeling ten aanzien van [appellante] en andere Unieburgers zonder Nederlandse nationaliteit, die in Nederland werken en in een andere lidstaat wonen, evenredig is. 13.4. De Commissie van de EU heeft voor de uitvoering van de eIDAS-Verordening de Guidance for the application of the levels of assurance which support the eIDAS Regulation (hierna: de Guidance)
    opgesteld. Hoewel door de Commissie opgestelde richtsnoeren zoals de Guidance op zichzelf niet bindend zijn, bieden zij wel een handvat bij de interpretatie van bepalingen in de richtlijn (zie onder meer het arrest van het Hof van Justitie van 6 september 2012, Chemische Fabrik Kreussler & Co, ECLI:EU:C:2012:548, punten 23 tot en met 25). Volgens deze Guidance voldoet als identiteitsdocument voor elektronische toegang een paspoort om de identificatie van een persoon te verifiëren. De minister checkt de echtheid en de geldigheid van een paspoort in de brp. Voor in Nederland ingezetenen doet hij dat in het zogenoemde GBA-deel van de brp. De ingezetenen krijgen ter verificatie een brief gestuurd naar het in de brp vermelde adres. Voor Nederlanders die buiten Nederland wonen, controleert de minister de gegevens in de Registratie Niet-Ingezetenen (hierna: het RNI). Zij moeten vervolgens met hun paspoort in persoon verschijnen bij een zogenoemd afhaalpunt in het land van hun woonplaats om hun DigiD te kunnen ophalen. 13.5. [appellante] beschikt als werknemer in Nederland over een burgerservicenummer en staat ingeschreven in het RNI. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de minister onvoldoende gemotiveerd waarom hij niet haar identiteit kan vaststellen aan de hand van haar paspoort. Paspoorten zijn binnen de EU geharmoniseerd (zie de Verordening (EG) van de Raad van 13 december 2004 met nr. 2252/2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten, zoals gewijzigd door de verordening (EG) nr. 444/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2009). Dat wil zeggen dat een paspoort uit een andere lidstaat aan dezelfde voorwaarden moet voldoen en dezelfde kenmerken moet hebben als een Nederlands paspoort. De minister heeft niet verduidelijkt waarom desondanks de echtheid van het paspoort van een andere lidstaat niet kan worden gecontroleerd. Wat betreft de geldigheid van het paspoort heeft de minister evenmin voldoende gemotiveerd waarom het paspoort van [appellante] of een andere Unieburger die met een burgerservicenummer staat ingeschreven in het RNI niet kan worden gecheckt en het paspoort van een Nederlander die in een andere lidstaat woont, wel. Daarbij is van belang dat volgens de Guidance voor de verificatie van de geldigheid van het identiteitsdocument gebruik kan worden gemaakt van uiteenlopende mogelijkheden. Zo kan de geldigheid van Belgische paspoorten en andere identificatiedocumenten worden gecontroleerd op de website https://www.checkdoc.be. De minister heeft onvoldoende duidelijk gemaakt dat die mogelijkheden in dit geval niet bestaan hoewel hij op grond van het beginsel van Unietrouw daartoe is gehouden. Dat het gebruik van die mogelijkheden extra werk met zich brengt, zoals de minister naar voren heeft gebracht, leidt er volgens vaste rechtspraak van het HvJ niet toe dat de beperking is gerechtvaardigd (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 26 januari 1999, Terhoeve, ECLI:EU:C:1999:22, punt 45). De Afdeling is daarom van oordeel dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de maatregel in het geval van [appellante] en andere Unieburgers, die in Nederland werken en in een andere lidstaat wonen en die contact moeten hebben met Nederlandse overheidsinstanties, evenredig is. Het betoog van [appellante] slaagt. Slotsom 14. Het hoger beroep is gegrond.

    Antwoord
  3. Begrijp ik het nu goed, dat ik vanuit mijn Franse woonplaats NU WEL DIGID kan aanvragen en met Nederlandse overheidsinstellingen kan en mag communiceren?.
    Hiervoor is een tocht naar de Ambassade in Parijs ( voor ons 1600 km heen en terug) dus niet nodig?

    Antwoord
    • Dit betrof een bijzonder geval: een niet-Nederlander wonend buiten Nederland. Zie voor Nederlanders wonend buiten Nederland (in principe dan langs een balie te gaan) : https://www.digid.nl/buitenland/
      Op die site staat echter dat het ook via de SVB kan indien men AOW ontvangt wonend in het buitenland.

      Antwoord
      • Dat laatste klopt, ook al heeft u al een DIGID dan kunt u in zo ver u AOW ontvangt via de SVB een nieuwe DIGID aanvragen , u krijgt de code via de post MAAR let op u moet wel beschikken over een GSM tel want in verband met de EU veiligheidsregels moet u telkens voordat u bij DIGID of sites die een “mijn xxx ” ( zoals bv ABP of een ziekenhuis of… de SVB hebben ) wachten totdat u enkele seconden na uw inloggen een veiligheidscode per SMS krijgt. Anders een smartphone gebruiken voor de jongeren geen probleem denk ik maar voor de wat minder geoefenden onder ons en dat zijn er nog al wat denk ik is dat laatste geen aanrader.
        Overigens toen ik enkele maanden geleden de SVB hierover benaderde wist diegene die ik aan de tel. had niets van deze regeling en zei dat het hem onwaarschijnlijk leek. Een vriendelijk jonge man rechtstreeks bij DIGID hielp mij op weg.

  4. Itsme® gaat Europees
    / 11 February 2020 / 0 Comments
    Daaruit:
    Tot heden kon je enkel gebruik maken van itsme® met een Belgisch telefoonnummer. Daar komt nu verandering in, want het bedrijf kreeg in december een Europese goedkeuring waardoor burgers met een Belgische eID of ander elektronisch verblijfsdocument voortaan ook kunnen aanmelden bij overheidsdiensten in Europese lidstaten. Goed nieuws voor ca. 300.000 Belgen die momenteel in een ander Europees land wonen. Met een Belgische eID (of een Luxemburgse Luxtrust token) kan je voortaan in een andere lidstaat aanmelden. Ook je telefoonnummer hoeft niet langer Belgisch te zijn.
    Wat betekent die Europese uitbreiding concreet? Een student kan zich bijvoorbeeld online inschrijven aan een universiteit in Frankrijk of Duitsland; een Belg die in Griekenland gewerkt heeft kan online de informatie over zijn pensioen raadplegen; een Belgische onderneming kan online een offerte indienen voor een openbare aanbesteding in een andere lidstaat.
    Voorlopig concentreert itsme® zich op de uitrol in Europa en zijn er nog geen plannen om wereldwijd te lanceren.
    Meer info: https://www.viw.be/nl/itsmer-gaat-europees

    Antwoord
  5. Deelname St. GOED aan DigiD Burgerpanel 30 januari 2020
    door St. GOED | feb 14, 2020 | DigiD, Nieuws | 6 reacties
    Vijfde Burgerpanel
    Karin Eastwood heeft namens Stichting GOED deelgenomen aan het 5e Burgerpanel MijnOverheid, DigiD en Machtigingen.
    Via MijnOverheid heeft de burger digitaal toegang tot zijn of haar post van de overheid (Berichtenbox).
    MijnOverheid wil graag goed toegankelijk zijn voor iedere burger. Daarom is er een burgerpanel in het leven geroepen met afgevaardigden van verschillende maatschappelijke organisaties die de belangen van grote groepen burgers vertegenwoordigen. MIjnOverheid vraagt waar hun achterban tegenaan loopt en neemt dit mee in de verdere ontwikkelingen van MijnOverheid.
    Het verslag
    Tijdens een korte opening door voorzitter, Marcel Vogel, werd gesproken over de levering van generieke diensten. De wensen en verwachtingen van de gebruiker staan centraal zodat Logius kan inspelen op de veranderingen in de samenleving. Er gebeurt enorm veel rond de DigiD in een snel tempo. Voor de meeste aanwezigen gaat het eigenlijk té snel. Zeker voor gebruikers met een beperking, zoals een slecht gezicht vermogen. Ook gebruikers uit de ‘kwetsbare’ groepen vinden het tempo van veranderingen te snel.

    Lees verder op: https://vbngb.eu/2019/12/30/digid-toe-te-kennen-aan-iemand-die-buiten-nederland-woont/

    Antwoord
  6. Alles wat u moet weten over eIDAS
    In dit overzicht vindt u de meestgestelde vragen over de Europese verordening eIDAS. eIDAS zorgt dat u met uw nationale inlogmiddel (zoals DigiD) kunt inloggen bij organisaties in andere landen van de Europese Unie. De Europese Commissie moet dat nationale inlogmiddel eerst wel goedkeuren.
    Wat is eIDAS?
    Lees verder op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inloggen-in-de-europese-unie-eidas/alles-wat-u-moet-weten-over-eidas

    Antwoord
  7. Stichting Goed meldt onder meer in laatste nieuwsbrief:
    Is er ook goed nieuws?
    Met de DigiD App zou dit opgelost kunnen worden. Oh nee wacht, die werkt niet met paspoorten uitgegeven in het buitenland.
    Er was goed nieuws toch?
    Inderdaad, DigiD ofwel Logius is begonnen met de aanpassingen van de DigiD App, zodat in het buitenland uitgegeven ID-documenten (paspoort, rijbewijs) geschikt zijn voor de ID-check. Hierna zal de DigiD App voor alle Nederlanders in het buitenland te gebruiken zijn. Men kan dan met een DigiD zonder telefoonnummer, zonder reizen, toch blijven inloggen door een ID-check uit te voeren.
    Komend kwartaal (Q4) worden de voorbereidingen getroffen opdat dit in Q1 2021 hopelijk gerealiseerd kan worden.
    Nog even geduld dus, we wachten al een tijd, maar nog even volhouden! We houden jullie op de hoogte.

    Lees verder op: https://www.stichtinggoed.nl/digid/digid-wat-moet-je-ermee/

    Antwoord
  8. Deelname aan DigiD Burgerpanel

    Stichting GOED heeft net als vorig jaar, op 30 maart 2021, weer deelgenomen aan het DigiD Burgerpanel. Hier worden de knelpunten en problemen besproken die bepaalde groepen in de samenleving ondervinden met DigiD.
    Lees verder op:
    https://www.stichtinggoed.nl/digid/deelname-aan-digid-burgerpanel/

    Antwoord
  9. 35830-V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2020
    Nr. VERSLAG
    Vastgesteld, … juni 2021

    Enkele reeds bestaande plannen voor uitbreiding van digitale dienstverlening zijn door de COVID-pandemie in een stroomversnelling gekomen. Toen het aanvragen van reisdocumenten in veel landen ernstig werd belemmerd door beperkende maatregelen m.b.t reizen en (fysiek) contact aan de balie is het mogelijk gemaakt om het voorkomen van verlies van Nederlanderschap digitaal te regelen. Voorts is in het kader van project Loket Buitenland (PLB) door het 24/7 contact center van Nederland Wereldwijd (24/7 NWW) in samenwerking met Logius een pilot uitgevoerd met het per videocall verstrekken van een DigiD-activeringscode aan Nederlanders en EER-burgers in het buitenland. Dit voorziet zeer in een behoefte, omdat burgers in het buitenland hiervoor nu nog in persoon moeten verschijnen bij 1 van de 14 balies buiten Nederland. In totaal werden 114 activeringscodes verstrekt. Overwogen wordt de pilot te verlengen in verband met de introductie van het Digital Covid Certificate, waarvoor een DigiD code noodzakelijk is. Na afloop zal de (verlengde) pilot worden geëvalueerd, op basis waarvan wordt besloten of en zo ja hoe en wanneer deze dienstverlening structureel kan worden aangeboden.

    Tevens zijn er de afgelopen jaren initiatieven gestart, die zijn geïnspireerd op Inzicht in Kwaliteit, maar daar niet direct uit voortkomen.
    – Op het gebied van de Consulaire Dienstverlening is de informatievoorziening en –deling verder versterkt, als robuuste basis voor de uitvoering van de consulaire processen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamde Key Performance Indicators en klanttevredenheidsonderzoek om de dienstverlening te verbeteren en de uitvoering bij te sturen.

    Antwoord
  10. DigiD/Logius organiseert samen met Stichting GOED een online live vraag-en-antwoordsessie
    Op 2 september 2021 om 3pm (CET), iedereen die in het buitenland woont kan hieraan deelnemen.

    Nederlanders in het buitenland kunnen nog wel eens tegen vervelende DigiD obstakels aanlopen en/of vragen hebben waar men niet altijd een duidelijk antwoord op krijgt.

    Voor aanmelding lees verder op: https://www.stichtinggoed.nl/digid/digid-organiseert-samen-met-stichting-goed-een-online-live-vraag-en-antwoordsessie/

    Antwoord
  11. DigiD-activeringscode ontvangen via videobellen
    Woont u in het buitenland of bent u voor langere tijd in het buitenland? En heeft u vanuit het buitenland een DigiD aangevraagd en een baliecode ontvangen? U kunt uw activeringscode ontvangen door te videobellen met 24/7 Nederland Wereldwijd. U hoeft dan niet naar een DigiD-balie te reizen. Met de activeringscode activeert u uw DigiD.

    https://www.nederlandwereldwijd.nl/wonen-werken/digid-buitenland/digid/digid-ophalen-via-videobellen

    Antwoord

Laat een reactie achter voor Jan de Voogd Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.