Selecteer een pagina

Gastenboek

 

Dit gastenboek is bedoeld voor bijdragen en opmerkingen van bezoekers van onze site (leden en niet-leden). Vermeld altijd uw e-mail adres zodat wij eventueel contact met u kunnen opnemen. Met vermelding van uw e-mail adres kunnen anderen u óók bereiken. Mocht u een bericht achterlaten en nog geen lid van de VBNGB zijn dan nodigen wij u uit om lid te worden. Daar wordt de Vereniging sterker door.

Ons gastenboek wordt gemodereerd. Dat betekent dat uw bericht niet meteen verschijnt; het moet eerst worden vrijgegeven. Het gebruik van aliassen wordt niet toegestaan. Bedenk bij het schrijven dat iedere bezoeker van de site uw stuk kan lezen!

Schrijf een nieuw bericht voor het Gastenboek

 
 
 
 
 
 
Velden gemarkeerd met * zijn verplicht.
Uw E-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Het kan zijn dat uw bericht pas zichtbaar wordt nadat we het beoordeeld hebben.
195 berichten.
Henk Komdeur uit Ponthoile, Frankrijk schreef op 1 december 2018 om 16:08
Aan Jan de Voogd

Beste, Jan,
Dank voor je antwoord van 23 november waaruit blijkt dat we blijvend van mening verschillen, hoewel we beide wel de mening zijn toegedaan dat de niet ingezeten gepensi- oneerden slecht zijn behandeld. Dit althans maak ik op uit je antwoord.

Helaas, inzake de Nederlandse wetgeving - al dan niet rechtmatig - verschillen wij duidelijk van visie, waar deze wetgeving geleid heeft tot de heden bestaande situatie.

Het is goed om elkaars standpunten te kennen en deze uitwisseling van standpunten was daarom zinvol. We zullen hierna onze discussie maar moeten sluiten en elkaars standpunten respecteren.


Wellicht kunnen we afsluitend elkaar nog vinden in een uitspraak van het HvJ m.b.t. de uitgewisselde standpunten, als opgenomen in het bij de EC verkrijgbare standaard boek "Het abc van het recht van de Europese Unie", door Prof.Dr.Klaus -
Dieter Borchardt (editie december 2016, blz.
47, inzake het geschil Costa/Enel), welke luidt:

Anders dan met gewone internationale verdragen het geval is, heeft het EEG-verdrag een Eigen rechtsorde in het leven geroepen, die bij de inwerking treding van het Verdrag in de rechtsorde der lidstaten is opgenomen en waarmede de nationale rechters rekening moeten houden. De lidstaten hebben - door voor onbepaalde tijd een Gemeenschap op te rechten, voorzien van eigen organen, van rechtspersoonlijkheid en handelingsbevoegd-
heid, van vertegenwoordigingsbevoegdheid op het internationale vlak, en in het bijzonder van praktische bevoegdheden (dit laatste ten gevolge van het feit dat de staten hun bevoegdheden hebben ingeperkt of aan de Gemeenschap hebben overgedragen) - hun
souvereiniteit […] begrensd en derhalve een rechtsstelsel in het leven geroepen, dat bindend is zowel voor hun onderdanen als voor henzelf

Het Hof vat zijn conclusies op grond van dit uitvoerige betoog als volgt samen:

"[...] uit het bovenstaande volgt dat het verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, op grond van zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet, zonder zijn gemeenschappelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de gemeenschap zelf daardoor wordt aange-
tast; […] waar de lidstaten de rechten en pichten die uit de Verdragsbepalingen voort-
vloeien aan de rechtsorde van de Gemeen-
schap hebben overgedragen […] impliceert
[dit] dat hun souvereine rechten definitief zijn beperkt, zodat latere eenzijdig afgekondigde wettelijke voorschriften, die tegen het stelsel van de Gemeenschap ingaan, iedere werking ontberen".

Dit onwrikbare uitgangspunt voor de begrenzing van onze visies brengt ons wel-
licht ooit uiteindelijk tot eenzelfde conclusie.


Henk Komdeur
Jan de Voogd schreef op 23 november 2018 om 08:22
@Beste Henk, ter aanvulling.
Ik ben het geheel oneens met je analyses. Ik ben het wel eens met je opvatting dat bij de invoering ZVW de voorheen part. verzekerden in het buitenland groot onrecht is aangedaan, namelijk dat er niet in voorzien is hun tegen vergelijkbare premievoorwaarden als hun evenknieën in Nederland te garanderen dat ze het voorheen bestaande dekkingspakket konden behouden. Reeds de befaamde brief van Wiegel (ZN) van december 2015, waarin hij waarschuwde dat de verzekeraars dat niet konden doen, maar die hij (bewust? ) heel laat verstuurde, had de politiek aanleiding moeten geven art. 2.5.2.2. IZVW niet te laten voortbestaan. Dat hield in dat de part. polissen voor buiten Nederland wonenden van rechtswege ontbonden konden worden voor het deel dat ze een wettelijke verzekering (verdragsrecht met name) kregen - en zoals de CRvB terecht vaststelde: vrijwel identiek aan wat voor ingezetenen ook was bepaald. De formulering die toen had moeten worden gekozen had kunnen luiden: de polissen mogen slechts op verzoek van de verzekerde geheel of gedeeltelijk worden ontbonden. En voorts een garantie dat de premie-ontwikkeling ervoor ongeveer gelijk zou zijn met die van vergelijkbare ingezetenen (basis- en aanvullende verzekering tezamen).

Of het bovenstaande ook in een bestuursrechtelijke zaak had kunnen zijn omgezet door de betrokken pensioenemigranten, in die zin dat men op Europeesrechtelijke gronden had kunnen eisen dat vanwege de verschillen in resulterende verzekeringspositie tussen niet-ingezetenen en ingezetenen art. 2.5.2.2. IZVW niet zo geformuleerd had mogen worden? Ik betwijfel het. Het EHvJ heeft in C-345/09 immers als uitgangspunt genomen dat in de overgangsregeling van IZVW gepersisteerd moest worden op gelijke behandeling van part. verzekerde ingezetenen met niet-ingezetenen, en wel vanwege de gelijke uitgangssituatie qua verzekering. Mijn gezichtspunt is dat juist ingezet had moeten worden op ongelijke behandeling vanwege uit een gelijke behandeling voortvloeiende zeer ongunstige eindsituatie: zijnde dat men slechts tegen zeer hoge premies de bestaande polissen als niet-ingezetenen kon behouden. Maar of mijn tegengestelde gezichtspunt vertaald had kunnen worden in achterwege laten of anders formuleren van art. 2.5.2.2. IZVW op Europeesrechtelijke gronden (non-discriminatie of tegengaan van belemmering van vrij verkeer van personen) betwijfel ik.
Ik hoor het de persrechter na de einduitspraak van de CRvB nog zeggen: klagers moeten bij de verzekeraars zijn waar ze een particuliere polis hebben of hadden. De CRvB kon niet meer dan bestuurlijke naïviteit, zijnde niet in strijd met EU recht, vaststellen.
Dit heb ik voor mezelf vertaald in: klagers hadden de bodemprocedure die de kortgedingrechter begin 2006 als mogelijkheid ingesteld had, moeten benutten. Met andere woorden: ze hadden moeten eisen dat ze part. polissen konden behouden voor het deel van het pakket dat nog resteerde na het verkrijgen van het recht op het woonlandpakket (e.d.) tegen dusdanige premievoorwaarden dat ze ongeveer gelijk af waren met de ingezetenen die onder de basisverzekering ZVW kwamen te vallen (met evt. een - in termen van dekkingspakket en aanvullende premie- in vergelijking met ingezetenen in de meeste woonlanden veel grotere aanvullende verzekering). Zo'n bodemprocedure had dan voor de civiele rechter in Nederland een principiële discussie opgeleverd over de betekenis van het behoud van de impliciet ingebouwde generatiesolidariteit die in de part. verzekeringen voor 2016 bestond (en in de SPP polissen zelfs wettelijk was geregeld). Indicatief voor mij was dat er één verzekeraar (CZ) was die de gehele polis (zij het slechts als overgangsregeling voor de bestaande gevallen; wat mij betreft fair enough hoewel je gerekend naar de verdragsrechtsystematiek een lagere premie zou mogen verwachten onder toepassing van regresrecht op het wettelijke verdragspakket dat vanaf 2016 ging gelden) in stand hield voor de niet-ingezetenen tegen weinig verhoogde premies. Was dat nu goedgunstigheid van deze verzekeraar of voelde deze een juridische verplichting voor dit beleid? De uitslag van het kort geding dat de SBNGB voerde tegen 3 verzekeraars (CZ was er niet bij) wees niet direct op een juridische verplichting (premieverhogingen van meer dan 100% werden goedgekeurd door de kortgedingrechter).

Zoals je weet is die mogelijkheid van een bodemprocedure niet benut en zijn eisers in plaats daarvan de weg van een bestuursrechtelijke eis tot keuze voor verdragsrecht opgegaan. Dat niet beide wegen tegelijkertijd zijn gevolgd, betreur ik achteraf ten zeerste (het had natuurlijk nog meer juridische kosten met zich gebracht, dat wel). Inmiddels is zo'n bodemprocedure wegens verjaring m.i. niet meer te voeren.

Ik ben het dus niet eens met je opvattingen van "slecht voorgelicht zijn van het EHvJ" (in de zogeheten precontentieuze procedure), en evenmin dat het primaire EU recht in de zaak niet is toegepast. Het is namelijk zonneklaar dat het EHvJ dat juist wel heeft gedaan, en wel op meerdere punten in C-345/09. Zowel art. 21 VWEU (vrij verkeer van personen) als het non-discriminatiebeginsel zijn uitgebreid aan de orde geweest. Het feit dat de Nederlandse regering en CvZ op een aantal vragen niet konden antwoorden ter zitting in Luxemburg (ik was er niet bij en ken de details dus niet) illustreert m.i. slechts dat mogelijk het Hof ter zitting al de "bestuurlijke naiviteit" waartoe de CRvB later concludeerde, heeft vermoed of vastgesteld.

Als je op basis van het bovenstaande van mening zou zijn dat een andere bestuursrechtelijke rechtsgang (en trouwens ook een civiele tegen de verzekeraars) mogelijk was geweest, wil ik daarover graag met jou en anderen verder discussiëren.
Jan de Voogd schreef op 18 november 2018 om 14:04
Beste Henk
Als je jezelf niet in staat acht nieuwe prejudiciële vragen te formuleren, die indertijd wel gesteld hadden moeten worden, terwijl je wel pretendeert juridische, althans juridisch klinkende, argumentaties op te voeren heeft wat mij betreft verdere discussie over dit belangrijke onderwerp geen zin meer.
Joan Busch schreef op 15 november 2018 om 10:21
Op verzoek van de heer Henk Komdeur (14.11.2018) plaats ik onderstaand bericht.

In antwoord op Jan de Voogd van begin november wil ik nogmaals uiteen zetten en wel zo kort mogelijk, voor wat betreft het meest belangrijke onderdeel van mijn bezwaren. Ik wil je op voorhand dank zeggen voor je uitspraak dat het je "veel waard zou zijn dit gehele probleem opgelost te zien". Hieruit hoop ik te mogen vaststellen dat, indien de mogelijkheid daar is, ik op je steun kan rekenen. Het is mijn inziens duidelijk dat artikel 21 van VWEU als primair gemeenschapsrecht (unie recht) voor het overgrote deel van de pensionado’s geldt en toepasbaar is, boven elk ander recht als secundair gemeenschapsrecht en Nederlands recht> Dit laatste is zelfs vastgelegd in art. 94 grondwet van Nederland en eerder in de artikelen 65, 66 en 67.
Ook is een uiteenzetting hiervan te vinden in " Het abc van het recht van de Europese Unie". door Prof. Dr. Klaus Dieter Borchardt. (De auteur is directeur bij de Europese Commissie, eredoctor aan de universiteit van Wurzberg, en heeft vele publicaties over het Europese recht op zijn naam staan). Dit standaard werk is vermeld op mijn website rgnb.info in de page 'Documenten'. In het hoofdstuk "De plaats van het recht van de unie in het totale rechtssysteem", is volledige steun voor mijn stelling te vinden.
Jan, ik zal niet ingaan op je suggestie dat ik de prejudiciële vraag of vragen maar eens moest proberen op te stellen. De reden daarvoor is dat ik geen jurist ben en mijn bewoording zou dan aanleiding kunnen geven om hernieuwde opmerkingen op te roepen, nu of in de toekomst.
Als eerder gesteld, heeft de CRvB zich niets aangetrokken van de richting gevende aanwijzing uit punt 66 dat elke unieburger, voor zover hij de daartoe vereiste rechten bezit, op elk moment die hoogwaardiger rechten kan uitoefenen en doen toepassen.
Ook wil ik nog wijzen op punt 116, luidend:
Zo mocht komen vast te staan dat bedoelde wetgeving maatregelen bevat die moeten waarborgen dat de globale dekking zoals die voortvloeide uit de voor de inwerkingtreding van de Zvw gesloten verzekeringsovereenkomsten behouden blijft, en dat die maatregelen enkel gelden voor door ingezetenen gesloten overeenkomsten, zou een dergelijk verschil in behandeling t.o.v. niet-ingezetenen, zoals de advocaat-generaal in punt 79 van zijn conclusie heeft opgemerkt, het vrije verkeer van burgers van de unie beperken in de zin van artikel 21, lid 1, VWEU, daar het in de zin van punt 97 van het onderhavige arrest aangehaalde rechtspraak, rechthebbenden op pensioen of rente verschuldigd krachtens de Nederlandse wetgeving, zoals verzoekers in de hoofdgedingen, zou kunnen ontmoedigen, hun woonplaats in een andere lidstaat dan Nederland aan te houden.
Noch de Nederlandse regering noch het CVZ heeft in het kader van de onderhavige judiciële verwijzing echter het minste element ter rechtvaardiging van dat verschil in behandeling aangevoerd. Het overige zou een herhaling betekenen van eerdere stellingen en voorts zie de inhoud van mijn website.
Voorlopig zullen we waarschijnlijk van mening blijven verschillen en geen
overeenstemmende visie hebben. De tijd zal ons leren, waarbij ik voorstel om de discussie te sluiten.
Henk Komdeur.
Jan de Voogd schreef op 8 november 2018 om 13:41
Beste Henk
Het zou me een lief ding zijn als, bij voorkeur langs juridische weg, het in 2006 ontstane onrecht alsnog ongedaan gemaakt kan worden. Je antwoord maakt echter niet duidelijk hoe. Je verwijt de CRvB dat niet de juiste rechtsvragen aan het EHvJ zijn voorgelegd. Maar uit je commentaar wordt mij niet duidelijk wat dan anders geformuleerd had moeten zijn. Ik nodig je dus uit (en liefst kort en krachtig) te formuleren welke prejudiciële vraag (of vragen) de CRvB aan het EHvJ had moeten voorleggen, danwel hoe de CRvB anders had moeten oordelen op punten die niet aan het EHvJ voorgelegd hadden hoeven of mogen worden. Ik stel dit omdat m.i. het EHvJ de wel voorgelegde vragen duidelijk beantwoord heeft in C-345/09 en de CRvB deze ook duidelijk gevolgd heeft. De conclusie van C-345/09 was dat betrokkenen geen recht hadden om te kiezen of ze wel of niet "verdragsrecht wilden", noch onder het primaire (art. 21 VWEU) noch onder het secundaire Vo1408/71) gemeenschapsrecht, en dat Nederland het recht had een bijdrage voor het verdragsrecht te eisen. Die conclusie is 1 op 1 overgenomen door de CRvB.

Blijft als derde nog over de veronderstelde discriminatie bij de ontbinding van de voorheen bestaande particuliere en SPP-polissen. Daar heb ik mijn ideeën over, namelijk over hoe de rechtsgang anders had moeten verlopen. Wegens verjaring zie ik ook daar echter geen rechtsmiddelen meer. Maar misschien is het goed als je ook op dit punt een prejudiciële vraag formuleert (en mogelijk daarna je eigen antwoord daarop)
Joan Busch schreef op 8 november 2018 om 12:37
Op verzoek van de heer Henk Komdeur plaats ik onderstaand bericht.

In antwoord op Jan de Voogd.

Jan, dank voor je reactie van 25 oktober j.l. Ik stel het op prijs dat we contact hebben over het ons destijds, begin januari 2006, aangedane groot onrecht. Hopelijk zijn we het eens dat dit eens hersteld zal moeten worden.

Ik kan me in jouw antwoord vinden met betrekking tot het punt, waar je stelt, dat het HvJ de artikelen 21 VWEU en het daaruit voortvloeiende primaire gemeenschapsrecht in de prejudiciële vragen van C-345-09 heeft 'genoemd'. Dat is inderdaad zo vermeld in de door je aangewezen rechtsoverwegingen 86 en 103.

De rest van het bericht is vanwege de lengte in een aparte pagina/PDF te lezen.
Schouten uit Kleve Duitsland schreef op 7 november 2018 om 16:21
Heb vandaag weer eens gebeld Met Belastingdienst Buitenland wanneer onze aangifte IB over 2016 wordt behandeld. Antwoord : Kan duren tot 3 jaar na einde aangiftejaar.
Heeft blijkbaar te maken met de inkomensverklaringen en het feit dat de belastingdienst heeft bedacht om over 2016 geen voorlopige aanslag op te leggen. Zijn er meer lotgenoten woonachtig in Duitsland die wachten op hun teruggaaf over 2016 ?
Theodora Besse uit 30530 Portes, Frankrijk schreef op 3 november 2018 om 14:30
Zoals bekend heeft de franse regering onder het presidentschap van François Hollande na het arrest De Ruyter een reparatiewet door het parlement gejaagd die in feite het arrest De Ruyter in Frankrijk tot dode letter maakte. Terwijl er diverse procedures lopen tegen aanslagen op kapitaalsinkomsten op grond van deze wet, met tot nu toe gunstige gerechtelijke uitspraken voor de appellanten, heeft de franse minister van Financiën Gérald Darmanin half october kenbaar gemaakt dat hij open staat voor de afschaffing van de CSG/CRDS op kapitaalsinkomsten van mensen die niet onder het franse sociale stelsel vallen. Zie het bericht van belastingdeskundige Lucas Roos van 23 october op Nederlanders.fr.

Lucas Roos meldde op 1 november jl. op Nederlanders.fr, dat nu ook de Assemblée via een amendement op de begroting voor 2019 heeft ingestemd met de afschaffing van sociale lasten op kapitaalsinkomsten van degenen die onderworpen zijn aan het sociale stelsel van een andere lidstaat van de EU, EER en van Zwitserland. Een amendement om dit ook te laten gelden voor mensen buiten de EU, EER en CH haalde het niet.

Een en ander moet nog worden goedgekeurd door de Senaat. Maar de eerste stap is gezet. Goed nieuws dus voor in Nederland wonende Nederlanders met een tweede huis in Frankrijk en voor NL verdragsgerechtigden in Frankrijk met inkomsten uit kapitaal, zoals rente, lijfrente, verhuurinkomsten van in Frankrijk gelegen onroerend goed, verkoopwinst bij verkoop van een tweede huis in Frankrijk (de beruchte zogenaamde plus-value).

Zie ook de links van Lucas Roos naar Fiscalonline.com (franstalig).
Jan de Voogd uit Haastrecht schreef op 25 oktober 2018 om 13:54
In antwoord op Henk Komdeur:

Anders dan gesteld heeft het EHvJ in het cruciale arrest Van Delft (C-345/09) wel degelijk het primaire EU recht betrokken in zijn overwegingen, en geconcludeerd dat het opleggen van de zorgbijdrage door Nederland niet in strijd was met dat primaire EU-recht (evenmin als met Vo1408/71 wat secundair EU recht is). In casu gaat het om de beoordeling van de strijdigheid met art. 21 VWEU (het EU-Verdrag). Citerend uit het arrest waar dit blijkt:

"86 Daaruit volgt dat het feit dat de artikelen 28, 28 bis en 33 van verordening nr. 1408/71 van toepassing zijn op een situatie als die aan de orde in de hoofdgedingen, op zich niet uitsluit dat verzoekers in de hoofdgedingen er zich op grond van het primaire recht tegen kunnen verzetten dat het bevoegde orgaan van de lidstaat die hun pensioen of rente verschuldigd is bijdragen inhoudt voor de verlening van verstrekkingen bij ziekte door het bevoegde orgaan van hun woonstaat (zie naar analogie arrest von Chamier-Glisczinski, reeds aangehaald, punt 66).
87 In casu moet vooraf worden onderzocht of een situatie als de onderhavige valt onder de werkingssfeer van de in de tweede vraag aangehaalde bepalingen, te weten de artikelen 21 VWEU en 45 VWEU.
(..)
103 Vastgesteld moet worden dat, zoals de Nederlandse regering te kennen heeft gegeven, de in de hoofdgedingen aan de orde zijnde nationale wetgeving overeenkomstig de regels van verordening nr. 1408/71 bepaalt dat rechthebbenden op pensioen of rente die geen ingezetenen zijn, recht hebben op verstrekkingen bij ziekte in het kader van de wetgeving van hun woonstaat, en dus het vrije verkeer van burgers van de Unie veeleer vergemakkelijkt dan beperkt. Door die wetgeving hebben die burgers immers in hun woonstaat toegang tot zorg waaraan zij gezien hun gezondheidstoestand behoefte hebben, op gelijke voet als personen die bij het socialezekerheidsstelsel van die lidstaat zijn aangesloten.
104 Dit geldt temeer in de hoofdgedingen, nu vaststaat dat ten vervolge op de kortgedingprocedures die verzoekers in de hoofdgedingen voor de nationale rechter hadden ingeleid, het bedrag van de bijdragen die verschuldigd zijn door in een andere lidstaat dan Nederland wonende rechthebbenden op pensioen of rente verschuldigd krachtens de Nederlandse wetgeving, door de toepassing van een coëfficiënt die de kosten van levensonderhoud in de woonstaat weergeeft thans lager is dan het bedrag dat wordt betaald door in Nederland wonende personen die recht hebben op hetzelfde pensioen of dezelfde rente.
105 Het kan niet worden uitgesloten dat, zoals verzoekers in de hoofdgedingen betogen, de verstrekkingen bij ziekte die overeenkomstig verordening nr. 1408/71 in de woonstaat worden verleend, gelet op de kosten en de kwaliteit ervan minder gunstig zijn dan de verstrekkingen aan ingezetenen van Nederland in het kader van de ZVW.
106 Een dergelijk verschil in niveau van bescherming tegen ziektekosten tussen de nationale socialezekerheidsstelsels van de lidstaten is echter het gevolg van het gebrek aan harmonisatie van het recht van de Unie op het betrokken gebied en kan overeenkomstig de in de punten 99 en 100 van het onderhavige arrest aangehaalde rechtspraak niet worden beschouwd als een onder artikel 21, lid 1, VWEU vallende beperking. Dienaangaande is, anders dan Van Delft en Van Willigen hebben betoogd, irrelevant dat deze hun woonplaats vóór en niet na de inwerkingtreding van de ZVW naar een andere lidstaat hebben verlegd.
107 Voorts is het niet zo dat de in de hoofdgedingen aan de orde zijnde nationale wetgeving in een andere lidstaat dan Nederland wonende rechthebbenden op een pensioen of rente verplicht aan een stelsel van sociale zekerheid bij te dragen zonder dat daar sociale bescherming tegenover staat.
108 Ook al kunnen immers aan rechthebbenden op een pensioen of rente verschuldigd krachtens de Nederlandse wetgeving in hun woonstaat geen verstrekkingen bij ziekte worden verleend indien zij niet in die staat zijn ingeschreven, dit neemt niet weg dat bijdragebetaling in Nederland die sociaal verzekerden recht geeft op de verlening van prestaties in hun woonstaat ten laste van Nederland."

De uitspraken van de CRvB daarna bouwen op dit oordeel van het EHvJ voort. Daarna heeft de SBNGB nog getracht verhaal te halen bij het EHRM, echter vooral op het aspect van veronderstelde discriminatie van de pensioenemigranten (dat ook al vragenderwijs door het EHvJ in C-345/09 aan de orde was gesteld). Het ERHM oordeelde echter grotendeels tot niet-ontvankelijkheid, danwel geen strijdigheid met het EVRM.

De conclusie van de SBNGB, en nu de opvolger VBNGB, dat alle rechtsmiddelen tegen de heffing van de zorgbijdrage aan Nederland uitgeput zijn, lijkt me in het licht van het bovenstaande dan ook terecht. Ik ben benieuwd welke argumenten uit het primaire EU-recht (dus te relateren aan het EU-Verdrag) dan nog wel door u te vinden zouden zijn die tot heropening zouden kunnen leiden. Op de website waar u naar verwijst zijn ze echter niet te vinden.
Henk A. Komdeur uit 80860 Ponthoile, Frankrijk schreef op 24 oktober 2018 om 13:58
Introductie website:
Rechtsherstel voor gepensioneerde Nederlaners in het buitenland (ook op te roepen via 'rechtsherstel rgnb.info)

Ondergetekende is een gepensioneerde Nederlander die reeds 28 jaar in Frankrijk woont.Hij is één van de duizenden expats die ernstig zijn benadeeld door de discrimi- nerende maatregelen die de Nederlandse staat (en haar organen) heeft toegepast bij de invoering van de Zvw, de ziektekostenverzekeringswet, met ingang van 1-01-2006.
Deze maatregelen volgend uit de Zvw, hebben geleid tot vele akties,waaronder rechtzaken, individueel als wel gezamenlijk, die allen hebben geleid tot een niet-erkenning door de Nederlandse staat van onze onaantastbare bestaande rechten wegens een onrechtmatige discriminatie op grond van onderscheid naar woonplaats, uitgesproken door het hoogst bevoegde rechtsorgaan in Nederland, de Centrale Raad van Beroep. Dit alles echter met voor- bij gaan aan het primaire communautaire gemeenschapsrecht.
Hoewel in het algemeen een uitspraak van een hoogst bevoegde rechter niet meer kan
worden aangevochten, wordt in deze website aangetoond en juridisch onderbouwd, waar- om in ons geval dit principe niet mag en kan worden toegepast.
De intentie en doel van de initiatiefnemers is de bestrijding van deze uitspraak en verkrijging van schadevergoeding van de Nederlandse staat voor het aangedane onrecht en leed.
De notities in deze site, beogen om u inzicht te verschaffen in de door het prioritaire gemeenschapsrecht aan u, vanuit uw rechten als unieburger geboden mogelijkeden tot herstel van uw voorheen, vòòr 1-1-2006, bestaande en door de staat Nederland erkende rechtsbevoegdheden om dit doel te bereiken.
Eén ieder die onze aktie wil ondersteunen wordt verzocht zich te melden via het contact adres als in de bovenstaande website vermeld.
Namens de initiatiefnemers,
Henk Komdeur.

Aan de webmaster,

Gaarne verzoek ik u dit op te nemen voor info aan een ieder die dit aangaat.
Met dank,
Henk.
Willeke Farrington uit Haarlem schreef op 17 september 2018 om 07:53
https://www.lavanguardia.com/internacional/20180917/451843283691/italia-descuentos-fiscales-jubilados-sur.html

Initiatief van de Italiaanse regering om de ontvolkte gebieden in het Zuiden te bevolken. Gepensioneerden uit het Noorden van Italië én het buitenland te lokken met vestiging in die gebieden. Een permanente vestiging van 6 maanden plus 1 dag per jaar, levert een belasting voordeel op van 0 over 10 jaar, geen inkomstenbelasting dus. Het plan is om de bestaande bevolking wat opleiding te geven, taal, toeristen informatie etc.
Voor geinteresseerden, vooral ook omdat Malta zijn belastingtechnische attractie heeft verloren, zet er de Google translator op.
Willeke Farrington uit Haarlem schreef op 9 september 2018 om 12:56
https://www.lavanguardia.com/vida/20180909/451713350723/catalunya-sanidad-menos-antes-crisis-economica.html

De afgelopen jaren wordt er dus beduidend minder geld uitgegeven door de autonome regio's (behalve Baleares, Navarra, Cantabria, Asturias en Baskenland) in Spanje. Catalonië spant de kroon qua percentage.

Ik weet niet hoe e.e.a. door zou kunnen, wellicht moeten werken (of gewerkt hebben) in een woonlandfactor.
Duidelijk is in ieder geval dat er in Spanje de afgelopen jaren minder wordt uitgegeven aan gezondheidszorg per capita.
Willeke Farrington uit Haarlem schreef op 3 september 2018 om 16:16
"Uw rijbewijs vernieuwen

Als u naar een ander EU-land verhuist en uw EU-rijbewijs verloopt, dan moet u uw rijbewijs vernieuwen in het land waar uw normale verblijfsplaats is.
Als uw rijbewijs is geschorst, beperkt, ingetrokken of geannuleerd in het EU-land waar het is afgegeven, kunt u het niet verlengen".

Nuttige informatie waar we van op de hoogte waren. Het wordt een beetje penibel als je helemaal vergeet je (Spaanse) rijbewijs in Nederland te verlengen en om te ruilen.

In juni 2004 ruilde mijn man zijn Nederlandse rijbewijs in voor een Spaans rijbewijs. Meerdere keren verlengd in Spanje en de laatste keer geldig tot april 2018.

Begin augustus om elf uur 's-avonds begon er een lichtje te branden. Helaas, dat lichtje had ergens begin maart moeten gaan branden. De ambtenaar bij de gemeente Haarlem vertelde hem dat hij een verklaring van de Spaanse instanties moest overleggen dat zij dit (inmiddels verlopen) rijbewijs hadden uitgegeven en dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging ervan. Dat uit de analen blijkt dat zijn rijbewijs niet geschorst, beperkt, imgetrokken of geannuleerd is. Hij moest ook een keuring ondergaan (75+) en de gezondheidsverklaring van het CBR overleggen.

Gelukkig komt een goede vriend van ons in Playa uit een groot Andalusisch gezin, in de zestiger jaren geëmigreerd naar Catalonië, met altijd wel een zus of nicht die bij een Gestoría werkt. Zo kwamen we in Girona bij Marta terecht, die ons geweldig heeft geholpen. Ondanks de augustus vakantiemaand kregen we de verklaring van Tráfico vandaag toegestuurd. Na bijna 2 in Nederland lijkt dit het laatste draadje Spanje dat nog doorgeknipt moest worden.

Wat de verzekering betreft, bleek bij navraag dat die nog een jaar geldig is, ook al is je rijbewijs verlopen onder de voorwaarde dat je kunt aantonen dat je bezig bent het rijbewijs te verlengen.
Willeke Farrington uit Haarlem schreef op 1 september 2018 om 11:38
https://elpais.com/elpais/2018/08/31/inenglish/1535706663_208586.html

Wellicht voor geinteresseerden in het wel en wee van Catalonië én Spanje. De Belgische avocatuur legt het in ieder geval geen windeieren. Een civiele zaak waar een prijskaartje aan hangt van zo'n slordige miljoen euros (ook de eiser heeft tenslotte een "bufete" en zoals iedereen weet gaat de zon in de advocaten wereld niet voor niks op, zeker niet op dit niveau). Dat alles voor de eis van € 1 en uiteraard de nodige media aandacht.

Inmiddels las ik vanochtend in de Spaanse versie van El País dat er een dispuut is ontstaan over de vertaling van een bepaalde zin in de "demanda" in het Frans. Een dispuut tussen de vertaler en de eiser over wie verantwoordelijk is voor de fout.
Willeke Farrington uit Haarlem schreef op 25 augustus 2018 om 13:32
Er wordt wat af "geinterpreteerd" in het binnenlandse- en buitenlandse inkomensbelasting wereldje. Zo lees ik in de uitleg van Carlos te Malta dat de AOW "altijd in Nederland belast wordt". Ik betwijfel de "altijd" ten sterkste. Mijn Nederlandse AOW en Britse staatspensioen werden en worden resp. in Spanje en Nederland belast en over mijn Britse pensioen betaal ik ook in Nederland premies volksverzekeringen.

Bij herlezing van de nieuwe inkomens belastingmaatregel in Malta wordt tot 2 keer toe gesproken over "resident, non-domiciled". Ik heb dit begrip even gegoogled en kwam bij de volgende uitleg van 9 februari jl in The Telegraph: "British citizens with interests abroad can register for "non-domiciled" status, meaning they do NOT pay tax on earnings made outside the United Kingdom. In an effort to raise money to plug holes in public finances, the Treasury plans to make them pay up to £ 1 billion every year".

Malta gaat dus dezelfde regel toepassen voor zijn "non-domiciled" residents. Niet voor £ 1 billion, maar in ieder geval voor een minimum van € 5.000. "Count your blessings", zou ik zeggen.
Carlos Malta uit Malta schreef op 24 augustus 2018 om 17:47
Ik zie tot mijn spijt dat ik in mijn nadere analyse van de nieuwe IB bepaling in Malta ben uitgegaan van € 30.000. Het drempelbedrag is € 35.000 zoals in het oorspronkelijke bericht staat vermeld.
Willeke Farrington uit Haarlem schreef op 21 augustus 2018 om 10:24
In Malta zijn ze dus ook wakker geworden. 40 jaar geleden spendeerde ik 3 weken vakantie daar en 20 jaar later vroeg ik me af wat de attractie was om je daar als gepensioneerde te vestigen. Naast het prettige klimaat dus ook het gunstige belastingklimaat, lees ik. Niks mis mee natuurlijk. Bedrijven doen het, sporters, sporters, filmsterren etc. doen het. Je zou er een liedje van kunnen maken.

Op 3 augustus jl. plaatste Jan de Voogd een bericht getiteld "Internationale gegevensuitwisseling met Nederlandse Belastingdienst". Het loont de moeite voor geïnteresseerden om daar nog eens op te klikken en ook op de links die daar vermeld worden (ga naar nieuwsberichten archief).

Verleden jaar is hier ook al uitgebreid over bericht, omdat de Common Reporting Standard (CRS) sinds 1 januari 2017 van kracht is (automatische uitwisseling gegevens over 2016). Ik neem aan dat die onder de factsheets te vinden zijn, of ook in het archief nieuwsberichten.

Belastingdienst Buitenland in Heerlen is dé plek om de vrijstelling loonheffing en volksverzekeringspremie heffing aan te vragen, zoals iedere gepensioneerde die in het buitenland permanent verblijft weet (ik heb het hier niet over gepensioneerde ambtenaren). Voor de AOW hoef je hem ook niet aan te vragen is mijn ervaring.

De vrijstelling is voor 5 jaar geldig en een kopie gaat naar de inhoudingsplichtige (de bedrijfspensioenfondsen, de verzekeringsmaatschappijen in geval van lijfrente of bedrijfspensioen dat door hen wordt uitgekeerd). Alle gegevens zijn dus bekend en sinds het van kracht worden van de CRS is het een kwestie van automatisch "druk op de knop". Nederland is efficient, dus in het buitenland zullen ze nog moeten wennen aan de hoeveelheid informatie die zomaar binnen kan stromen.

November a.s. wonen wij al weer 2 jaar permanent in Nederland. In Spanje hadden wij geen pied-à-terre in Nederland en in Nederland hebben wij niks in Spanje of waar dan ook.

Na het doorgeven van het verhuisbericht (en voor veel instanties is het inschrijven bij de gemeente voldoende) kregen wij brieven van o.a. de bank om te bevestigen dat wij in Nederland gevestigd waren en dat het adres in Sant Feliu dat nog in hun bestand stond niet meer van toepassing was. Zij stelden dat zij dan geen informatie meer aan de belastingdienst hoefden te melden.

Met dit alles wil ik niet zeggen dat ze in het buitenland klaar zijn voor deze efficiënte uitwisseling van gegevens. Taal barrières bij de belasting medewerkers in het woonland, mensen van wie gegevens binnenkomen die nog nooit hun inkomstenbelasting hebben opgegeven om wat voor reden dan ook.

Ik weet niet hoeveel Nederlandse gepensioneerden resideren in Malta, maar het zullen er een stuk minder zijn dan b.v. Spanje, Portugal of Frankrijk. Het betreft tenslotte een eiland, waar je als een beetje fietser een dagelijks rondje kunt draaien. Het lijkt erop dat de belastingdienst aldaar een praktische begin aanpak heeft gekozen. Er kwam dus duidelijk minder binnen in de belastingkoffers dan die euro 5.000.
carlos malta uit malta schreef op 17 augustus 2018 om 16:14
JdV stelt vraag is niet te beantwoorden zonder de details van dat stelsel eerst goed te kennen en weer te geven. Ik ken dat stelsel redelijk en waag een poging tot commentaar. Er zijn diverse arrangementen mogelijk, maar ook in Malta gaat alleen de zon voor niks op. Raad geinteresseerden en belanghebbenden aan een goed ingevoerde lokale expert b.v. KPMG te raadplegen. Wat de laatste wetswijziging betreft, voor het eerst legt Malta een claim op niet ingevoerd inkomen van buitenlanders die daar wonen, en wel voor 5.000 over 30.000 of meer.Wat precies de konsekwenties zijn voor NLers is niet aanstonds duidelijk. Er is geen overgangsregeling. Er kan in deze gevallen sprake zijn van dubbele heffing. De NL belasting moet dan in Malta teruggevraagd worden, want het belastingvedrag voorziet niet in het effect van deze eenzijdige maatregel. Dat wordt een heel gedoe. Raad betrokkenen dan ook aan tenminste 30.000 naar Malta over te maken, als ze niet onder een speciale regeling vallen. Zodoende worden ze gewoon in Malta over dat bedrag aangeslagen en niet in NL. Zonder deze complicatie. Lagere inkomens, b.v. met alleen AOW [altijd in NL belast] ontsnappen vermoedelijk ook aan deze buitenlandse heffing. Natrekken! Het blijft overigens een raadsel hoe de Maltezers denken inkomen elders op te sporen. Tenzij via rapportering van financiele instellingen daar. Dat infosysteem is nog allesbehalve perfect. En het is moeilijk te bewijzen dat je iets niet hebt. Kortom, alles naar Malta behalve AOW lijkt de aangewezen oplossing.
Beheerdersantwoord van: Jan de Voogd
@Carlos Malta

Het belastingverdrag Malta-Nederland bevat bepalingen die de mogelijkheid bieden inlichtingen uit te wisselen. Ook dat kan een kanaal zijn om na te gaan hoeveel inkomen men buiten Nederland geniet.
Theodora Besse uit Portes, Frankrijk schreef op 14 augustus 2018 om 10:11
In vervolg op de succesvolle proef in maart jongstleden, zal de Nederlandse ambassade in Parijs weer een consulair team afvaardigen met het Mobiele Aanvraagstation (MVA) bestemd voor de aanvraag van reisdocumenten (paspoort en/of identiteitskaart). Deze bijzondere opzet wordt ditmaal georganiseerd in Lyon, en wel op 10 en 11 oktober 2018.

Zelf hebben mijn kinderen en ik in maart jl. onze paspoorten vernieuwd bij het mobiele aanvraagstation in Montpellier. Zeer vriendelijke en efficiënte dames ontvingen ons in een kamer van het consulaat in Montpellier. Hoewel de mobiele post in de eerste plaats is bedoeld voor mensen met een medische beperking, kunnen ook anderen zich inschrijven. Wel tijdig aanmelden! Zie:

https://www.nederlandwereldwijd.nl/landen/frankrijk/actueel/nieuws/2018/08/07/nederlands-paspoort-aanvragen-in-lyon

Voor een verslag van onze belevenissen in Montpellier zie Nederlanders.fr, Paspoort halen in Montpellier. Overigens hadden we de paspoorten binnen twee weken in huis.
Jan de Voogd schreef op 12 augustus 2018 om 10:29
@Carlos Malta

Het gaat hier om een wetswijziging betreffende het ingewikkelde stelsel van heffing inkomstenbelasting van Malta voor "buitenlanders", dat gekenmerkt wordt door nogal wat gunstige faciliteiten. Uw vraag is niet te beantwoorden zonder de details van dat stelsel eerst goed te kennen en weer te geven.