Deel II – Verschillen tussen de VO en de PR terzake van grensoverschrijdende ziekterechten Achtereenvolgens behandel ik voor verdrags-gerechtigde gepensioneerden en hun gezinsle-den verschillen in dekkingspakket, (toestem-mings)voorwaarden en vergoedingsregelingen. Dekkingspakket Hoofdstuk 1 titel III van de Vo behandelt de ziekterechten, en art. 27 in het bijzonder in geval van zorg in derde EU-staten en in […]
Deze pagina is afgesloten en alleen toegankelijk voor leden van de VBNGB
Een deel van deze website is afgesloten en alleen toegankelijk voor leden. Het bij elkaar brengen van relevante informatie kost inspanningen en geld. Zo ook deze website en het onderhouden er van. Een deel van de website houden wij vrij toegankelijk. Hier leest u wat vrij is en wat niet, en waarom.
Als u al lid bent kunt u hieronder inloggen. Bent u nog geen lid? Dan nodigen wij u uit om lid te worden, door het aanmeldformulier in te vullen.
Jan de Voogd zegt
ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer)
23 september 2020 (*)
In zaak C 777/18,
WO tegen Vas Megyei Kormányhivatal,
Dictum:
Het Hof (Vierde kamer) verklaart voor recht:
1) Artikel 20 van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels juncto artikel 26 van verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening nr. 883/2004, die betrekking hebben op geplande geneeskundige verzorging, gelezen in het licht van artikel 56 VWEU, moeten aldus worden uitgelegd dat:
– medische zorg die de verzekerde louter uit eigen wil heeft ontvangen in een andere lidstaat dan die waar hij woont, op grond dat deze zorg – of even effectieve zorg – volgens hem niet binnen een medisch verantwoorde termijn beschikbaar was in de lidstaat waar hij woont, valt onder het begrip „geplande geneeskundige verzorging” in de zin van die bepalingen, zodat voor dergelijke zorg onder de voorwaarden van verordening nr. 883/2004 in beginsel vereist is dat toestemming is verleend door het bevoegde orgaan van de lidstaat van de woonplaats van de verzekerde;
– de verzekerde die geplande geneeskundige verzorging heeft ontvangen in een andere lidstaat dan die waar hij woont, zonder evenwel om toestemming van het bevoegde orgaan te hebben verzocht overeenkomstig artikel 20, lid 1, van die verordening, heeft onder de voorwaarden van deze verordening recht op vergoeding van de kosten van die zorg, indien
– tussen de datum van het maken van de afspraak voor een medisch onderzoek en een eventuele behandeling in een andere lidstaat en de datum waarop hij de betrokken zorg heeft ontvangen in die lidstaat, waarnaar hij diende af te reizen, hij zich om redenen die met name verband houden met zijn gezondheidstoestand of de noodzaak om deze zorg met spoed te ontvangen, in een situatie bevond die hem belette om een dergelijk verzoek om toestemming in te dienen bij het bevoegde orgaan of om het besluit van dat orgaan op een dergelijk verzoek af te wachten, en
– voor het overige is voldaan aan de andere voorwaarden voor de vergoeding van verstrekkingen uit hoofde van artikel 20, lid 2, tweede volzin, van voornoemde verordening.
Het staat aan de verwijzende rechter om de daartoe vereiste verificaties te verrichten.
2) Artikel 56 VWEU en artikel 8, lid 2, eerste alinea, onder a), van richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling die, bij ontbreken van voorafgaande toestemming, de vergoeding uitsluit van de in een andere lidstaat gemaakte kosten van een medisch consult binnen de grenzen van de dekking die in de lidstaat van aansluiting door het stelsel van ziektekostenverzekering is gegarandeerd.
Artikel 56 VWEU en artikel 8, lid 1, van richtlijn 2011/24 moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling die, bij ontbreken van voorafgaande toestemming, wanneer de verzekerde wegens zijn gezondheidstoestand of omdat hij dringend ziekenhuiszorg of medische zorg moest ontvangen waarvoor zeer gespecialiseerde en kostenintensieve medische apparatuur vereist is, niet om toestemming heeft kunnen vragen of het besluit van het bevoegde orgaan op het ingediende verzoek niet heeft kunnen afwachten, terwijl aan de voorwaarden voor een dergelijke vergoeding voor het overige is voldaan, de vergoeding uitsluit van dergelijke in een andere lidstaat verstrekte zorg binnen de grenzen van de dekking die in de lidstaat van aansluiting door het stelsel van ziektekostenverzekering is gegarandeerd.
3) Artikel 9, lid 3, van richtlijn 2011/24 moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die voorziet in een termijn van 31 dagen voor het verlenen van voorafgaande toestemming voor de vergoeding van grensoverschrijdende gezondheidszorg en een termijn van 23 dagen voor het weigeren ervan, maar het bevoegde orgaan daarbij de mogelijkheid biedt om rekening te houden met de individuele omstandigheden en de urgentie van het betrokken geval.
Jan de Voogd zegt
De EC heeft in de jaren tot 2019 een ingebrekestellingsprocedure ingesteld tegen Nederland, onder meer i.v.m. een mogelijk te lage vergoeding van ZVW-verzekerden in Nederland die een naturapolis hebben. Na informatieuitwisseling met Nederland is de procedure echter ingetrokken. Achtergrondmateriaal is op basis van een WOB verzoek te vinden alhier. Overigens is totdat de EHvJ uitspraak gedaan heeft in een zaak (in 2021 te verwachten) onduidelijk wat de rechten van verdragsgerechtigden zijn bij behandeling in een derde EU staat op basis van de Patientenrichtlijn (of vrij verkeer van diensten of personen beginselen).
Zie alhier: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2019/07/03/besluit-wob-verzoek-over-informatie-inzake-ingebrekestelling-europese-commissie