Eerste balans door Eelco Keij: het nieuwe regeerakkoord en de gevolgen voor Nederlanders in het buitenland

nov 5, 2017

Dit bericht is geschreven door Eelco Keij, D66-beijveraar voor meer overheids- en regeringsaandacht voor de brede waaier van problemen en belangen van Nederlanders in het buitenland.

Jan de Voogd zal in twee columns (november en december 2017) het regeerakkoord becommentariëren specifiek vanuit het perspectief van onze leden: Nederlands gepensioneerden in het buitenland.

Het nieuwe kabinet staat. Mét bovendien 2 bewindsvoerders met dubbele nationaliteit: Kajsa Ollengren (D66, Nederlands/Zweeds) en Barbara Visser (VVD, Nederlands/Kroatisch). Waar het vorige kabinet-Rutte het tegengaan van dubbele nationaliteit nog als “uitgangspunt” zag, zagen we afgelopen week de Minister-President de dubbele nationaliteit plotsklaps verdedigen met eenzelfde overtuiging als het tegenovergestelde in het vorige kabinet.

Het regeerakkoord: de balans tot nu toe

Het nieuwe regeerakkoord getiteld “Vertrouwen in de Toekomst” kunt u hier downloaden. De passages en punten die voor Nederlanders in het buitenland relevant zijn, zijn de volgende:

  • Veel van onze waarden delen we met internationale partners. Ook internationale oriëntatie hoort bij Nederland. We weten van oudsher dat welvaart, welzijn en veiligheid voor iedereen in ons land sterk samenhangen met wat er om ons heen gebeurt in de wereld. We verdienen een groot deel van ons inkomen in het buitenland. Internationale handel levert veel banen op in Nederland.
  • Het kabinet bereidt in samenhang voorstellen voor ter modernisering van het nationaliteitsrecht. Het betreft een verruiming van de mogelijkheid van het bezit van meerdere nationaliteiten voor aankomende eerste generatie emigranten en immigranten. Gelijktijdig komt er voor volgende generaties een verplicht keuzemoment dat daadwerkelijk leidt tot het behoud van niet meer dan één nationaliteit.
  • Het stemproces wordt aangepast zodat Nederlanders op Bonaire, St. Eustatius, Saba en in het buitenland eenvoudiger hun kiesrecht, ook in relatie tot de verkiezing van de Eerste Kamer, kunnen uitoefenen.
  • Er komt een internationaliseringsaanpak die het voor zoveel mogelijk studenten mogelijk maakt een studie te volgen in het buitenland. We versterken de aantrekkelijkheid van het Nederlands onderwijs voor buitenlandse studenten, met behoud van de toegankelijkheid. (NB: middelen in begroting aangegeven voor Nederlandse scholen in het buitenland, pagina 58 – EK)
  • Het postennetwerk wordt naar aanleiding van het AIV-advies “De vertegenwoordiging van Nederland in de wereld” uitgebreid en versterkt. Nederland streeft ernaar koploper te worden in consulaire dienstverlening. Er komt een 24/7 Loket Buitenland waar Nederlanders in het buitenland “one stop shop” terecht kunnen voor alle dienstverlening en producten van de rijksoverheid waarmee de binding met Nederland verstevigd wordt. Voor het diplomatieke netwerk is extra geld beschikbaar, oplopend tot 40 miljoen euro structureel. (NB: laten we hopen dat uitbreiding van de mogelijkheid tot DigiD-aanvraag vanuit het buitenland hier onder valt! – EK)

In alle eerlijkheid: wát een positief verschil met voorgaande kabinetten, qua toon, qua mentaliteit. Op meerdere punten wordt tegemoet gekomen aan voortdurende klachten van Nederlanders uit het buitenland, die ik tijdens de campagne eerder dit jaar in een top 10 had gezet. Wanneer deze maatregelen worden ingevoerd? Dat is niet echt duidelijk, al heeft dit kabinet niet al te lang de tijd om tot implementatie over te gaan: de volgende Tweede Kamerverkiezingen zijn gepland voor 17 maart 2021.

Om met het belangrijkste punt te beginnen: dubbele nationaliteit. Onder dit kabinet zal er een verruiming van het gaande beleid plaatsvinden, oftewel een aanpassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Maar: de dubbele nationaliteit zal – althans voor wat betreft de Nederlandse nationaliteit – niet eindeloos van generatie op generatie kunnen worden doorgegeven. En dat begrijp ik ook wel: je kunt niet eindeloos paspoorten blijven uitdelen, zeker niet als je al generaties buiten Nederland woont en er geen sprake meer is van ‘binding’. Het beleid van Ierland lijkt me dan ook op enkele punten te ver gaan en een ‘over-verruiming’ van nationaliteitswetgeving:

  • If one of your grandparents is an Irish citizen who was born in Ireland, but neither of your parents was born in Ireland, you may become an Irish citizen.
  • If you were born outside Ireland to an Irish citizen who was born outside Ireland, then you are entitled to become an Irish citizen. (NB hier zit dus geen ‘knip’ in – hier kun je in principe eindeloos de nationaliteit doorgeven – EK)

Tegelijkertijd is de in het regeerakkoord genoemde ‘knip’ bij de eerste generatie wel heel erg streng en snel. Laat ik mezelf als voorbeeld nemen: mijn vrouw is Amerikaanse, onze kinderen zijn in de VS geboren en hebben dubbele nationaliteit. Op dit moment wonen wij (jaren) in Nederland. Stel: op een gegeven moment gaan we terug naar de VS (of een ander land) en daar groeien de kinderen verder op, en krijgen daar ook zelf kinderen. Afgaand op het huidige regeerakkoord moeten déze kinderen – mijn kleinkinderen – dus op een gegeven moment kiezen tussen het Nederlandse en het Amerikaanse. Dat vind ik niet zo’n prettige gedachte. In dit voorbeeld hebben de ouders (mijn kinderen) een heel grote binding met Nederland – daar een deel van de jeugd doorgebracht, op Nederlandse scholen gezeten etc – maar moeten hun kinderen al kiezen, ondanks het feit dat zij hoogstwaarschijnlijk ook met een heel sterke band opgroeien. Daarnaast, zo is me de de afgelopen jaren wel duidelijk geworden uit die duizenden reacties van Nederlandse opa’s en oma’s, is de emotionele band tussen grootouders – kleinkinderen een niet te onderschatten relatie. Om hier nu juist de ‘knip’ te zetten lijkt mij een verschuiving van een deel van de klachten van de afgelopen jaren. Hier zou je als wetgever op twee manieren op kunnen reageren:

  • De tekst wordt met instemming van alle partijen gewijzigd van ‘eerste’ naar ‘tweede’ generatie.
  • Er wordt een aantal uitzonderingen in de wet opgenomen, waardoor toch een aantal eerste generatie kinderen geen keuze hoeft te maken. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bepaalde ‘bindingscriteria’ (zoals ook in de Zwitserse en Portugese wet te vinden zijn); denk aan het spreken van de Nederlandse taal, het hebben van familie in Nederland, het geregeld bezoeken van Nederland (minimaal X dagen per X jaar), of een andere nauwe relatie met Nederland – waarbij je dan bijvoorbeeld aan 3 van de 5 criteria moet voldoen.

In het verlengde van dit punt moeten we kritisch kijken naar wat er níet in het regeerakkoord staat: een regeling voor al die oud-Nederlanders die in de afgelopen decennia onvrijwillig hun Nederlanderschap zijn kwijtgeraakt. Dit is geen sinecure. Een oproep van de Nationale Ombudsman in 2015 leidde tot zoveel reacties, dat er in 2016 een uitgebreid rapport over verscheen. Met de conclusies is tóen niets gedaan. Alhoewel er nu dus ook niets over in het regeerakkoord staat, roep ik graag het kabinet op om nogmaals naar de conclusies en aanbevelingen van de Nationale Ombudsman te kijken: ze zijn nog even valide en urgent. Ook hier suggereer ik te kijken naar andere landen voor inspiratie, in bijzonder Zwitserland en Portugal.

Nog punten van zorg: “keuzemoment” en oud-Nederlanders

Tot zover de balans nu: een prima regeerakkoord voor de Nederlanders in het buitenland, maar wel met nog enkele zeer belangrijke onopgeloste/onduidelijke issues die verdere aandacht vereisen. Ik ga er van uit dat alle voorgestelde maatregelen uiterlijk 2021 doorgevoerd zijn – hopelijk sneller (als er meer nieuws over de tijdslijn is, bericht ik daarover). Daarnaast blijf ik me inzetten voor het oprichten van een politiek-neutrale belangenorganisatie voor Nederlanders in het buitenland, zoals ook al in veel andere Europese landen bestaat. Uiteindelijk is dit het beste voor alle Nederlanders in het buitenland, zeker voor de lange termijn.

Bron: website Eelco Keij, 4 november 2017

2 Reacties

  1. Geachte heer Keij

    Ik vraag gaarne bijzondere aandacht voor de in het buitenland/EU wonende gepensioneerde Nederlandse ambtenaren.

    De huidige situatie is dat zij in de meeste gevallen NIET worden aangemerkt als zgn “kwalificerende” buitenlandse belastingplichtigen. Immers, in veruit de meest gevallen behoudt de NLse fiscus zich in de bilaterale belastingverdragen de IB heffing over de pensioenen voor, – en verhinderen de hoogte van de AOW ( waarvoor de grote meerderheid der overheidsdienaren zich uiteraard kwalificeert) en de stagnatie van de ambtenarenpensioenen dat meer dan 90% van hun wereldinkomen in NL belastbaar is.Weshalve de voorm. ambtenaar op generlei heffingskorting/aftrekpost aanspraak kan maken Een situatie die overigens riekt naar ongelijke behandeling volgens woonplaats binnen de EU: immers voorm. ambtenaar A in Abcoude heeft WEL recht op heffingskortingen die collega B in Tongeren NIET heeft. M.a.w. de fiscus eet hier van 2 wallen: en IB heffen, en geen heffingen toekennen.

    HET aandachtspunt is echter het nieuwe ( nog goeddeels onbekende) belastingstelsel van Rutte III. Invoering van 2 nagenoeg identieke tarieven in plaats van 4 kan slechts dan tot verbetering van de financiele situatie van lagere, midden, en hogere inkomens leiden indien een forse belastingvrije voet/heffingskorting wordt ingevoerd. Als de 90% regeling in de huidige vorm op een nieuw systeem zou worden toegepast, zou dat betekenen dat nagenoeg alle buitenlandsbelastingplichtige voormalige ambtenaren vanaf de eerste cent ABP pensioen 39% IB zouden moeten betalen. Een gigantische belastingverhoging die voor de hogere pensioenen tot ongeveer € 10.000 extra IB per jaar zou kunnen leiden! Dit potentiele probleem knelt te meer daar sinds 2015 geen keuze tussen binnenlands- en buitenlandsbelastingplicht meer mogelijk is: in principe zijn alle in EU landen gevestigde ex-ambtenaren nu buitenlandsbelastingplichtig.

    Het is zover nog niet. Wel is het zaak de politieke behandeling van eventuele belastingvernieuwing nauwlettend te blijven volgen vanuit het standpunt van gepensioneerden, al dan niet voormalig ambtenaar. De Nederlandse politiek heeft een slechte voorgeschiedenis waar het gaat om de behartiging van Nederlanders in het buitenland, en gepensioneerden in het bijzonder,- alsof het allen Panama/Paradise paper klanten waren. Een nieuw belastingstelsel zal ook met hen rekening dienen te houden.

    mr J. A. Foerster
    oud Ambassadeur

    Antwoord
  2. Als ik in januari 2018 bijvoorbeeld een Zwitsers paspoort krijg (niet vanwege een huwelijk) en verder niets onderneem. Dan gebeurt er aanvankelijk niets tot ik mijn NL paspoort moet verlengen toch?
    Of gaat er bij uitreiken van het Zwitserse paspoort direct een belletje in Nederland bellen en trekt men het NL paspoort in?
    Of begrijp ik het goed dat je, mits je niets over jouw 2e nationaliteit meldt, pas je Nederlandse paspoort kwijtraakt zodra je deze eenmaal laat “verlopen”?

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.