Uitvoering wettelijke taken CAK 2019

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/11/16/uitvoering-wettelijke-taken-door-het-cak-verantwoordingsjaar-2019

 

  Rapport NZA

Uitvoering wettelijke taken door het CAK verantwoordingsjaar 2019

daaruit citerend:

Uitvoering buitenland

Het CAK heeft de taken die vallen onder de buitenlandtaak (zie bijlage 1) rechtmatig uitgevoerd met inachtneming van de afwikkeling van de (resterende) onzekerheden en met uitzondering van de uitvoering van de verdragsregelingen met Marokko en Turkije, die het CAK in opdracht van het ministerie van VWS uitvoert. Wij kunnen de rechtmatigheid van de met deze verdragsregelingen samenhangende lasten en baten niet vaststellen omdat de verdragsregelingen (nog) niet zijn aangepast naar de huidige wetgeving (Zorgverzekeringswet). Het CAK handelt, vooruitlopend op de vaststelling van de voorgestelde (technische-)wijzigingen, in de geest van deze regelingen. Wij beschouwen dit als een onrechtmatigheid. Hoewel de NZa geen bevoegdheid heeft om andere consequenties aan de onrechtmatigheid te verbinden dan te corrigeren, vinden wij, gelet op het feit dat het CAK handelt in de geest van deze regelingen en gelet op het cliëntbelang, het niet wenselijk dat deze onrechtmatigheid gecorrigeerd wordt. Wij verzoeken het Zorginstituut deze onrechtmatigheid mee te wegen in de verantwoording over de rechtmatige uitvoering van het Zorgverzekeringsfonds. Het CAK voert de buitenlandregelingen sinds 2017 uit. Het betreft complexe regelingen, gelet op de internationale verdragen die hieraan ten grondslag liggen en de verrekeningen tussen de verschillende organen. Wij hebben geconstateerd dat het CAK werkt aan het meer inzichtelijk maken van deze complexe regelingen. Wij constateren dat er bij de uitvoering van de buitenlandregelingen sprake is van veel handmatige werkzaamheden. De processen zijn daardoor erg arbeidsintensief en foutgevoelig. Wij zien dat het CAK stappen zet om de processen te verbeteren en meer te automatiseren. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 6 De verbeterpunten zijn opgenomen in hoofdstuk 6 en in tabel 2 van deze samenvatting.

Uit Verbeterpunten: 10. Uitvoering van de Buitenlandtaak

– het doorgaan met het project dat bijdraagt aan het via het geautomatiseerde systeem borgen van de interne beheersmaatregelen op de buitenlandregelingen;

– het doorgaan met het maken van afspraken met ketenpartijen over de tijdige oplevering van de juiste en volledige gegevens en dat het CAK deze afspraken nauwgezet monitort.

17 Reacties

  1. 6.1 Inleiding
    In dit hoofdstuk geven wij onze bevindingen en ons toezichtoordeel weer over de uitvoering van de Buitenlandtaak. Dat doen wij aan de hand van een aantal centrale thema’s. Aansluitend beschrijven we nog een aantal bijzonderheden per regeling.
    Wij gaan achtereenvolgens in op:
    – financiële stromen en het overzicht van activa en
    passiva;
    – oordeel externe accountant;
    – overzicht onzekerheden en fouten;
    – administratie en inning bijdragen verdragsgerechtigden
    – verrekening zorglasten met verdragslanden
    (verbindingsorgaan);
    – verrekening zorglasten met verdragslanden
    (verbindingsorgaan);
    – verrekeningen verdragslanden via Orgaan van de
    woonplaats;
    – beheerskosten Orgaan van de woonplaats;
    – verrekeningen verdragslanden via Orgaan van de
    verblijfplaats;
    – verrekening zorglasten Bevoegd orgaan voor tijdelijk
    verblijf Nederlandse verdragsgerechtigden;
    – beheerskosten Orgaan van de verblijfplaats en Bevoegd
    orgaan voor tijdelijk verblijf Nederlands verzekerden;
    – overige bijzonderheden;
    – opvolging verbeterpunten uit de bestuurlijke
    verantwoording 2018;
    – oordeel over de uitvoering van de buitenlandregelingen;
    – samenvattend overzicht van de verbeterpunten in de
    uitvoering.
    Wij hebben aan het eind van dit hoofdstuk ons toezichtoordeel over de Buitenlandtaak van het CAK en een samenvattend overzicht van de verbeterpunten in de uitvoering opgenomen.
    6.5 Administratie en inning bijdragen verdragsgerechtigden
    Internationale verdragen
    De Zorgverzekeringswet die sinds 2006 in werking is, bepaalt dat iemand met een Nederlands(e) pensioen of uitkering, die buiten Nederland woont, geen zorgverzekering heeft in Nederland. Alleen een verdragsregeling met het betreffende land kan aan de
    basis liggen van mogelijk recht op zorg. De verdragen met Turkije en Marokko vormen in dit kader een aandachtspunt.
    Turkije
    Het verdrag met Turkije regelt het recht op zorg van gepensioneerden in Turkije. Voorwaarde is dat gepensioneerden volgens het Nederlandse recht een aanspraak op verstrekkingen hebben. In de huidige situatie wordt aan deze voorwaarde niet voldaan, omdat gepensioneerden niet in Nederland wonen of werken. Sinds 2006 ontbreekt daarmee de formele basis voor het recht op vergoeding van zorg en medische kosten. Een voorstel tot wijziging van het Turks-Nederlandse verdrag ligt al sinds het jaar 2000 op tafel. Dit voorstel maakt vergoeding van zorg en medische kosten voor gepensioneerden in Turkije mogelijk. De betreffende wijziging is onderdeel van een breder pakket van sociale zekerheden dat dient te worden aangepast. De aanpassing is in concept gereed maar er heeft tot op heden nog geen aanpassing van het verdrag plaatsgevonden.
    Marokko
    In het verdrag met Marokko is opgenomen dat het recht op vergoeding van zorg en medische kosten alleen geldt voor personen die verzekerd (of meeverzekerd) zijn op grond van de (niet meer bestaande) Ziekenfondswet. Hierdoor ontbreekt eveneens sinds 2006 de formele basis voor vergoeding van zorg en medische kosten. Het ministerie van VWS is sinds 2007 bezig om de bepaling in het verdrag aan te passen. Ook hier is waarschijnlijk geen spoedig resultaat te verwachten. Het CAK kan dit knelpunt niet zelf oplossen.
    In beide situaties handelt het CAK, die verdragsregelingen uitvoert in opdracht van het ministerie van VWS, in de geest van – en vooruitlopend op – de voorgenomen (technische-) wijzigingen. Dit is door het CAK afgestemd met het ministerie van VWS. Het ministerie van VWS heeft aangegeven zich binnen haar mogelijkheden in te spannen om tot definitieve
    verdragsregelingen te komen. Formeel gezien is er op dit moment geen sprake van rechtmatige uitvoering van deze verdragsregelingen, omdat de verdragsregelingen nog niet definitief zijn. Het CAK handelt, vooruitlopend op de definitieve verdragsbepaling en in afstemming met het ministerie van VWS, rekening houdend met de (technische-)wijzigingsvoorstellen, wel in de geest van de verdragsbepalingen. Wij beschouwen dit als een onrechtmatigheid. Hoewel de NZa geen bevoegdheid heeft om andere consequenties aan de onrechtmatigheid te verbinden dan te corrigeren, vinden wij, gelet op het feit dat het CAK handelt in de geest van deze regelingen en gelet op het cliëntbelang, het niet wenselijk dat deze onrechtmatigheid gecorrigeerd wordt. Wij verzoeken het Zorginstituut deze onrechtmatigheid mee te wegen in de verantwoording over de rechtmatige uitvoering van het Zorgverzekeringsfonds. Het CAK kan dit punt niet zelfstandig oplossen en is hierbij afhankelijk van de ministeries van VWS en SZW.
    (….)
    Verrekening zorglasten Bevoegd orgaan voor tijdelijk verblijf Nederlandse verdragsgerechtigden
    Het CAK is bij deze regeling afhankelijk van de verantwoordingsinformatie die door het Zilveren Kruis wordt aangeleverd. De onzekerheid zoals beschreven bij de regeling verrekening verdragslanden via Orgaan van de verblijfplaats (6.9) is ook hier van toepassing. Het CAK heeft in de bestuurlijke verantwoording 2019 daarom een onzekerheid verantwoord. Het CAK heeft nadien de definitieve cijfers van het Zilveren Kruis ontvangen met daarbij een goedkeurende accountantsverklaring. Dit betekent dat de onzekerheid inmiddels is opgelost.

    Antwoord
  2. N.a.v. “Verrekening zorglasten Bevoegd orgaan voor tijdelijk verblif Nederlandse verdragsgerechtigden”, of wel de toeristen-zorg in Nederland.
    Vraag :
    Worden deze bedragen nu eindelijk eens doorbelast aan het woonland van de verdragsgerechtigde ?
    Reden :
    Het NIET doorbelasten aan het woonland van de in NL geleverde zorg aan deze in het buitenland wonende verdragsgerechtigden is nog steeds een (vals) alibi voor Nederland om deze (voormalige AWBZ- en Zvw-) zorgkosten te gebruiken om de huidige Zvw buitenland bijdrage tariefstelling te continueren en de woonlandfactoren te berekenen met onjuiste gegevens.

    Antwoord
    • Neen, deze kosten van pensioenlandzorg in Nederland (en van zorg genoten in Nederland door andere verdragsgerechtigden wonend buiten Nederland) worden niet doorbelast naar het woonland. Wel krijgt Nederland een 5 procentpunten hogere korting op de woonlandkosten die het moet betalen. Dit als compensatie voor verminderde zorg in het woonland. Zoals eerder toegelicht is de woonlandfactor niet afhankelijk van de door (gepensioneerde) verdragsgerechtigden gemaakte zorgkosten, noch die in Nederland noch in het woonland.Evenmin is dit het geval voor de rest van de formule voor de CAK-bijdrage.

      Antwoord
  3. Dit is toch bezopen! Je constateert onrechtmatigheid (een duidelijk en zwaarwegend civielrechtelijke kwalificatie ex art. 6:162 Burgerlijk Wetboek), en je praat er over heen: niet erg, mag, hoeft niet gecorrigeerd.

    Duidelijk geen rechtsstaat meer? Kastje-muur-ZIN, CAK, VWS, SZW. En de toetsing?

    Antwoord
    • De onrechtmatigheid wordt daardoor gedempt dat de “vermeende rechthebbenden” wonend in Turkije en Marokko niet verplicht zijn van het verdragsrecht (ten laste van het CAK) gebruik te maken indien ze dat niet willen. Vermoedelijk doen velen dat echter wel, gezien de vrij grote aantallen verdragsgerechtigden in Turkije en Marokko. Het gaat vooral om naar die landen teruggekeerde voormalige (gepensioneerde) “gastarbeiders”.

      Antwoord
  4. Waarom hadden in 2006 mijn echtgenoot en ondergetekende geen keuzerecht?

    Waarom hebben EU-burgers geen recht op prioritair EU-recht?

    Antwoord
    • Wat uw eerste vraag betreft. Aannemende dat u doelt op het verdragsrecht, het recht op het wettelijke woonlandpakket aan zorg, luidt het antwoord: omdat het EHvJ oordeelde, in C-345/09- arrest Van Delft e.a., dat dat recht neerkomt op een verplichte ziektekostenverzekering en niet op een vrijwillige zoals u, met veel andere gepensioneerden, bepleitte. Wat u met “prioritair EU-recht” bedoelt is niet duidelijk.

      Antwoord
  5. In 1997 hebben we ons in Frankrijk gevestigd en hebben gebruik gemaakt van ons prioritair EU-recht door te voldoen aan de eisen die gesteld werden:

    Een vaste woon-verblijfplaats
    Voldoende inkomen om niet ten laste te komen van ons nieuwe woonland.
    Een volledige particuliere ziektekostenverzekering.
    Een bewijs van goed gedrag.
    Aan al deze voorwaarden hebben we voldaan.

    Bij mijn weten is de EU-wetgeving in deze niet veranderd, ik voldoe nog steeds aan de gestelde voorwaarden.Waarom past Nederland het prioritair EU-recht niet toe? In landen van de Europese Unie gaat EU-recht boven nationaal recht. Hoe kan het zijn dat Nederland de verplichting op legt voor inschrijving bij CVZ, ZIN en CAK.

    Antwoord
    • Dit is geen prioritair EU recht maar betreft voorwaarden om (als niet-aktieve) in een EU staat te kunnen gaan wonen, dus vloeit voort uit de Verblijfsrichtlijn. Maar dit zet noch het nationale ziektekostenrecht opzij, noch het verdragsrecht uit Vo883/2004. Het is ook niet zo dat andere staten in dezen anders handelen dan Nederland.

      Antwoord
  6. Het verdragsrecht vloeit voort uit secondair EU-recht en dat is ook goed zo. Maar de Nederlandse regering legt door middel van een nationale wet EU-burgers in het buitenland de verplichting op om zich in te schrijven bij CVZ, ZIN en CAK voor vergoeding van ziektekosten, zonder deze nationale wet in overeenstemming te brengen met EU-recht, er worden verdragsbijdragen ingehouden op AOW en bedrifspensioen. Zowel AOW als bedrijfspensioen zijn betalingen waarvoor decenia-lang persoonlijk premies zijn betaald.
    Dit zijn geen sociale uitkeringen.

    MIjn echtgenoot kreeg in 2003 zijn Duitse pensioen via de Deutsche Rentenversicherungsbund toegewezen, hij werd toen voor de keuze gesteld om voor vergoeding van ziektekosten toe te treden tot de Algemeine Ortskrankenkasse (AOK) of zelf in een particuliere ziektekostenverzekering te voorzien .Hij had dus keuzerecht. Hij heeft toen voor het laatste gekozen en zijn particuliere ziektekostenverzekering voortgezet. Hoe kan het zijn dat EU-wetgeving in Duitsland anders wordt toegepast dan in Nederland? Waarom heb ik geen keuzerecht?

    Marokanen en Turken hebben wel keuzerecht waarom ik niet?

    Antwoord
    • De verplichting tot inschrijving bij CAK (of daarmee gelijkgesteld: woonplaatsorgaan) als verdragsgerechtigde staat in de Nederlandse wet (ZVW) en wordt door het EHvJ gezien als een uit Vo883/2004 voortkomende administratieve verplichting, en dus in overeenstemming met het EU recht. In de praktijk wordt er overigens geen sanctie verbonden aan niet-aanmelding. Ook de heffing van de CAK -bijdrage vloeit voort uit de Nederlandse wet onder goedkeuring door het EHvJ. Een en ander is te lezen in arrest C-345/09. De AOW is een sociaal zekerheidspensioen, of zo men wil een “sociale uitkering”, een bedrijfspensioen niet. De vraag of er premies voor betaald zijn is niet van belang voor de vraag welke inhoudingen erop gedaan mogen worden. Het is namelijk lidstaten van de EU vrij de sociale zekerheid soeverein in te richten zolang maar aan de regels van het EU recht, inclusief Vo883/2004, is voldaan. Daarbij is het verdragsrecht uit Vo883/2004 dwingend naar het oordeel van het EHvJ (zie arrest C-345/09 daartoe).

      De keuze voor uw echtgenoot bij pensionering, namelijk te kiezen tussen AOK of particuliere verzekering komt voort uit het Duitse ziektekostenrecht dat door Vo883/2004 dwingend op hem van toepassing is. Door zijn Duitse pensioen valt hij namelijk, waarschijnlijk, onder art. 23 Vo883/2004.
      Nederland heeft dat keuzerecht niet. Tot 2006 was er een systeem van particuliere verzekering (niet verplicht overigens), in bepaalde opzichten vergelijkbaar met het Duitse systeem, voor de hogere inkomensgroepen. Dat is met de invoering van de ZVW echter in 2006 afgeschaft en vervangen door een ingezetenenstelsel zonder keuzemogelijkheid. Als gevolg daarvan oordeelde het EHvJ dat gepensioneerden elders in de EU met Nederlands wettelijk pensioen ook geen keuzerecht hadden, en werd het systeem van part. verzekering voor hen in zoverre zinloos dat het nog slechts een aanvulling vormde op het verdragsrecht.

      Het de facto keuzerecht van gepensioneerden/verdragsgerechtigden in Marokko en Turkije (niet per se Marokkanen en Turken alleen) komt voort uit het feit dat de bilaterale verdragen met Nederland nog niet geactualiseerd zijn. Er wordt kennelijk weinig gebruik gemaakt van dit keuzerecht. Mijn vrouw en ik hebben dit wel gedaan toen we (in 2006) in Turkije woonden, en daarmee onze (Turkse) particuliere verzekering kunnen behouden. Naar aanleiding daarvan zijn er door de VVD vragen over het Turkse verdragsrecht in de Tweede Kamer gesteld waarin dit bijzondere keuzerecht door de minister is bevestigd. De door Nederland gewenste actualisatie betreft het vervangen van de voorwaarde dat men buitenslands wonend verzekerd zou moeten zijn naar het recht van het land van herkomst door de zogeheten woonplaatsfictie voorwaarde die in Vo883/2004 staat. Die luidt dat verdragsrecht slechts kan ontstaan indien men naar Nederlands recht recht op verstrekkingen zou hebben indien men in Nederland zou wonen. Zo lang Marokko en Turkije een nieuw verdrag niet geratificeerd hebben geldt in beginsel de eerste voorwaarde, maar Nederland handelt alsof de woonplaatsfictie al zou gelden. Hoe Turkije en Marokko handelen bij gepensioneerde verdragsgerechtigden wonend in Nederland is mij niet bekend. Dat zullen er veel minder zijn aangezien wie ooit AOW opbouwde en in Nederland woont verdragsgerechtigde ten laste van Nederland is op basis van art. 23 Vo883/2004, ook al heeft men wettelijk pensioen uit Marokko of Turkije.

      Antwoord
  7. Om alles kort samen te vatten: het verdragsrecht vloeit voort uit Vo.883/2004, oorspronkelijk was het keuzerecht verweven in deze VO. 883/2004. Maar de Nederlandse rechter heeft bij het EU-Hof bewerkstelligd dat het verdragsrecht kon omgezet worden in een verdragsplicht, Hij is hierin geslaagd door onvolledge informatie te verstrekken en feiten te verdoezelen, want discrimineren mag niet. De EU-burgers worden wel gediscrimineerd want de verdragsgerchtigden zijn geen sociaalverzekerden want ze worden in geen enkel sociaalstelsel in geschreven noch in Nederland noch in Frankrijk.

    Een parlementaire enquete die op het ogenblik gaande is, over de toeslagaffaire voor de kinderopvang, zou ook nuttig zijn in de zaak omtrent het verplichtstellen van het verdragsecht en meer duidelijkhheid brengen in deze onverkwikkelijke zaak.

    Antwoord
    • De verdragsgerechtigden worden juist wel, en wel: letterlijk, als sociaalverzekerden aangeduid door het EHvJ. U zou dat arrest C-345/09 eens moeten lezen.
      Dat de Nederlandse overheid indertijd op onverkwikkelijke wijze met pensioenemigranten ( binnen en buiten de EU) is omgegaan ben ik met u eens. Maar achteraf bezien had niet de bestuursrechtelijke, europeesrechtelijke, lijn van verzet tegen de overheid genomen moeten worden. Reeds voor de invoering van de ZVW had gelobbied moeten worden voor een verbod op verbreking van de particuliere verzekeringen, althans bij emigranten, en na invoering van de ZVW tegen ontbinding van die particuliere verzekeringen. Het is dan ook te betreuren dat de bodemprocedure die de Rechtbank geboden heeft in 2016 niet benut is. Wijziging van Vo1408/71 in die zin dat het verplichte verdragsrecht in een vrijwillg verdragsrecht zou zijn omgezet had langs politieke weg in theorie ook gekund, maar niet aannemelijk is dat de lidstaten daarmee snel zouden hebben ingestemd. Lees ook mijn 4-delige column over de zorgbijdrage op deze site. Maar dat is nu allemaal mosterd na de maaltijd.

      Antwoord
  8. De gepensioneerde EU-Burgers worden door het EUvJ aangeduid als sociaalverzekerden omdat er geen vertaling is voor dit woord dat door Nederland is uitgevonden. De gepensioneerde EU-burgers zijn niet sociaal verzekerd ze hebben alleen recht op vergoeding van ziektekosten. vandaar het probleem bij het afsluiten van een reisverzekering. De status “verdragsgerechtigden” bestaat in geen ander land in de EU dan in Nederland.

    In december 2005 werd door CVZ aan de gepensioneerden meegedeeld dat hun particuliere ziektekostenverzekering door de Nederlandse staat wordt geannuleerd. Voor vergoeding van ziektekosten moesten ze zich inschrijven bij het woonlandorgaan, voor het woonlandpakket. Het woonlandpakket van Frankrijk vergoedt maar ongeveer 50% van de ziektekosten, de andere helft moet zelf afgedekt worden door een aanvullende verzekering. In Frankrijk bestaat geen acceptatieplicht voor aanvullende verzekeringen, Voor ons was het niet mogelijk om een aanvullende verzekering af te sluiten gezien de leeftijd en de gezondheidstoestand van ons beiden. Vanuit Nederland werd ook geen helpende hand geboden om ons aanvullend te verzekeren tot 100%. We waren genoodzaakt om een nieuwe volledige ziektekostenverzekering af te sluiten om verzekerd te zijn van goede zorg. De gepensioneerden in Nederland hoefden geen aanvullende verzekering af te sluiten, zij waren al voor 100% verzekerd. De tientallen bezwaarschriften aan VGZ, ZIN en CAK en meerdere processen voor de rechtbank in Amsterdam werden allen ongegrond verklaard.

    De invoering van de ZVW voor gepensioneerden in het buitenland heeft Nederland laten verworden tot een gerechtelijk steekspel en in 2006 werden de processen beeindigd voor het EU-Hof in Luxemburg met de doodsteek voor de gepensioneerden.

    De hele gang van zaken is voor de gepensioneerden respectloos en inhumaan verlopen.

    Is Nederland een rechtstaat?

    De gepensioneerden hebben geen eerlijk proces gehad. Mijn mening is dat het proces moet worden overgedaan of er moet een parlementaire enquete worden ingesteld naar de gang van zaken bij de invoering van de ZVW voor gepensioneerden in het buitenland.

    Mij is het niet gelukt toegang te krijgen op uw 4-delige column, is mijn paswoord geblokkeerd?

    Antwoord
    • Uw frustratie over de gang van zaken bij invoering van de ZVW en vooral de desastreuze gevolgen voor de voorheen particulier verzekerden wonend buiten Nederland, deel ik, maar niet uw analyse. De rechtsgang is overigens niet in 2006 al beëindigd, maar pas vele jaren later, inderdaad na inschakeling van het EHvJ door de CRvB. Mijn analyse, maar dat is pas achteraf, is dat de bestuursrechtelijke gang, gericht op verkrijgen van keuzerecht in het verdragsrecht zinloos was (een verwijt dat vooral aan de advocaat gericht moet worden) en dat slechts de civielrechtelijke weg, juridisch misschien enige uitweg had geboden (die bodemprocedure dus). Dat wil zeggen: de betrokkenen wilden grotendeels hun part. verzekering behouden en dus was hun natuurlijke tegenpool niet het CvZ of de Nederlandse staat, maar de verzekeraar. De persvertegenwoordiger van de CRvB heeft bij einduitspraak dat ook met zoveel woorden gezegd. Los daarvan is het uitermate onfatsoenlijk geweest van de Nederlandse regering de ontbindingsmogelijkheid van de particuliere verzekeringen te formuleren in de wet (IZVW wet) zoals deze dat gedaan heeft. De ontbindingsclausule had zodanig geformuleerd moeten zijn dat een vergelijkbare soepele overgang (ook qua premievoorwaarden) gemaakt kon worden als voor ingezetenen naar de ZVW. De enige twee instanties die daar – in te vage termen – voor gewaarschuwd hebben waren de Raad van State en in een heel laat stadium Zorgverzekeraars Nederland (de laatste slechts om het straatje bij voorbaat voor de verzekeraars schoon te vegen).
      Overigens: die 50% van de kosten die in Frankrijk niet vergoed zouden worden is wel erg hoog. Anderen berichten over 35%, en FANF stelt dat er ook nogal wat situaties zijn waarin wel 100% vergoed wordt.
      En het begrip sociaalverzekerden is geen uitvinding van Nederland , is zelfs niet gesuggereerd in de procedure bij het EHvJ, maar een term die het EHvJ zelf, en nogal vaak in zijn arresten, gebruikt. Het EHvJ bedoelt dan “degenen die naar de bepalingen van de Verordening socialezekerheidsrechten hebben”. Zo ook degenen die Nederland gepensioneerde verdragsgerechtigden noemt.

      Antwoord
  9. In mijn laatste reactie zijn twee fouten geslopen, hiervoor mijn excuses.

    Ik bedoelde dat het woord ” verdragsgerechtigden ” door Nederland is uitgevonden en dat hiervoor geen vertaling is, het geeft echter duidelijk weer dat deze personen geen sociaalverzekerden zijn.

    De rechtsgang is inderdaad in 2011 bij het EU-Hof in Luxemburg beëindigd.

    De ” Caisse Primaire Assurance Maladie ” ( CPAM ) vergoedt hoogstens 65% van de medische kosten op de tarieven die door de CPAM zijn vastgesteld. Echter overschrijdingen van honoraria van medici, specialisten, laboratoria, radiologie, scanner, IRM enz. worden niet vergoed. Ook eigen bijdragen voor geneesmiddelen worden niet vergoed en dat zijn er heel wat. Dit alles komt er op neer dat ongeveer 50% van de medische kosten in werkelijkheid worden vergoed. 100% vergoeding is er alleen voor een twintigtal ziekten vooral kanker.

    De rechtsgang bij de invoering van de Zvw is voor de gepensioneerden in het buitenland is op een catastrofe uitgelopen. Er zijn door de wetgever enorme fouten gemaakt en de rechters hebben uitspraken gedaan die niet in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke EU-verordeningen. De bestuurlijke naïviteit van de rechters en de Nederlanse regering heeft de gepensioneerden veel ellende gebracht. De jurisprudentie ligt er en voor de gedupeerden is dit onomkeerbaar. Als Nederland een rechtstaat is, zouden ze de processen moeten herzien, een parlementaire enquete instellen of een reparatiewet invoeren.

    Dat mijn frustratie groot is zult u wel begrijpen; ik betaal al 15 jaar dubbele ziektekostenpremie: de verdragsbijdragen en de premie voor de particuliere verzekering.
    De verdragsbijdragen komen in een zorgverzekeringfonds waaruit voor mij niets betaald hoeft te worden Als de inhoudingen voor ZVW zouden worden gestopt zou ik een hulp in de huishouding kunnen nemen, maar door deze hoge lasten zit dit niet in mijn budget.

    Antwoord
  10. En nogmaals :
    De “fameuze” woonlandfactor (WLF) en Zvw-bb zijn :
    1. Een uitvinding van Nederland om de nederlandse zorgkosten-totalen in te brengen en van daaruit innte brengen in de berekeningen van de Zvv-buitenland bijdrage (Zvw-bb).
    2. De Zvw-bb is nergens op gebaseerd dan op “eigen” rekenregels van Nederland.
    3. De Zvw-bb wordt niet vastgesteld op basis van regels van de EU, noch op basis van de reeële zorgkosten in een woonland, doch op basis van totaal onbelangrijke nederlandse zorguitgaven.
    4. De Zvw-bb rekenregels worden volslagen arbitrair opgesteld en uitgevoerd naar inzicht en behoeften van de betrokken ministers (VWS en FIN) in Nederland.
    5. De WLF idem boven (4).
    6. De WLF is een volslagen fictief verhoudingsgetal tussen de nederlandse zorgkosten en die van een woonland, zoals jaarlijks blijkt uit de ondoordringbare mistigheid in de “bewijs”-tabellen in de jaarlijkse WVS Zorgmonitor.
    7. De WLF is een volslagen onnodig fenomeen en dient te worden uitgebannen wegens een zijn rol als bron van misleiding en disfunctionaliteit c.q. fraude.
    8. De enig juiste bron voor kostenverrekening van geleverde zorg in een woonland dat aan Nederland wordt doorbelast is de woonland zorgkostennota.
    En dus niet de zorgkosten in Nederland die valselijk tot grondslag is gebombardeerd.
    9. In de woonlandzorgkosten horen ook de zorgkosten thuis die door tijdelijk in Nederland verblijvende EU-verdragsgerechtigden in Nederland zijn gemaakt (de “toeristen-zorg”).
    10. Dat Nederland willens en wetens die toeristen-zorg zelf wil betalen en niet wil doorbelasten aan het woonland voor verdere verrekening volgens de financiele zorgregels van dat woonland is GEENSZINS een “goede bedoeling en barmhartigheid” maar een alibi-truc van Nederland om daarmee de nederlandse zorgkosten in te brengen in de berekeningen van de WLF en de Zwb-bb.
    11. Wanneer de “toeristenzogkosten” WEL worden doorbelast aan het woonland, vervalt de grondslag voor de aannames bij de berekeningen van de WLF en de Zvw-bb.
    12. De Zvw-bb berekening dient te worden gebaseerd op de reeële zorgkosten in het woonland en het aantal zorgmaanden dat nederlanders in het woonland verzekerd zijn geweest in een gegeven kalenderjaar.
    13. Volgens artikel 30.1 van EU VO 803/2004 mag Nederland, noch het woonland niet meer in rekening brengen ter verrekening dan de effectief gemaakte kosten (“de limiet) in het woonland.
    14. De Amsterdam Rechtbank heeft (Heldhaftig, Vastberaden en Barmhartig), bij herhaling, nooit een antwoord op bovenstaande bezwaren willen/kunnen/durven/mogen formuleren dan het vasthouden aan enkele artikelen in de zorgverzekeringswet (o.a. 69) en het verder verzwijgen van het bestaan van bovenstaande bezwaren in de uitspraken. 15. Idem boven (14) de CRvB die wel degelijk het recht heeft om de wet te laten aanpassen naar eeerlijkheid en gerechtigheid, maar ook niet thuis geeft en de principiele spel- en rekenregel bezwaren verder ongenoemd laat, laat staan corrigerend optreedt .

    Wat “recht” is zal krom blijven in deze, tenzij …….iemand mag en wil luisteren en de wet aanpast via de wetgevende vergadering in Nederland.
    Hoop doet leven.

    PS.
    Een aanvullende zorgkostenverzekering (“Mutuelle”) kost ruim 150 € p.p.p.m. in Frankrijk, vooral voor personen vanaf 70 jaar, voor 2 persoonshuishoudens dus ruim 3.600 € per jaar of meer.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Met het plaatsen van een reactie accepteert u het privacybeleid.